Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Grammatica WS 7 Aanw. vnw
Pak een laptop en log nog NIET in
Pak je leesboek en ga lekker lezen.
§7:
Aanwijzend voornaamwoord
Voordat we beginnen:
2TH
GRAMMATICA
WOORDSOORTEN
1 / 19
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Pak een laptop en log nog NIET in
Pak je leesboek en ga lekker lezen.
§7:
Aanwijzend voornaamwoord
Voordat we beginnen:
2TH
GRAMMATICA
WOORDSOORTEN
Slide 1 - Diapositive
timer
15:00
Slide 2 - Diapositive
Je weet het verschil tussen persoonlijke, bezittelijke en aanwijzende voornaamwoorden.
Je kunt aanwijzende voornaamwoorden herkennen en gebruiken in een zin.
Lesdoelen
Slide 3 - Diapositive
In deze les gaan we:
Terugblikken op paragraaf 5.
De uitleg behandelen van
paragraaf 7
De opdrachten van paragraaf 7 maken en nakijken.
Slide 4 - Diapositive
Voegwoord
Een
voegwoord
verbindt twee woorden, woordgroepen of zinnen met elkaar.
Kroket
of
frikandel.
De snelle aanvaller
en
de trage verdediger.
Ik kan naar Australië op vakantie
,
want
ik heb genoeg gespaard.
Slide 5 - Diapositive
Voegwoorden
Let op: sommige voegwoorden kunnen
a
an het begin
van de zin staan.
Amy versiert de woonkamer,
omdat
haar broer morgen jarig is.
Omdat
haar broer morgen jarig is, versiert Amy de woonkamer.
Slide 6 - Diapositive
Persoonlijk
voornaamwoord
Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een
persoon, dier of ding
:
Wij
gaan een weekendje weg.
Onze kat
slaapt overdag, omdat
hij
's nachts buiten rondloopt.
Ik heb
je bericht
ontvangen, maar ik heb
het
nog niet gelezen.
Slide 7 - Diapositive
Bezittelijk voornaamwoord
Een
bezittelijk voornaamwoord
is geeft aan van wie iets is. Het staat
altijd
voor het
zn
waar het bij hoort.
Jullie
tuin.
Mijn
telefoon.
Jouw
huis.
Slide 8 - Diapositive
Welk voornaamwoord past er op de puntjes? Zet de antwoorden in je schrift.
Noteer ook of het woord een persoonlijke of bezittelijk voornaamwoord is.
Toen mijn neefjes koekjes verkochten, gaf oma ... tien euro extra.
Kerst is een periode om bij ... familie langs te gaan.
Ik heb het erg warm, dus ik doe ... jas even uit.
David en Felicia laten ... hond uit in het park.
Opdracht
timer
4:00
Slide 9 - Diapositive
Aanwijzend
voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord wijst meestal een mens, dier of ding aan.
deze
telefoon,
dat
paard,
die
jongen.
Deze
app is gratis, maar
die
app niet.
Met
dit
oog zie ik beter dan met
dat
oog.
Met
die
pas kun je de hele dag met het openbaar vervoer.
Slide 10 - Diapositive
Aanwijzend
voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord kan voor een
zn,
maar ook alleen staan. Als het alleen staat, kun je het
zn
er wel achter denken.
Deze
app is gratis, maar
die
(app) niet.
Met
dit
oog zie ik beter dan met
dat
oog.
Met
die
pas kun je de hele dag met het openbaar vervoer.
Slide 11 - Diapositive
Wat?
Cursus 5 Grammatica woordsoorten, §7: Aanwijzend voornaamwoord.
Opdracht 1 t/m 5
(blz. 210-211).
Hoe?
Zelfstandig.
De eerste vijf minuten in stilte, daarna overleggen.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd
20 minuten.
Klaar?
Maak opdracht 6 en 7 en ga lekker nog even lezen!
Huiswerkopdrachten
timer
20:00
Slide 12 - Diapositive
Je weet het verschil tussen persoonlijke, bezittelijke en aanwijzende voornaamwoorden.
Je kunt aanwijzende voornaamwoorden herkennen.
Lesdoelen
Slide 13 - Diapositive
Misschien kan de doktersassistent jou helpen.
Sleep de
persoonlijk
voornaamwoorden naar het vakje.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Misschien
dokterassistent
kan
jou
de
Slide 14 - Question de remorquage
Ik heb mijn laatste geld uitgegeven aan deze Switch.
Sleep de
bezittelijk
voornaamwoorden naar het vakje.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Ik
aan
heb
Switch
mijn
Slide 15 - Question de remorquage
Ik heb mijn laatste geld uitgegeven aan deze Switch.
Sleep de
aanwijzend
voornaamwoorden naar het vakje.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Ik
deze
heb
Switch
mijn
Slide 16 - Question de remorquage
Maak een zin in de volgende volgorde:
pers. vnw - ww - lw - bn - zn - ww.
Slide 17 - Question ouverte
Maak een zin met daarin een werkwoord (ww), een zelfstandig naamwoord (zn) , een bijvoeglijk naamwoord (bn) en een voorzetsel (vz).
Slide 18 - Question ouverte
Wie heeft nog een
vraag
over wat we vandaag hebben behandeld?
Slide 19 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
BSR 17/01 2t Grammatica WS 7 Aanw. vnw
Janvier 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
BSR 16/01 2k Grammatica WS 5 Pers en bez. vnw
Janvier 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
BSR 15/01 2t Grammatica WS 5 Pers en bez. vnw
Octobre 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
WRE 2AHA - Grammatica WS - Aanw, vragend en onb. vnw
Avril 2024
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Grammatica woordsoorten §7 aanw vnw + groepjes maken presentatie journaal
Mars 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Nederands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Grammatica woordsoorten §7 aanw vnw + groepjes maken presentatie journaal
Mars 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Nederands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Aanwijzend voornaamwoord
Septembre 2024
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Herhaling grammatica 4
Mars 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2