Cinekid - Wonderlijke Werelden - jaarrond

Wonderlijke Werelden
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
filmeducatieBasisschoolGroep 3,4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Introduction

Deze les vormt een voorbereiding op de vertoning van de Wonderlijke Werelden, een reeks prachtige en schilderachtige korte animatiefilms vol emotie. De films sluiten thematisch aan op de belevingswereld van de leerlingen, maar gaan ook over de wereld om ons heen. In dit filmblok gaan leerlingen op reis naar andere landen. Met films over dromen, natuur, jezelf zijn, steun en vriendschap.. Door deze les maken de leerlingen kennis met filmeducatie. Praktische aanwijzingen: Wanneer je in de les de notities aanklikt, zien de kinderen deze ook verschijnen. Het kan daarom handig zijn om van te voren de instructies uit te printen.

Instructions

Leerdoelen:
  • Leerlingen maken kennis met verschillende soorten films en filmmakers.
  • Leerlingen ervaren gevoelens, gedachten en fantasieën bij het kijken van een film en verwoorden ze.
  • Leerlingen beschrijven in eenvoudige taal wat hij ziet en hoort.
  • Leerlingen vertellen iets over personages en gebeurtenissen in een film.
  • Leerlingen omschrijven op informele wijze filmische technieken en middelen.

Slide 1: Een overzicht van afbeeldingen uit de verschillende films die leerlingen gaan kijken

Slide 2: Uitleg over de iconen die voorbij kunnen komen in de les.

Slide 3: Opnieuw een overzicht van de afbeeldingen uit de films. Leerlingen kijken er goed naar en omschrijven wat ze zien (overeenkomsten, verschillen, etc.). Vervolgens wordt aan de leerlingen gevraagd waar ze denken dat de films over gaan.

Slide 4: De leerlingen kijken naar een fragment uit de film Kiki de veer.

Slide 5: Verdiepende vragen over het zojuist bekeken fragment. Vraag 1: Wat voelde je tijdens het kijken van het filmpje? Vraag 2: Hoe denk je dat het vogeltje zich voelde? Vraag 3: Waar is het vogeltje volgens jou bang voor? Vraag 4: Ben jij wel eens bang voor iets? Voor wat? Op de volgende pagina kan de film in zijn geheel bekeken worden. Stel daarbij de vraag: Denk jij dat het vogeltje over zijn angsten heen gaat komen?

Slide 6: Leerlingen kijken naar de korte film Kiki de veer.

Slide 7: Verdiepende vragen over de korte film. Vraag 1: Klopte jouw voorspelling? Was het vogeltje aan het eind van de film nog bang? Vraag 2: Is jullie iets bijzonders opgevallen aan de film? Tip: kijk goed naar het plaatje! Op de volgende pagina gaan de leerlingen naar een andere korte film kijken waarin wél alles getekend is, wijs de leerlingen hierop.

Slide 8: De leerlingen kijken naar de korte film De marmotten.

Slide 9: Verdiepende vragen over het zojuist bekeken fragment. Vraag 1: Wat vond je van de film? Grappig, verdrietig, eng? Waarom? Vervolgens wordt er middels de informatie-knop uitleg gegeven over wat een personage is. Tot slot wordt gevraagd of de leerlingen het ontbrekende personage op de afbeelding kunnen benoemen. Op de volgende pagina gaan de leerlingen kijken naar een andere film. Krijgen ze daarbij hetzelfde gevoel bij als bij de film die ze net hebben gezien?

Slide 10: Leerlingen kijken naar de film Paraplu’s.

Slide 11: Vraag 1: wat gebeurde er in de film? Was het verhaal net als de vorige film grappig? Vraag 2: Hoe denk jij dat het meisje in de film zich voelde? Vraag 3: Waaraan kon je dat zien of horen? Er werd namelijk bijna niet gepraat! Vervolgens kan er een kleine opdracht worden uitgevoerd waarbij leerlingen verschillende emoties uitbeelden zonder daarbij te praten. De overige leerlingen kunnen raden welke emotie er wordt uitgebeeld. Op de volgende pagina wordt een korte film bekeken die op een bijzondere manier is gemaakt, let maar eens goed op.

Slide 12: Leerlingen kijken naar de film Een lekker modderbad.

Slide 13: Vraag 1: Wat vond je van de film? Waarom? Vraag 2: Zag deze film er anders uit dan de vorige film? Welk verschil zie je? Leg vervolgens aan de hand van de informatie-knop uit wat stop-motion is. Op de volgende pagina wordt er een fragment getoond van "the making of" van stop-motion.

Slide 14: een video over hoe stop-motion gemaakt wordt.

Slide 15: Leerlingen kijken naar de film De grote overstroming.

Slide 16: Vraag 1: Wat zag jij allemaal in de vorige film gebeuren? Vraag 2: Was dit ook een stop-motion film denk je? Waarom? Vraag 3: Welk personage vond je in de film het leukst? En wie het stomst of gemeenst? Leg vervolgens uit dat de film gaat over de (bescherming van de) natuur. Vraag aan de leerlingen welk personage de natuur wel beschermde en welk personage niet. Vraag tot slot wat de leerlingen zelf doen om de natuur te beschermen.


Slide 17: De leerlingen bespreken in tweetallen waar de films over gingen. Vervolgens wordt er een overkoepelende samenvatting gegeven en mogen de leerlingen tot slot hun eigen verhaal bedenken over een dier in een Wonderlijke Wereld.

Slide 18: Dit was het einde van de les. Klik op de link voor meer informatie over het educatieprogramma van Cinekid.

Éléments de cette leçon

Wonderlijke Werelden

Slide 1 - Diapositive

In deze les genaamd Wonderlijke Werelden is er voorbereidend en afsluitend lesmateriaal voor vijf verschillende korte animatiefilms.
Vraag
Extra informatie
Opdracht
Kijk
Luister

Slide 2 - Diapositive

Tijdens de les kunnen de volgende iconen voorbij komen. De betekenis ervan is op deze pagina weergegeven. 
Bekijk de plaatjes uit de films die jullie gaan kijken.
Wat zie je en wat valt je op? Kun je misschien al bedenken waar de films over gaan?

Slide 3 - Diapositive

- Laat de leerlingen rustig naar de afbeeldingen uit de films kijken.
- Vraag naar wat ze zien of wat ze opvalt. Bijvoorbeeld: in twee films zie je regen, er zijn twee soorten 'paraplu's', je ziet veel dieren, er zit een film tussen die met echte poppetjes zijn gemaakt terwijl de andere films allemaal zijn getekend, etc.
- Vraag waar ze denken dat de films over zouden kunnen gaan. Wat zou er bijvoorbeeld met het vogeltje in de kooi aan de hand kunnen zijn? Alles kan en mag!

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voelde je tijdens het kijken van het filmpje?
Hoe denk je dat het vogeltje zich voelde?
Waar is het vogeltje volgens jou bang voor? 
Ben jij wel eens bang voor iets? Voor wat?
Op de volgende pagina kan de film in zijn geheel worden bekeken. Denk jij dat het vogeltje over zijn angsten heen gaat komen?

Slide 5 - Diapositive

Bespreek met behulp van onderstaande vragen het zojuist bekeken fragment:

- Vraag wat de leerlingen voelden tijdens het kijken van het filmpje.
- Bespreek aansluitend daarop hoe de leerlingen denken dat het vogeltje zich voelde. Antwoord: het vogeltje is erg bang.
- Ga daarna na waar zij denken dat het vogeltje bang voor is. 
- Bespreek tot slot of de leerlingen zelf ook wel eens bang zijn voor iets en waarvoor ze dan bang zijn.

Op de volgende pagina kan de film in zijn geheel worden bekeken. Geef hen daarbij nog een kijkvraag mee: denken de leerlingen dat het vogeltje over zijn angsten heen gaat komen in de film?

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Is jullie iets bijzonders opgevallen aan de film? Tip: kijk goed naar het plaatje!
Klopte jouw voorspelling? Was het vogeltje aan het eind van de film nog bang?
Op de volgende pagina gaan we naar een andere film kijken waarin alles helemaal getekend is, let maar eens goed op!

Slide 7 - Diapositive

Er wordt besproken in hoeverre de verwachting van de leerlingen is uitgekomen: is het vogeltje wel of niet over zijn angsten gekomen? Antwoord: jazeker, uiteindelijk vliegt het gele vogeltje vrolijk door de lucht en heeft hij geen hoogtevrees meer!

Vraag de leerlingen vervolgens of ze iets is opgevallen aan de film. Antwoord: Binnen de film is gebruik gemaakt van beelden uit de echte wereld (gebouwen, planten, etc.), terwijl de twee vogels getekend zijn.

Op de volgende pagina gaan we naar een film kijken waarin alles getekend is, let maar eens goed op!

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Personages
Een personage is iemand in de film. Dit kan een mens zijn, maar ook een dier of een verzonnen wezen! Op deze foto zie je vijf personages uit de film: de vier marmotten en de steenbok.
Wat vond je van het filmpje? Vond je het grappig, verdrietig, eng? Waarom?
In het filmpje was ook nog een zesde personage te zien. Weet jij nog wie dat was?
Op de volgende pagina gaan de leerlingen kijken naar een andere film. Ben benieuwd of jullie daarbij hetzelfde gaan voelen als bij de film De Marmotten!

Slide 9 - Diapositive

- Vraag aan de leerlingen wat ze van de film vonden.
- Leg vervolgens aan de hand van de informatie-knop uit wat personages zijn. Laat middels de afbeelding zien dat er vier marmotten en een steenbok te zien zijn.
- Vraag daarna of de leerlingen in het filmpje ook nog een ander personage hebben gezien. Antwoord: er was ook nog een mammoet die uit het grote blok ijs kwam en alle wortels op at!

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurde er in de film? Was het verhaal net als de vorige film grappig?
Hoe denk jij dat het meisje in de film zich voelde?
Waaraan kon je dat zien of horen? Er werd namelijk bijna niet gepraat!
Laat zien hoe jij eruit ziet als je blij, boos, verdrietig, bang of verliefd bent zonder daarbij te praten!
Op de volgende pagina gaan jullie een film kijken die op een bijzondere manier gemaakt is, let maar eens goed op!

Slide 11 - Diapositive

Bespreek de verdiepende vragen die behoren bij de zojuist bekeken film.
1. Eigen antwoord
2. Antwoord: het meisje is bang voor de regen. Maar onder de baard van haar vader heeft ze daar geen last van en is ze juist hartstikke vrolijk!
3. Antwoord: je kon het horen aan de muziek en zien aan de gezichten en lichaamshoudingen. 
4. Oefening: de leerlingen kunnen hun gezichten en lichamen gebruiken om verschillende emoties uit te beelden. Er mag daarbij niet gepraat worden! De andere leerlingen moeten raden welke emoties het zijn. 

Op de volgende pagina gaan de leerlingen een film bekijken die op een bijzondere manier gemaakt is, let maar eens goed op!.

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Stop-motion
Bij stop-motion films wordt er vaak gebruik gemaakt van geknutselde poppetjes. Deze lijken zelf te bewegen doordat de makers van de film heel veel foto's achter elkaar hebben gemaakt nadat ze bij elke foto de poppetjes een klein beetje verplaatsen. Als je dan al deze foto's snel achter elkaar ziet, dan lijkt het wel alsof de poppetjes bewegen! 
Wat vond je van de film? Waarom?
Op de volgende pagina kun je zien hoe een stop-motion film gemaakt wordt.
Zag deze film er anders uit dan de vorige film? Welk verschil zie je?

Slide 13 - Diapositive

Bespreek met behulp van de vragen het vorige fragment.
1. Eigen antwoord.
2. Antwoord: ja de film zag er anders uit! Bij de vorige film was alles getekend, terwijl er bij deze film echte poppetjes zijn gebruikt van klei, stof en andere materialen. Deze laatste film wordt ook wel een stop-motion film genoemd.

Leg vervolgens aan de hand van de informatie-knop uit wat stop-motion betekent en bekijk het fragment op de volgende pagina.

Slide 14 - Vidéo

De leerlingen bekijken een fragment van Klokhuis over hoe stop-motion wordt gemaakt.

Let op: het fragment start en stopt automatisch op het juiste moment.

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zag jij allemaal in de vorige film gebeuren?
Welk personage vond je in de film het leukst? En wie het stomst of gemeenst? 
Was dit ook een stop-motion film denk je? Waarom?
De film ging over de natuur en het beschermen ervan. Welk personage beschermde de natuur wel en welk personage niet?
Wat doe jij zelf om de natuur te beschermen?

Slide 16 - Diapositive

Met behulp van verdiepende vragen wordt het zojuist bekeken fragment besproken.
1. Eigen antwoord van de leerling.
2. Nee, dit was geen stop-motion film. De poppetjes in de film zijn namelijk getekend en niet geknutseld van bijvoorbeeld klei of papier!
3. Eigen antwoord van de leerling.
4. Het hoofdpersonage en zijn vriend probeerden het afval uit het water op te ruimen. Er was ook een personage die juist afval in het water gooide en een boot had die voor vieze lucht zorgde.
5. Eigen antwoord leerling.
Bespreek in tweetallen waar de verschillende films over gingen en wat jouw favoriete film was en waarom.
Bedenk je eigen verhaal over een dier in een Wonderlijke Wereld. Is het een zeehond in de woestijn, een giraffe met een nek die langer is dan een flatgebouw of een mier die graag naar de andere kant van de wereld wilt zwemmen? Alles kan en mag!

Slide 17 - Diapositive

Vraag de leerlingen om in tweetallen te bespreken waar de films over gingen en om te kiezen wat hun favoriete film was en waarom. 

Vertel vervolgens dat de verschillende films zich allemaal afspelen in Wonderlijke Werelden: Het getekende vogeltje begeeft zich opeens in de echte wereld, een meisje wordt in een mandje door een paraplu afgeleverd bij een huis en beleeft vervolgens met haar vader en hond een groot avontuur, vier koeien ontmoeten een varken die hen leert te genieten van regen en modder, twee kinderen drijven weg op het dak van een huis en ontmoeten vervolgens een walvis en een ijsbeer, en een steenbok probeert zijn grot vol wortels te bewaken voor marmotten. In alle films zitten dus dieren die zich in een Wonderlijke Wereld begeven!

De leerlingen mogen vervolgens als afsluitende opdracht hun eigen verhaal bedenken waarin een dier zich in een Wonderlijke Wereld begeeft. Alles kan en mag! De leerlingen mogen zelf bepalen of ze hun verhaal willen opschrijven of tekenen. Of dat ze een poppetje willen kleien, net als bij stop-motion!
Tot ziens op Cinekid! 
Deze les is onderdeel van het educatieprogramma van het Cinekid Festival.
Klik hier voor meer informatie.

Slide 18 - Diapositive

Dit was het einde van het lesmateriaal omtrent de Wonderlijke Werelden.
Klik op de link voor meer informatie over het educatieprogramma van Cinekid.