Les 4.7 Ik heb een klacht

Les 4.7 Ik heb een klacht

NT2 - boek thema 4, les 4.7

We beginnen samen met:

• de instructie (we lezen de tekst;)
• we bespreken de blauwe woorden;
• we maken samen opdracht 59, 61 en 65

Dan maak je zelf:

• De opdrachten 62, 63, 66, 67 en 68

Je bestelt iets online. Wanneer
heb jij een klacht?

de klacht

• als je ergens niet blij mee bent;
• als je ergens ontevreden over bent;
• Zin: Mijn nieuwe telefoon is nu al stuk! Ik dien een klacht in bij de winkel.

de bestelling

• iets wat je koopt op internet;
• werkwoord: bestellen
• Zin: Mijn bestelling is niet op tijd bij mij geleverd.

beloven (werkwoord)

• ik beloof, hij beloofd, wij hebben beloofd;
• Als je zeg dat je iets gaat doen, wat je ook echt gaat doen.

• Zin: Mijn docent belooft dat de winnaar van de quiz een cadeau krijgt.

onmiddellijk

• direct;
• nu;
• meteen;
• Zin: Geef onmiddellijk mijn tas terug!

reageren (werkwoord)

• ik reageer, hij reageert, wij hebben gereageerd;
• als je iets zegt, omdat iemand anders iets tegen jou zegt;
• als je iets doet, omdat iemand anders iets tegen jou doet;
• Zin: Ik reageer altijd direct op jouw bericht.

tevreden

• als je blij bent;
• als je geen klachten hebt;
• als je iets goed vindt;
• Zin: Ik ben tevreden over de les die de docent geeft.

leveren (werkwoord)

• ik lever, hij leverde, wij hebben geleverd;
• spullen aan iemand geven;
• gebruik je vaak bij een winkel die iets aan jou moet geven;
• Zin: Dit bedrijf levert altijd heel snel de spullen bij de mensen.

Opdracht 61: Wat is het antwoord?

Je leest de vraag. Zoek het antwoord in de tekst.

Hoelang wacht Karel de Goei al op de kinderstoel?

1. twee dagen
2. 1 week
3. elf dagen

Hoe voelt Karel zich?

1. Hij is verdrietig.
2. Hij is blij.
3. Hij is boos.

Welke zin laat zien dat Karel boos is?

Wanneer wil Karel de stoel ontvangen?

1. op woensdag
2. voor woensdag
3. na woensdag

Krijgt Karel de stoel deze week?

1. Ja, want de winkel krijgt deze week nieuwe kinderstoelen.
2. Ja, want Thomas gaat een nieuwe stoel voor hem bestellen.
3. Nee, want de stoelen in de winkel zijn op.

Wat krijgt Karel bij een volgende bestelling?

1. geld
2. korting
3. een andere stoel

Opdracht 65: Wat hoor je?

Luister naar de docent. Wat hoor je? Schrijf de zinnen op.

NT2 - boek thema 4, les 4.7

We beginnen samen met:

• de instructie (we lezen de tekst;)
• we bespreken de blauwe woorden;
• we maken samen opdracht 59, 61 en 65

Dan maak je zelf:

• De opdrachten 62, 63, 66, 67 en 68