4.2 en 4.3 / Allerlei formules & grafieken en formules bij hetzelfde verband- 4K

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Welkom   wiskunde!

Wat gaan we doen?

● Lesdoel bespreken

● Terugblik: 4.1

● Theorie: 4.2 en 4.3

● Zelfstandig werken
● Huiswerk en afsluiting

bij

We gaan zo starten.

Leg je
wiskunde-
spullen op tafel.

De video is te starten bij de binnenkomst

Lesdoel

Je kan bepalen aan de hand van een formule
of deze formule toepasbaar is in een specifiek geval.

Je kan in een assenstelsel weergeven hoe je terug in de tijd gaat.

Je kan vragen beantwoorden over assenstelsels
 die terug gaan in de tijd.

H4: Grafieken &vergelijking

Vk Formules & vergelijkingen

1. Omgekeerd evenredig

2. Allerlei formules en           
    grafieken

3. Formules bij hetzelfde
     verband

4. Vergelijkingen oplossen

H3: Afstanden en hoeken

VK Hoeken en Goniometrie

1. Tekenen in perspectief

2. Coördinaten i.d. ruimte

3. Zijden berekenen in een
     driehoek

4. Hellingspercentage

5. Goniometrie en hoeken

6. Hoeken in vlakke figuren

7. Berekeningen i.d. ruimte

Lesdoel

Je kunt bepalen of een formule hetzelfde verband beschrijven
 (gelijkwaardig zijn).

H4: Grafieken &vergelijking

Vk Formules & vergelijkingen

1. Omgekeerd evenredig

2. Allerlei formules en grafieken

3. Formules bij hetzelfde
     verband

4. Vergelijkingen oplossen

H3: Afstanden en hoeken

VK Hoeken en Goniometrie

1. Tekenen in perspectief

2. Coördinaten i.d. ruimte

3. Zijden berekenen in een
     driehoek

4. Hellingspercentage

5. Goniometrie en hoeken

6. Hoeken in vlakke figuren

7. Berekeningen i.d. ruimte

Recht- of omgekeerd evenredig

1.

2.

4.2: Allerlei formules en grafieken 

4.2

4.3: Formules bij hetzelfde verband

B=15+2a

a=​2​​B−15​​

B=15+2a

a=​2​​B−15​​

a=5 invullen

B=15+2a

B=15+2a

a=​2​​B−15​​

a=5 invullen

B=15+2a

B=15+2⋅5

a=​2​​B−15​​

a=5 invullen

B=15+2a

B=15+2⋅5=25

a=​2​​B−15​​

a=5 invullen

B=15+2a

B=15+2⋅5=25

a=​2​​B−15​​

a=5 invullen    =>    B=25

B=15+2a

B=15+2⋅5=25

a=​2​​B−15​​

a=​2​​B−15​​

a=5 invullen    =>    B=25

B=15+2a

B=15+2⋅5=25

a=​2​​B−15​​

a=​2​​B−15​​

B=25

a=5 invullen    =>    B=25

B=15+2a

B=15+2⋅5=25

a=​2​​B−15​​

a=​2​​25−15​​

B=25

a=5 invullen    =>    B=25

B=15+2a

B=15+2⋅5=25

a=​2​​B−15​​

a=​2​​25−15​​=5

B=25

a=5 invullen    =>    B=25

B=15+2a

B=15+2⋅5=25

a=​2​​B−15​​

a=​2​​25−15​​=5

B=25

a=5

a=5 invullen    =>    B=25

B=15+2a

B=15+2⋅5=25

a=​2​​B−15​​

a=​2​​25−15​​=5

B=25

a=5

a=10 invullen

a=5 invullen    =>    B=25

B=15+2a

B=15+2⋅5=25

a=​2​​B−15​​

a=​2​​25−15​​=5

B=25

a=5

B=15+2a

a=10 invullen

a=5 invullen    =>    B=25

B=15+2a

B=15+2⋅5=25

a=​2​​B−15​​

a=​2​​25−15​​=5

B=25

a=5

B=15+2⋅10

a=10 invullen

a=5 invullen    =>    B=25

B=15+2a

B=15+2⋅5=25

a=​2​​B−15​​

a=​2​​25−15​​=5

B=25

a=5

B=15+2⋅10=35

a=10 invullen

a=5 invullen    =>    B=25

B=15+2a

B=15+2⋅5=25

a=​2​​B−15​​

a=​2​​25−15​​=5

B=25

a=5

B=15+2⋅10=35

a=10 invullen    =>    B=35

a=5 invullen    =>    B=25

B=15+2a

B=15+2⋅5=25

a=​2​​B−15​​

a=​2​​25−15​​=5

B=25

a=5

B=15+2⋅10=35

a=​2​​B−15​​

a=10 invullen    =>    B=35

a=5 invullen    =>    B=25

B=15+2a

B=15+2⋅5=25

a=​2​​B−15​​

a=​2​​25−15​​=5

B=25

a=5

B=15+2⋅10=35

a=​2​​B−15​​

B=35

a=10 invullen

a=10 invullen    =>    B=35

a=5 invullen    =>    B=25

B=15+2a

B=15+2⋅5=25

a=​2​​B−15​​

a=​2​​25−15​​=5

B=25

a=5

B=15+2⋅10=35

a=​2​​35−15​​

B=35

a=10 invullen    =>    B=35

a=5 invullen    =>    B=25

B=15+2a

B=15+2⋅5=25

a=​2​​B−15​​

a=​2​​25−15​​=5

B=25

a=5

B=15+2⋅10=35

a=​2​​35−15​​=10

B=35

a=10 invullen    =>    B=35

a=5 invullen    =>    B=25

B=15+2a

B=15+2⋅5=25

a=​2​​B−15​​

a=​2​​25−15​​=5

B=25

a=5

B=15+2⋅10=35

a=​2​​35−15​​=10

B=35

a=10

a=10 invullen    =>    B=35

a=5 invullen    =>    B=25

Het klopt bij 2 getallen

B=15+2a

B=15+2⋅5=25

a=​2​​B−15​​

a=​2​​25−15​​=5

B=25

a=5

B=15+2⋅10=35

a=​2​​35−15​​=10

B=35

a=10

a=10 invullen    =>    B=35

a=5 invullen    =>    B=25

Het klopt bij 2 getallen, dus de formules beschrijven hetzelfde verband.

B=15+2a

B=15+2⋅5=25

a=​2​​B−15​​

a=​2​​25−15​​=5

B=25

a=5

B=15+2⋅10=35

a=​2​​35−15​​=10

B=35

a=10

a=10 invullen    =>    B=35

a=5 invullen    =>    B=25

Het klopt bij 2 getallen, dus de formules beschrijven hetzelfde verband.

B=15+2⋅5=25

a=​2​​25−15​​=5

B=25

a=5

B=15+2⋅10=35

a=​2​​35−15​​=10

B=35

a=10

a=10 invullen    =>    B=35

a=5 invullen    =>    B=25

B=15+2a

a=​2​​B−15​​

en

aanpak

1. vul een willekeurig getal in in formule 1
2. vul de uitkomst in in formule 2
3. klopt dit met elkaar?
4. vul nog een ander willekeurig getal in in formule 1
5. vul de uitkomst in in formule 2
6. klopt dit weer?

aanpak

1. vul een willekeurig getal in in formule 1
2. vul de uitkomst in in formule 2
3. klopt dit met elkaar?
4. vul nog een ander willekeurig getal in in formule 1
5. vul de uitkomst in in formule 2
6. klopt dit weer? Ja -> ze horen bij hetzelfde verband

aanpak

1. vul een willekeurig getal in in formule 1
2. vul de uitkomst in in formule 2
3. klopt dit met elkaar?
4. vul nog een ander willekeurig getal in in formule 1
5. vul de uitkomst in in formule 2
6. klopt dit weer? Ja -> ze horen bij hetzelfde verband
                                   Nee -> ze horen niet bij hetzelfde verband

Verschillende verbanden

Kun jij ze herkennen?

0

Verwerkingsopdracht

Maken:

Paragraaf 4.2 

27,29,31,32,33,34,37,39 en 40

Nakijken:

Huiswerk van H4 tot nu toe.

Zs

Zf

Zf

Huiswerk bespreken

Extra uitleg

kwadratisch verband

lineair verband

machtsverband

periodiek verband

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.