7.2

Het atoommodel 
Stoffen --> Moleculen --> Atomen --> nóg kleinere deeltjes


1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Het atoommodel 
Stoffen --> Moleculen --> Atomen --> nóg kleinere deeltjes


Slide 1 - Diapositive

Atoombouw
Een atoom is opgebouwd uit:
- een positieve kern
- een negatieve wolk 

In de kern zitten:
protonen en neutronen

In de wolk zitten: 
elektronen 

Slide 2 - Diapositive

Atoombouw
Deeltje
Lading
Massa
Plaats
Proton (p)
+1
1 u
Kern
Neutron (n)
0
1 u
Kern
Elektron (e-)
-1
0 u
Schil

Slide 3 - Diapositive

Atoomnummer
Het atoomnummer (zie PS) geeft het aantal protonen aan én ook het aantal elektronen. Deze zijn gelijk aan elkaar. 

Bv. ijzer heeft atoomnummer 26. IJzer heeft dus 26 protonen en 26 elektronen. 

Dit komt omdat de protonen positief zijn en de elektronen negatief. Dat heft elkaar op! 

Slide 4 - Diapositive

Massagetal 
Het massagetal (zie PS) geeft het aantal protonen + neutronen aan. 

Bijvoorbeeld: lithium heeft 3 protonen en 4 neutronen. Wat is de totale massa van lithium in u? 

Slide 5 - Diapositive

Een atoom heeft 10 protonen in zijn kern. Dit is een atoom
A
stikstof
B
neon
C
boor
D
dat kan je niet weten

Slide 6 - Quiz

Een atoom heeft altijd evenveel elektronen als protonen. Een atoom is daarom een ... deeltje.
A
Geladen
B
Ongeladen

Slide 7 - Quiz

Het massagetal van een atoom geeft het aantal ... in de kern van het atoom.
A
elektronen + neutronen
B
protonen
C
neutronen
D
protonen + neutronen

Slide 8 - Quiz

Een atoom heeft 5 protonen in zijn kern. Welk atoom is dit?
A
stikstof
B
neon
C
boor
D
dat kun je niet weten

Slide 9 - Quiz

Een atoom heeft 12 protonen en 12 neutronen. Welk atoom is dit?
A
Koolstof
B
Magnesium
C
Chroom
D
Natrium

Slide 10 - Quiz

Atomen staan in het periodiek systeem. Hoe heten de atomen in groep 17?
A
Halogenen
B
Edelgassen
C
Onedele metalen
D
Edele metalen

Slide 11 - Quiz

Een atoom bestaat uit...
A
Een kern en een elektronenwolk
B
Een harde knikker
C
Een zon met daar omheen planeten
D
Gel

Slide 12 - Quiz

Wat is het atoomnummer van dit atoom?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz

Een atoom heeft atoomnummer 1.
Hoe heet dit atoom?
A
Waterstof
B
Helium
C
Lithium
D
Daar heb je te weinig informatie voor

Slide 14 - Quiz

Een atoom heeft atoomnummer 20.
Hoe heet dit atoom?
A
Krypton
B
Natrium
C
Zuurstof
D
Calcium

Slide 15 - Quiz