H7.2 Atoombouw

Vandaag: 
Bespreken opgaves 7.1
Uitleg paragraaf 7.2
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vandaag: 
Bespreken opgaves 7.1
Uitleg paragraaf 7.2

Slide 1 - Diapositive

Het atoommodel 
Stoffen --> Moleculen --> Atomen --> nóg kleinere deeltjes


Slide 2 - Diapositive

Atoombouw
Een atoom is opgebouwd uit:
- een positieve kern
- een negatieve wolk 

In de kern zitten:
protonen en neutronen

In de wolk zitten: 
elektronen 

Slide 3 - Diapositive

Atoombouw
Deeltje
Lading
Massa
Plaats
Proton (p)
+1
1 u
Kern
Neutron (n)
0
1 u
Kern
Elektron (e-)
-1
0 u
Schil

Slide 4 - Diapositive

Atoomnummer
Het atoomnummer (zie PS) geeft het aantal protonen aan én ook het aantal elektronen. Deze zijn gelijk aan elkaar. 

Bv. ijzer heeft atoomnummer 26. IJzer heeft dus 26 protonen en 26 elektronen. 

Dit komt omdat de protonen positief zijn en de elektronen negatief. Dat heft elkaar op! 

Slide 5 - Diapositive

Massagetal 
Het massagetal (zie PS) geeft het aantal protonen + neutronen aan. 

Bijvoorbeeld: lithium heeft 3 protonen en 4 neutronen. Wat is de totale massa van lithium in u? 

Slide 6 - Diapositive

Doe mee
Klascode 4mavo: vjrab

Slide 7 - Diapositive

Het atoomnummer is het aantal...
A
protonen van een atoom
B
neutronen van een atoom
C
elektronen van een atoom
D
protonen en elektronen van een atoom

Slide 8 - Quiz

Waar staat het atoomnummer voor?
A
Het aantal Neutronen in de kern
B
Het aantal Elektronen in de kern
C
Het aantal Protonen in de kern
D
Het aantal Protonen + Neutronen

Slide 9 - Quiz

Zoek op:
Het atoomnummer van zuurstof
A
6
B
8
C
12
D
16

Slide 10 - Quiz

Wat is het atoomnummer van deze stof?
A
2 (Helium)
B
4 (Beryllium)
C
6 (Koolstof)
D
8 (Zuurstof)

Slide 11 - Quiz

Welk deeltje doet niet mee met het massagetal?
A
Proton
B
Neutron
C
Elektron

Slide 12 - Quiz

protonen + neutronen = massagetal
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz


Goud met een massagetal van 197 heeft:
A
79 protonen 79 elektronen 197 neutronen
B
79 protonen 118 elektronen 197 neutronen
C
79 protonen 79 elektronen 118 neutronen
D
197 protonen 197 elektronen 79 neutronen

Slide 14 - Quiz

Wat is de overeenkomst tussen Pb met massagetal 206 en Pb met massagetal 208?
A
Hetzelfde aantal protonen
B
Hetzelfde aantal neutronen
C
Hetzelfde aantal elektronen
D
Er zijn geen overeenkomsten

Slide 15 - Quiz

Maken
1 t/m 10 (b.z 22) in je boek

Slide 16 - Diapositive