9.2 Goed geregeld - 25/03

9.2 Goed geregeld
Je leert over hoe de hoeveelheid stoffen in je bloed constant blijft.
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

9.2 Goed geregeld
Je leert over hoe de hoeveelheid stoffen in je bloed constant blijft.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doet deze persoon?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 9.2 
- Je leert over hoe de hoeveelheid stoffen in je bloed constant blijft
- Je kunt opnoemen welke organen afvalstoffen uit je lichaam verwijderen.
- Je kunt beschrijven wat er gebeurt als je te veel of te weinig glucose in je bloed hebt.
- Je kunt uitleggen wat er aan de hand is bij iemand met suikerziekte.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er in je lichaam?
Er gebeurt van alles in je lichaam, de omstandigheden veranderen in je lichaam.
Je lichaam reageert hierop op 2 manieren:
  1.  Je lichaam verwijdert stoffen waarvan er teveel in je bloed zitten
  2. Je lichaam vult de stoffen aan waarvan er te weinig in je bloed zitten

Zo houdt je lichaam de hoeveelheid stoffen constant (= gelijk/ hetzelfde)


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitscheiding
Door:
  • Huid
  • Nieren
  • Lever
  • Longen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe regel je de hoeveelheid glucose in je bloed?
- Je lichaam heeft glucose nodig!!
(voor verbranding)
- Glucose haal je uit je voedsel, maar je hoeft niet de hele dag te eten. 

Je lichaam regelt zelf dat je de juiste hoeveelheid glucose in je bloed hebt. Hoe?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Glucoseregeling
Geregeld door:
  • Hormonen - regelstoffen in je lichaam
  • Insuline en glucagon - gemaakt door de alvleesklier
  • Lever - meet glucosegehalte in het bloed
  • te weinig glucose gemeten in de lever
  • te veel glucose gemeten in de lever

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lever en alvleesklier

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoog vs laag glucose gehalte

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar worden de hormonen insuline en glucagon gemaakt?
A
In de lever
B
In de bijnieren
C
In de hypofyse
D
In de alvleesklier

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn glucagon en insuline?
A
Stoffen
B
Organen
C
Hormonen
D
Klier

Slide 12 - Quiz

Danae: wat zijn glucagon en insuline
Wanneer heb je suikerziekte?
Suikerziekte/ diabetes: bij mensen die dit hebben maakt de alvleesklier niet genoeg insuline.


Bij iemand met suikerziekte wordt de glucose dus uitgescheiden en niet opgeslagen! Er is te weinig glucose voor de verbranding. Hierdoor zijn patiënten vaker en sneller moe.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Diabetes
Type 1:
  • Geen of minder aanmaak insuline
Type 2:
  • Cellen reageren niet of nauwelijks op insuline

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat te doen bij suikerziekte?
Om glucosetekort te voorkomen moeten diabetespatiënten zelf de glucose in hun bloed regelen.
  • Meten 
  • Insuline inspuiten als de hoeveelheid glucose in het bloed te hoog is.
  • Snel iets eten of drinken als de hoeveelheid glucose in het bloed te laag is.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 2

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat de lever allemaal doet in je lichaam.
- Je kunt de ligging en functie van je nieren beschrijven. 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitscheiding
Door:
  • Huid: zout en water
  • Nieren: water, zouten, vitamines (B en C) en afvalstoffen
  • Lever: Kleurstoffen, alcohol, andere afvalstoffen
  • Longen: koolstofdioxide en water

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doen je nieren?
Afvalstoffen zijn:
  1. Giftige stoffen en afbraakstoffen
  2.  Overtollige zouten en vitaminen
  3. Overbodige stoffen zoals kleurstoffen 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk hormoon kan zijn werk niet goed doen bij iemand met suikerziekte?
A
glycogeen
B
insuline
C
glucagon
D
bilirubine

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk mineraal wordt in de lever opgeslagen?
A
fluor
B
calcium
C
fosfor
D
ijzer

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de volgorde waarin een afvalstof je lichaam verlaat?
A
nierslagader > nier > urineleider > blaas > urinebuis > wc
B
nierslagader > nier > urinebuis > blaas > urineleider > wc
C
nierslagader > nier > urineleider > urinebuis > blaas > wc
D
nierslagader > nier > urinebuis > urineleider > blaas > wc

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig aan de slag
- maak de opdrachten 9.2 af
- ben je klaar? je mag bezig met een andere vak

timer
1:00

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doet de lever?
De lever haalt stoffen uit je bloed en geeft weer andere stoffen af.

De lever krijgt bloed uit 2 bloedvaten:
  1.  De leverslagader voert bloed met zuurstof aan.
  2. De poortader voert bloed met voedingsstoffen aan vanaf de dunne darm.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doet je lever?
  • Opbouwen en omzetten
  • Afbreken
  • Afvoeren
  • Opslaan

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig aan de slag
- maak de opdrachten 9.2 af
- ben je klaar? je mag bezig met een andere vak

timer
1:00

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions