Verfijning van het atoommodel van Bohr

2.1. De elektronenmantel
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
ChemieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

2.1. De elektronenmantel

Slide 1 - Diapositive

3.1. Atoommodel van Bohr

  • vullen van binnen naar buiten
  • laagst mogelijke energie

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Op de L schil zitten er altijd 8 elektronen.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

De binnenste schillen hebben het hoogste energie niveau.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Hoeveel subniveaus vinden we terug op de M-schil?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quiz

3.2.1.Subniveaus (Sommerfeld) p. 28
  • 4 subschillen (s, p, d, f)
  • elke subschil heeft een ander energieniveau
  • aantal subschillen per schil = schilnummer (max. 4)
  • max. aantal elektronen per subschil

Slide 9 - Diapositive

Hoeveel elektronen zijn er maximaal aanwezig in de p-subschil?
A
2
B
6
C
10
D
14

Slide 10 - Quiz

3.2.2.Magnetische niveaus (p. 29)
  • per magnetisch niveau maximaal 2 elektronen
  • aantal magnetische niveaus per subniveau = (max. aantal elektronen)/2
  • voorgesteld door hokjes

Slide 11 - Diapositive

Hoeveel elektronen bevat een magnetisch niveau maximaal?
A
2
B
6
C
10
D
14

Slide 12 - Quiz

Hoeveel magnetische niveaus bevat het f-subniveau maximaal?
A
3
B
5
C
7
D
14

Slide 13 - Quiz

3.2.3. Spin van een elektron (p. 29)

Slide 14 - Diapositive

3.2.4. De regel van Pauli (p. 30)

Slide 15 - Diapositive

3.3. Het golfmechanisch atoommodel (p. 31)

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

orbitaal (= gebied waarbinnen de waarschijnlijkheid om het elektron aan te treffen 90% is)
  • elk magnetisch niveau wordt voorgesteld door een orbitaal
  • grootte --> hoofdniveau
  • vorm --> subniveau (s bol, p halter, d en f ingewikkelde vormen)
  • oriëntatie --> magnetisch niveau 

Slide 18 - Diapositive

Als twee orbitalen dezelfde vorm en grootte maar een verschillende oriëntatie hebben dan is hun energie niveau gelijk.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo