Nederlands Thema 3 moeilijke woorden

Thema 3 Belangrijke woorden
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Thema 3 Belangrijke woorden

Slide 1 - Diapositive

Via Vervolg
Thema 3
Planten en dieren
Hoofdstuk 1 Belangrijke woorden



Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Lees blz. 202 en 203
Welke woorden zijn moeilijk?

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Vidéo

Vertel in je eigen woorden wat een ecoduct is.

Slide 7 - Question ouverte

zich voortplanten

Slide 8 - Diapositive

Wat betekent het volgende woord?
Zich voortplanten
A
Het vies worden
B
Kinderen of jongen krijgen
C
De voorspelling hoe het weer zal zijn
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 9 - Quiz

de vervuiling

Slide 10 - Diapositive

vervuiling is?

Slide 11 - Carte mentale

vegetarisch
uitsterven

Slide 12 - Diapositive

Wat betekent het volgende woord?
Uitsterven
A
Een groot bos in een warm gebied op aarde
B
Een van de vier delen van het jaar
C
Het ophouden te bestaan van een plant of dier
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 13 - Quiz

welke dieren kunnen snel uitsterven

Slide 14 - Question ouverte

het seizoen
het regenwoud

Slide 15 - Diapositive

welke 4 seizoenen ken jij?

Slide 16 - Question ouverte

De winter is het meest koude _____.
A
Landschap
B
Milieu
C
Weersverwachting
D
Seizoen

Slide 17 - Quiz

de natuur
het milieu

Slide 18 - Diapositive

Wat betekent het volgende woord?
De natuur
A
Alle grond, lucht en water om ons heen
B
Alles wat niet door mensen is gemaakt
C
Een grote zee tussen twee oceanen
D
Opnieuw gebruiken

Slide 19 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
Het milieu
A
Alle grond, lucht en water om ons heen
B
Alles wat niet door mensen is gemaakt
C
Een grote zee tussen twee oceanen
D
Opnieuw gebruiken

Slide 20 - Quiz

het landschap
het klimaat

Slide 21 - Diapositive

Wat betekent het volgende woord?
Het landschap
A
Apart inzamelen van afval
B
Op een natuurlijke manier gemaakt
C
Het soort weer van een land
D
Hoe een stuk land eruitziet

Slide 22 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
Het Klimaat
A
Apart inzamelen van afval
B
Op een natuurlijke manier gemaakt
C
Het soort weer van een land
D
Hoe een stuk land eruitziet

Slide 23 - Quiz

recyclen
de oceaan

Slide 24 - Diapositive

Wat betekent het volgende woord?
oceaan
A
Alle grond, lucht en water om ons heen
B
Alles wat niet door mensen is gemaakt
C
Een grote zee tussen twee werelddelen
D
Opnieuw gebruiken

Slide 25 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
Recyclen
A
Alle grond, lucht en water om ons heen
B
Alles wat niet door mensen is gemaakt
C
Een grote zee tussen twee oceanen
D
Opnieuw gebruiken

Slide 26 - Quiz

biologisch
de afvalscheiding

Slide 27 - Diapositive

welk afval gooien jullie apart weg?

Slide 28 - Carte mentale

Bij _____ doe je glas in de glasbak.
A
Weersverwachting
B
Afvalscheiding
C
Vervuiling
D
Voortplanten

Slide 29 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
De vervuiling
A
Het vies worden
B
Kinderen of jongen krijgen
C
De voorspelling hoe het weer zal zijn
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 30 - Quiz

weersverwachting

Slide 31 - Diapositive

wat hoort bij het weer

Slide 32 - Carte mentale

Wat betekent het volgende woord?
De weersverwachting
A
Het vies worden
B
Kinderen of jongen krijgen
C
De voorspelling hoe het weer zal zijn
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 33 - Quiz

Wat is Fauna?

Slide 34 - Question ouverte

Wat is Flora?

Slide 35 - Question ouverte

Ken je een zeldzaam dier?

Slide 36 - Question ouverte

Als een boer zijn gewassen van het land haalt dan noem je dat....

Slide 37 - Question ouverte

Waarom wordt het land bemest?

Slide 38 - Question ouverte

Wat is het portfolio
Wat is het portfolio
Het portfolio wat jij zelf gaat samenstellen is bedoeld om je ontwikkeling van je competenties
zichtbaar te maken door middel van bewijsstukken. Het wordt een belangrijk toetsmiddel dat
jij zelf gaat vullen met relevant bewijsmateriaal. Het laat zien hoe competent je bent.

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Thema 3 Belangrijke woorden
Iedereen
lezen 
blz 202-203

Maken
opdracht 1-4
Portfolio-opdracht collage

PC 
thema 3 belangrijke woorden

Slide 43 - Diapositive