Breuken vermenigvuldigen

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 8

Breuken vermenigvuldigen

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je breuken met elkaar vermenigvuldigen.

Introduceer het leerdoel van de les aan de leerlingen.

Wat weet je al over het vermenigvuldigen van breuken?

Wat zijn breuken?

Breuken zijn getallen die de verhouding tussen een deel en een geheel aangeven. Ze bestaan uit een teller en een noemer, bijvoorbeeld 3/4.

Leg uit wat breuken zijn en hoe ze geschreven worden.

Hoe vermenigvuldig je breuken?

Om breuken met elkaar te vermenigvuldigen, vermenigvuldig je eerst de tellers met elkaar en daarna de noemers met elkaar. Bijvoorbeeld: 1/2 x 2/3 = 2/6

Leg uit hoe breuken met elkaar vermenigvuldigd kunnen worden aan de hand van een voorbeeld.

Voorbeeld

Vermenigvuldig de breuken: 2/3 x 1/4

Gebruik dit voorbeeld om te laten zien hoe breuken met elkaar vermenigvuldigd kunnen worden.

Stap 1

Vermenigvuldig de tellers: 2 x 1 = 2

Laat de leerlingen de tellers van de breuken met elkaar vermenigvuldigen.

Stap 2

Vermenigvuldig de noemers: 3 x 4 = 12

Laat de leerlingen de noemers van de breuken met elkaar vermenigvuldigen.

Stap 3

Schrijf het antwoord op als een vereenvoudigde breuk: 2/12 = 1/6

Laat de leerlingen het antwoord van de vermenigvuldiging als een vereenvoudigde breuk schrijven.

Oefenen

Oefen met het vermenigvuldigen van breuken door de opdrachten op het werkblad te maken.

Laat de leerlingen individueel of in groepen de opdrachten op het werkblad maken om te oefenen met het vermenigvuldigen van breuken.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.