Je kent de volgende vakinhoudelijke concepten en bent in staat eenvoudige opgaven te maken over:
• Neerslag: verschillende vormen van neerslag en ontstaanswijze
Slide 3 - Diapositive
Wat verstaan we onder neerslag?
Slide 4 - Question ouverte
Inhoud
In dit hoofdstuk bespreken we verder alleen neerslag die in vloeibare vorm (regen) of vaste vorm (sneeuw, hagel) op het aardoppervlak valt. We bespreken eerst de vorming van regen en sneeuw, daarna beschouwen we een aantal andere vormen
van neerslag.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Hoe kan neerslag toch ontstaan?
Slide 7 - Question ouverte
Hoe ontstaan regendruppels uit wolkendruppels?
We onderscheiden twee processen:
1. Coalescentie: het samensmelten van druppels
(vooral bij hogere temperaturen)
2. Bergeron-Findeisenproces (via ijskristallen)
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Slide 10 - Diapositive
Beschrijf stap voor stap wat er gebeurt.
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Beschrijf het Bergeron-Findeisenproces in eigen woorden
Slide 14 - Question ouverte
Wolk
Als er stijgbewegingen zijn in een wolk kunnen de druppels extra groot worden
Slide 15 - Diapositive
Bergeron-Findeisenproces
In koude wolken verloopt het proces via de vorming van ijskristallen
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Vidéo
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Hoe ontstaat ijsregen?
Slide 26 - Question ouverte
Sneeuw, regen, ijsregen, aanvriezende regen/ijzel
Slide 27 - Diapositive
o Wat zie je? o Wat denk je daarbij? o Wat kun je je nu afvragen?
Slide 28 - Question ouverte
Cirruswolk
De temperatuur is bij deze hoge wolken zo laag dat er alleen ijskristallen voorkomen
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
kraagwolk
Een kraagwolk (shelf cloud) ontstaat doordat koude lucht van onder de wolk warme vochtige lucht opstuwt.
Slide 31 - Diapositive
Huiswerk
Opgave 20
Slide 32 - Diapositive
Leerdoelen - hoofdstuk 8
Kennisdoelen:
Je kent de volgende vakinhoudelijke concepten en bent in staat eenvoudige opgaven te maken over:
• Neerslag: verschillende vormen van neerslag en ontstaanswijze