Zakelijk lezen en schrijven

Welkom
Zakelijk lezen en schrijven
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Zakelijk lezen en schrijven

Slide 1 - Diapositive

Doel:
Aan het einde van de les kan je het onderwerp, de hoofdgedachte en de kernzinnen uit een tekst halen.
Je kan naar aanleiding van een nieuwsbericht een eigen informerend stukje schrijven.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 6 - Carte mentale

Wat is de hoofdgedachte? (mini samenvatting in 1 zin)

Slide 7 - Carte mentale

Schrijfoefening

Slide 8 - Diapositive

Warming up
Je zit in de trein van Leeuwarden naar Amersfoort. Je stapt uit en op het perron merk je dat je een schoen verloren bent.
Je omschrijft je schoenen voor de klantenservice van de NS. Dit moet je nauwkeurig doen als je je schoen terug wil. 
Schrijf je berichtje aan de klantenservice op het papier dat je gekregen hebt. Als je klaar bent maak je er een propje van en gooi je je berichtje naar voren in de klas.

Slide 9 - Diapositive

Welke schoenen horen bij wie?

Slide 10 - Diapositive

Wat is belangrijk voor een spannend verhaal?

Slide 11 - Carte mentale

Wat weet je van een hoofdpersoon?

Slide 12 - Carte mentale

Aan de slag
Je schrijft/typt een amuserende tekst over het nieuwsbericht dat we gelezen hebben en het filmpje dat je gezien hebt.  
De tekst is min 400 woorden lang en max 800 woorden.
Je let op je werkwoordspelling.
Let bij een verhaal erop dat je een pakkend begin hebt. Vermijd het woord 'toen' en zorg voor een passend einde. Maar eerst even ideeën opdoen.

Slide 13 - Diapositive

Welke ideeën voor een verhaal krijg je nu?

Slide 14 - Carte mentale

Aan de slag
Je schrijft/typt een amuserende tekst over het nieuwsbericht dat we gelezen hebben en het filmpje dat je gezien hebt.  
De tekst is min 400 woorden lang en max 800 woorden.
Je let op je werkwoordspelling.
Let bij een verhaal erop dat je een pakkend begin hebt. Vermijd het woord 'toen' en zorg voor een passend einde.

Slide 15 - Diapositive

Vind je een verhaal schrijven moeilijk
of makkelijk en waarom?

Slide 16 - Carte mentale

Wat heb je geleerd?

Slide 17 - Carte mentale

Slide 18 - Diapositive