lezen laatste les voor leestoets

Herzlich Willkommen
3HA 
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Herzlich Willkommen
3HA 

Slide 1 - Diapositive

Let op: vanaf nu Telefoon in hotel!

Slide 2 - Diapositive

Lernziele
Periode: 
Periode: Du kannst einfache Texten lesen und analysieren
Heute: 
Du kennst die wichtigsten Fragensorten
Du weißt wie die ein Wörterbuch benutzt
Du hast Wörter aus K1, 2, 3 wiederholt
Du hast geübt mit ein kurzen Text
Du hast die letze Fragen gestellt für die Leseprüfung

Slide 3 - Diapositive

Letzte Stunde
Selber geübt mit was du üben wolltest bei Texten

Slide 4 - Diapositive

Fragen beantworten
Und Strategie:

Stap 1:
Kijk eerst naar Titel, plaatjes, tussenkopjes, onderschrift bij de plaatjes, structuur van de tekst:
 
Indruk waar de tekst over gaat
Bedenk zelf welke vragen je zou kunnen krijgen:
wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe 

Slide 5 - Diapositive

Fragensorten
Stap 2: kijk nu naar de vragen. Scan ze door, kijk wat je ongeveer kunt verwachten. Wat voor vragen zijn het?

Start dan met vraag 1...

Slide 6 - Diapositive

Fragensorten
Soorten vragen?

Multiple Choise
Gatenteksten
Open vragen

Strategie?

Slide 7 - Diapositive

Lesen
Je snapt niet helemaal  wat gevraagd wordt, omdat je niet alle woorden uit de vraag begrijpt/kent?

Vraag 1: Is het woord echt belangrijk?  

Dan ga je raden:
Check in de tekst (de regel of alinea waarnaar verwezen wordt) of je daaruit de betekenis kan achterhalen, of snapt naar wat de vragensteller op zoek is.
Check de rest van de vraag, of de antwoordmogelijkheden
Herken je het woord omdat het lijkt op een ander woord uit het Duits, Nederlands, Engels of Frans 

Pas dan ga je op zoek in het woordenboek

Slide 8 - Diapositive

Woordenboek
Hoe gebruik je het woordenboek Duits-Nederlands bij een toets?

Slide 9 - Diapositive

Woordenboek Duits-Nederlands
Gebruik je woordenboek zo min mogelijk: 
je hebt maar 2-3 minuten per vraag en opzoeken kost veel tijd!

Slide 10 - Diapositive

Handig gebruik: volgorde
  • Het woordenboek is op alfabetische volgorde: Eerst kommen alle woorden die met een A beginnen, dan alle woorden met een B enz.  
  • Binnen een letter (dus woorden die met een A beginnen) staan de woorden ook weer op alfabetische volgorde. Dus aap komt voor absent en absent komt voor ader. En adder voor ader. Je kijkt dus eerst naar de eerste letter, dan de tweede enz.

Slide 11 - Diapositive

Handig gebruik: werkwoorden
In het woordenboek staan alleen de 'hele werkwoorden'.
Voorbeeld: registrieren, laufen, Radfahren.
Als er in de tekst staat: Mein Onkel fährt gerne Rad, dann moet je dus weten dat fährt Rad van het werkwoord Radfahren komt. Pas dan kun je de betekenis opzoeken.

Dit gaan we oefenen

Slide 12 - Diapositive

Geef hieronder het hele werkwoord
Ich suche das auf.

Slide 13 - Question ouverte

Geef het hele werkwoord:
Gibt es ein Party? Wir machen mit.

Slide 14 - Question ouverte

Geef het hele werkwoord:
er kontrolliert die Antwort.

Slide 15 - Question ouverte

Handig gebruik: zelfstandig naamwoord

Van een zelfstandig naamwoord staat alleen het enkelvoud in het woordenboek. Woorden die in het meervoud staan moet je dus terug kunnen brengen naar het enkelvoud.

Dit gaan we oefenen.

Slide 16 - Diapositive

Geef het enkelvoud van:
Fahrräder

Slide 17 - Question ouverte

Geef het enkelvoud van:
Häuser

Slide 18 - Question ouverte

Geef het enkelvoud van:
Freundinnen

Slide 19 - Question ouverte

Welke woord is een zelfstandig naamwoord?
A
Freund
B
reagieren
C
gelesen
D
schöne

Slide 20 - Quiz

Welk woord is het zelfstandig naamwoord?
A
super
B
helfen
C
Radfahren
D
ist

Slide 21 - Quiz

Handig gebruik: Voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord staat niet in het woordenboek. Je moet zelf kunnen zien van welk werkwoord het komt.
Er zijn twee soorten:
Het regelmatige voltooide deelwoord: ge-stam werkwoord +t Voorbeeld: gemacht, met de stam mach, het werkwoord is dus machen en dat kun je opzoeken. We gaan even oefenen.

Slide 22 - Diapositive

Kies het werkwoord bij het voltooid deelwoord: getauscht

Slide 23 - Question ouverte

Wat betekent 'tauschen' (Er tauscht seinen Kugelschreiber gegen einen Bleistift)

Slide 24 - Question ouverte

Kies het werkwoord bij het voltooid deelwoord: getauft

Slide 25 - Question ouverte

Zoek de betekenis op van 'taufen'

Slide 26 - Question ouverte

Regelmatig voltooid deelwoord (2)
Als werkwoorden die eindigen op -ieren, wordt het voltooid deelwoord: stam + t. Er komt dus geen ge- voor te staan!!
Voorbeeld: ich habe auf die Anzeige reagiert.

Even oefenen.

Slide 27 - Diapositive

Wat zijn de voltooide deelwoorden?

A
Freiheit
B
gebadet
C
geschrieben
D
heiß

Slide 28 - Quiz

Welke woorden zijn voltooid deelwoord?
A
geholfen
B
Großmutter
C
toll
D
fotografiert

Slide 29 - Quiz

Maakt het voltooid deelwoord van 'studieren'

Slide 30 - Question ouverte

Maak het voltooid deelwoord van fotografieren

Slide 31 - Question ouverte

Onregelmatig voltooid deelwoord 
Onregelmatige werkwoorden: hiervoor is geen regel. De meest belangrijke moet je wel herkennen.

Voorbeeld: Was hat der Autor im Text beschrieben? Beschrieben komt van beschreiben. Dat betekent beschrijven. Het voltooid deelwoord is dus: beschreven!
Nu oefenen.

Slide 32 - Diapositive

Wat is het werkwoord dat hoort bij gesproken: Er hat laut GESPROCHEN

Slide 33 - Question ouverte

En dan nog dit
Er hat das Angebot angenommen: angenommen komt van annehmen. Dat betekent aannemen.
Sie hat ihr neues Kleid angezogen. Angezogen komt van anziehen. Dat betekent aantrekken.
Hier staat er dus nog 'an' voor het voltooid deelwoord, omdat dat ook voor het werkwoord staat.

Slide 34 - Diapositive

Laatste teksten
We hebben 2 teksten
Maak de 1e individueel en in stilte.
Bespreek daarna de antwoorden met je tafelgroepje,
welke waren verschillend?
Bespreek de antwoorden die je
verschillend hebt, en zoek uit of je het 
goede antwoord alsnog kunt achterhalen


timer
12:00

Slide 35 - Diapositive

Wortschatz Wiederholung
Er zijn groepjes die de vorige les een kahoot hebben gemaakt voor de woordenschat K1 tm 3::
laten we die Kahoot doen

Slide 36 - Diapositive

Noch Fragen
Fragen?

Slide 37 - Diapositive

Als ik een tekst krijg...
Lees ik eerst de hele tekst
Lees ik eerst de vragen
Lees ik de titel, kijk naar de plaatjes, lees de inleiding
Iets anders...

Slide 38 - Sondage

Als ik een vraag over een woord krijg die ik moet invullen in een gatentekst
Gok ik maar wat
Kijk ik eerst wat voor aanwijzingen er in de tekst staan
Kijk ik naar de antwoordopties en ga ik hardop voorlezen

Slide 39 - Sondage

Als ik een woord niet ken
Dan is dat maar zo
Pak ik direct het woordenboek
Ga ik eerst kijken of het woord relevant is
Raad ik de betekenis
Anders...

Slide 40 - Sondage

Ik was tevreden met het resultaat van het alleen lezen (1e ronde)
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Sondage

Doordat ik de antwoorden van de andere leerlingen vergeleek met die van mij snapte ik waar ik het foutje had gemaakt
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Sondage

Ik weet waar ik de volgende keer beter op moet letten bij het maken van tekstopgaven
😒🙁😐🙂😃

Slide 43 - Sondage

Nächste Stunde
Viel Erfolg!

Slide 44 - Diapositive