Vouw het papier in drieën zodat u er een naambordje van kunt maken.
Noteer hierop uw naam en die van uw zoon of dochter.
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4
Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Startopdracht:
Vouw het papier in drieën zodat u er een naambordje van kunt maken.
Noteer hierop uw naam en die van uw zoon of dochter.
Slide 1 - Diapositive
7.2 les 1
Ademhaling
Slide 2 - Diapositive
Weet je het nog? Wat is de goede volgorde van klein naar groot?
A
cel < weefsel < organisme < organenstelsel < orgaan
B
cel < weefsel < orgaan < organenstelsel < organisme
C
cel < orgaan < weefsel < organenstelsel < organisme
D
cel < orgaan < organenstelsel < weefsel < organisme
Slide 3 - Quiz
Er is naast het hormoon glucagon nog een manier waarop je glucosegehalte weer kan stijgen. Welke manier?
A
de bijnieren maken het hormoon glucine
B
de bijnieren maken het hormoon adrenaline
C
de eilandjes van Langerhans (op de alvleesklier) maken het hormoon glucine
D
de eilandjes van Langerhans (op de alvleesklier) maken het hormoon adrenaline
Slide 4 - Quiz
Wat is de juiste formule van de verbranding van glucose:
A
glucose + CO2 + energie --> zuurstof + water
B
glucose + zuurstof + energie --> CO2 + water
C
glucose + CO2 -->
zuurstof + water + energie
D
glucose + zuurstof -->
CO2 + water + energie
Slide 5 - Quiz
In welk orgaan worden de hormonen gemaakt die het glucosegehalte van je bloed regelen?
A
lever
B
spieren
C
alvleesklier
D
milt
Slide 6 - Quiz
Welk hormoon kan zijn werk niet goed doen bij iemand met suikerziekte?
A
glycogeen
B
insuline
C
glucagon
D
adrenaline
Slide 7 - Quiz
Sleep de organen naar de juiste plaats.
Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
appendix
anus
Slide 8 - Question de remorquage
Orgaan
Organisme
Orgaanstelsel
Weefsel
Cel
Slide 9 - Question de remorquage
Startopdracht
Slide 10 - Diapositive
Startopdracht
Een paard met atypische myopathie kan minder goed ademhalen doordat de spiercellen worden afgebroken.
Slide 11 - Diapositive
Leerdoelen
- Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen en hun werking beschrijven.
- Je kunt uitleggen waarom het beter is om door je neus te ademen dan door je mond.
- Je kunt het verschil tussen borst- en buikademhaling uitleggen.
Slide 12 - Diapositive
Leerdoel: Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen in een schematische tekening
Neus/mond
Neusholte
Keelholte
Luchtpijp (kraakbeenringen)
Luchtpijptakken (bronchiën)
Luchtpijptakjes
Longblaasjes
Slide 13 - Diapositive
Ademhalingsstelsel
Je moet de onderdelen hiernaast kennen en kunnen benoemen.
Lucht gaat langs de verschillende onderdelen van boven naar beneden (middenrif doet niet mee!)
Slide 14 - Diapositive
Slijmvlies:
Slijmvlies: Slijmcellen + trilhaarcellen.
Neusademhaling vs mondademhaling (4 redenen). - lucht gezuiverd; slijmcellen vangen schadelijke stoffen/ziekteverwekkers op en trilharen werken dit slijm naar buiten. - lucht gekeurd; reukcellen - lucht verwarmd; haarvaten in neusslijmvlies - lucht vochtig gemaakt
Klaar? Verder werken aan opdr. 1 t/m 12 van par. 7.2
timer
8:00
Slide 19 - Diapositive
7.2
les 2
Slide 20 - Diapositive
Startopdracht:
Beantwoord de volgende vragen in je schrift:
1. Welke 4! voordelen heeft neusademhaling ten opzichte van mondademhaling?
2. Welke spieren worden gebruikt bij de borstademhaling?
3. Welke vorm heeft het middenrif als je uitademt bij de buikademhaling?
timer
3:00
Slide 21 - Diapositive
Startopdracht:
Beantwoord de volgende vragen in je schrift:
1. Welke 4! voordelen heeft neusademhaling ten opzichte van mondademhaling? 4 voordelen van neusademhaling zijn: schone lucht inademen, opwarmen van de lucht, vochtig maken van de lucht en ruiken.
2. Welke spieren worden gebruikt bij de borstademhaling? Bij de borstademhaling gebruik je de tussenribspieren.
3. Welke vorm heeft het middenrif als je uitademt bij de buikademhaling?
Het middenrif is bol als je uitademt bij de buikademhaling.
timer
3:00
Slide 22 - Diapositive
Sleep de namen naar het juiste onderdeel van het adem- halingsstelsel
Luchtpijp
Bronchiën
Luchtpijptakjes
Longblaasje
Slide 23 - Question de remorquage
Leerdoelen
- Je kunt beschrijven hoe je de lucht in je longen ververst.
- Je kunt uitleggen hoe zuurstof in je bloed komt en hoe je koolstofdioxide uit je bloed kwijtraakt.
- Je kunt de gevolgen van drie veelvoorkomende longziekten benoemen.
- Je kunt uitleggen wat de schadelijke gevolgen van roken zijn.
Slide 24 - Diapositive
Longblaasjes
Zuurstof gaat vanuit de lucht -> longblaasjes -> door de dunne wand -> bindt aan rode bloedcellen
CO2 gaat vanuit het bloed -> door de dunne wand -> longblaasjes -> wordt uitgeademd
Slide 25 - Diapositive
Gaswisseling
Slide 26 - Diapositive
0
Slide 27 - Vidéo
Startopdracht:
Beantwoord de vraag in je schrift.
Slide 28 - Diapositive
Startopdracht:
Beantwoord de vraag in je schrift.
Waarom kunnen dolfijnen zich niet verslikken?
Slide 29 - Diapositive
Astma
Astma: ontstoken luchtwegen -> bij 'astma-aanval' vernauwde luchtwegen
Astmapatiënten reageren gevoelig op prikkelende stoffen (bv. rook, uitlaatgassen)
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Vidéo
COPD
Verzamelnaam voor 2 chronische longziekten
Chronische bronchitis: ontstoken slijmvliezen -> er wordt meer slijm geproduceerd -> er kan minder lucht door de luchtwegen
Longemfyseem: longblaasjes gaan stuk -> er wordt steeds minder zuurstof opgenomen
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Vidéo
Roken
Nicotine: verslavende stof
Teer: maakt longblaasjes kapot, kankerverwekkend, beschadigd trilhaarcellen
Koolstofmono-oxide: neemt de plek in van zuurstof in het bloed
Slide 34 - Diapositive
Maken
Eerste 5 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 7.2
Maken: zie planner
Klaar? Nakijken, daarna doorlezen par. 7.3 en werken aan opdracht: 2 t/m 6, 10, 14 t/m 16, 18, 19, 22, 23 en 26 (ook huiswerk voor deze week!)
timer
5:00
Slide 35 - Diapositive
7.2 les 2
Ademhaling
Slide 36 - Diapositive
Herhalen vorige les
Slide 37 - Diapositive
Sleep de juiste woorden naar de juiste onderdelen van het ademhalingsstelsel.
Luchtpijp
Longblaasje
Bronchie
luchtpijptakje
Long
Slide 38 - Question de remorquage
De weg van de neusademhaling in de juiste volgorde is?
A
neus, bronchie, luchtpijp, longblaasjes
B
neus, bronchie, longblaasjes, luchtpijp
C
neus, luchtpijp, bronchie, longblaasjes
D
neus, luchtpijp, longblaasjes, bronchie
Slide 39 - Quiz
Wat is GEEN voordeel van neusademhaling?
A
Lucht wordt verwarmd
B
Lucht wordt vochtig
C
Lucht bevat meer zuurstof
D
Lucht wordt gezuiverd
Slide 40 - Quiz
Bij welke ademhaling wordt voornamelijk gebruik gemaakt van het middenrif?
A
Borstademhaling
B
Buikademhaling
Slide 41 - Quiz
Doen: Practicum
Koolstofdioxide aantonen
(Practicumvoorschrift + opdr 17 blz 31)
Slide 42 - Diapositive
indicator
een indicator is een stof die een andere stof kan aantonen.
om koolstofdioxide aan te tonen gebruiken we de indicator kalkwater.