Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Uitleg argumentatieschema's
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel 1: ik kan verschillende soorten argumentatieschema's herkennen
Slide 2 - Diapositive
Enkelvoudige argumentatie
Een argumentatie die bestaat uit één standpunt en één argument (standpunt > argument).
Zij moet de opvolgster worden van onze coach, want zij heeft al veel ervaring.
Slide 3 - Diapositive
Onderschikkende argumentatie
Een argumentatie waarin een argument wordt ondersteund door één of meer subargumenten (standpunt > argument > argument).
Zij is de juiste persoon voor die baan van boekverkoopster, want zij heeft ruime ervaring in die branche. Ze heeft namelijk al twee jaar bij een Libris boekhandel gewerkt.
Slide 4 - Diapositive
Nevenschikkende argumentatie
Bij een onafhankelijk nevenschikkende argumentatie gebruik je twee of meer argumenten. De argumenten zijn gelijkwaardig en kun je onderling van plaats verwisselen.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Nevenschikkende argumentatie
Bij een afhankelijke nevenschikkende argumentatie vormen twee deelargumenten samen een argument. De argumenten onderbouwen samen het standpunt. Alleen in combinatie hebben ze kracht (ze zijn van elkaar afhankelijk).
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Argumentatieschema's
Oorzaak en gevolg
Kenmerk of eigenschap
Voor- en nadelen
Voorbeelden
Vergelijking
Autoriteit
Slide 9 - Diapositive
Oorzaak en gevolg
Hij heeft een onvoldoende gehaald
want hij heeft niet geleerd.
Slide 10 - Diapositive
Oorzaak en gevolg
Dit is een gevaarlijke kruising
want er gebeuren hier veel ongelukken.
Slide 11 - Diapositive
Kenmerk of eigenschap
Dat is een goede zanger
want hij zingt altijd zuiver.
Slide 12 - Diapositive
Voor- en nadelen
Je moet je huiswerk maken
want anders zul je nooit een voldoende halen.
Slide 13 - Diapositive
Voor- en nadelen
Laten we deze zomer op vakantie naar Frankrijk gaan
want dan hebben we de grootste kans op mooi weer.
Slide 14 - Diapositive
Voorbeeld
Een topfunctie is haalbaar voor Nederlandse vrouwen
want Neelie Smit Kroes is jarenlang Eurocommissaris geweest.
Slide 15 - Diapositive
Vergelijking
Je kunt best een voldoende halen voor deze toets
want Johan is het ook gelukt.
Slide 16 - Diapositive
Vergelijking
Nederland moet meer investeren in duurzaamheid
want Duitsland doet dat ook.
Slide 17 - Diapositive
Autoriteit
Je mag niet door rood rijden
want dat staat in de wet.
Slide 18 - Diapositive
Autoriteit
Je moet minimaal twee keer per dag je tanden poetsen
want dat zegt de tandarts.
Slide 19 - Diapositive
Welk argumentatieschema wordt gebruikt in de volgende argumentatie?
Slide 20 - Diapositive
Hoe kun je nou denken dat je een goed cijfer gaat halen? Je bent gisteren pas begonnen met leren.
A
Autoriteit
B
Oorzaak-gevolg
C
Voordelen-nadelen
D
Voorbeeld
Slide 21 - Quiz
Natuurlijk is hij tegen de bio-industrie: hij is vegetariër.
A
Voordelen-nadelen
B
Vergelijking
C
Kenmerk-eigenschap
D
Oorzaak-gevolg
Slide 22 - Quiz
Computergames kunnen een slechte invloed hebben op studieresultaten. Kijk maar naar mijn broertje: door de games komt hij niet meer aan zijn huiswerk toe.
A
Voorbeeld
B
Oorzaak-gevolg
C
Vergelijking
D
Autoriteit
Slide 23 - Quiz
Volgens Johan Cruijff moest Ajax meer investeren in jonge voetballers. Daarom is de jeugdopleiding van de club grondig aangepakt.
A
Voordelen-nadelen
B
Kenmerk of eigenschap
C
Vergelijking
D
Autoriteit
Slide 24 - Quiz
Waarom moet ik een briefje halen? Isabelle was vorige les ook te laat en zij hoefde geen briefje te halen.
A
Oorzaak-gevolg
B
Vergelijking
C
Voorbeeld
D
Autoriteit
Slide 25 - Quiz
Deze supermarkt vindt omzet belangrijker dan dierenleed, want het merendeel van het kippenvlees in de schappen is afkomstig van plofkippen.
A
Oorzaak-gevolg
B
Vergelijking
C
Kenmerk of eigenschap
D
Voordelen-nadelen
Slide 26 - Quiz
les 2
Slide 27 - Diapositive
Uitleg argumentatieschema's
Slide 28 - Diapositive
Lesdoel 1: ik kan verschillende soorten argumentatieschema's herkennen
Slide 29 - Diapositive
A
Nevenschikkend (afhankelijk)
B
Nevenschikkend (onafhankelijk)
C
Enkelvoudig
D
Onderschikkend
Slide 30 - Quiz
A
Nevenschikkend (afhankelijk)
B
Nevenschikkend (onafhankelijk)
C
Enkelvoudig
D
Onderschikkend
Slide 31 - Quiz
A
Nevenschikkend (afhankelijk)
B
Nevenschikkend (onafhankelijk)
C
Enkelvoudig
D
Onderschikkend
Slide 32 - Quiz
A
Nevenschikkend (afhankelijk)
B
Nevenschikkend (onafhankelijk)
C
Enkelvoudig
D
Onderschikkend
Slide 33 - Quiz
Mensen zouden wat meer met de fiets naar hun werk moeten gaan, want dat is goed voor het milieu en het is goed voor hun conditie.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden
Slide 34 - Quiz
Het is de hoogste tijd dat de lonen van alle Nederlanders omhoog gaan. De president van De Nederlandsche Bank heeft dat laatst ook in een interview gezegd.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden
Slide 35 - Quiz
Ik denk dat hij zich nauwelijks betrokken voelt bij het bedrijf en zijn collega's. Zo heeft hij zich gisteren ziek gemeld, terwijl hij 's middags wel in de sportschool was.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden
Slide 36 - Quiz
Is het leerdoel behaald? (ik kan verschillende argumentatieschema's herkennen) Zo niet: wat vind je nog lastig?