B1i/h - Periode 3 - H1 Les 6 - GSE (07/08-03-2022)

Bienvenidos
klas B1h: lessonup klascode ffmtf
klas B1i: lessonup klascode ckblv

Classroom en lessonup:
de linkjes staan in magister bij 24/25 januari 2022
¿Qué día y qué fecha es hoy?
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bienvenidos
klas B1h: lessonup klascode ffmtf
klas B1i: lessonup klascode ckblv

Classroom en lessonup:
de linkjes staan in magister bij 24/25 januari 2022
¿Qué día y qué fecha es hoy?

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen (metas)
  1. Je leert jezelf voorstellen en communiceren over je woonsituatie en je school 
  2. Dit communiceren leer je zowel productief (spreken/schrijven) als receptief (lezen/luisteren).    
  3. Je leert woordenschat en grammatica die je nodig hebt om het Spaans te kunnen produceren en begrijpen op ERK-niveau A1.   
  4. Kennis van het Spaanse taalgebied: je leert over de achtergronden van Spaanstalige kinderen en over scholen in het Spaanse taalgebied.           
   

Slide 2 - Diapositive

Al final de la clase: 
-  kun je de werkwoorden hablar, llamarse, ser, tener gebruiken 
- heb je geleerd van je fouten bij de gemaakte hw opdrachten 
- ken je het verschil tussen un/uno
- ken je het verschil tussen y/e
- kun je een tekst lezen waarin mensen zich voorstellen
- ken je de woorden/werkwoorden die je nodigt hebt om jezelf voor te stellen 

Slide 3 - Diapositive

El programa de hoy

15m- B1h S.O. (indien nog niet gemaakt)
10m - Corregir los deberes
5m - VOCABULARIO 1.4
15m - HOLA, SOY TINA (TB p.23) 
20m - GRAMÁTICA: un/uno, y/e + herhaling
    5m - MI RETRATO
    5m - REFLEXiÓN, DEBERES 

    Slide 4 - Diapositive

    SO 1 - GJ Unidad 1 


    B1h:

    B1i: 
    • Aron en Nathan, 7 maart om 15 uur, lokaal 207 
    • Alisa tijdstip?


    Slide 5 - Diapositive

    Los deberes fueron (het huiswerk was):
    leren:
    Gram. nr. 1 (lidwoord), nr.3 (meervoud) , nr.17a (ontk), nr. 27 (hablar), nr. 28 (llamarse)
    Frases clave p.5

    maken:
    WB p.7 oef 5 (pers. vnw.);
    Voc. p.18 oef 2-3 + p.20 oefening 3ab (ser, tener) + p.21 oef 4b (hablar) + oef 5b (llamarse) + p.22 oef 1 (ontk);
    werk alvast aan de opdracht van voc.p.33 (let op: je moet er ook de lesstof van de komende les in verwerken)

    Slide 6 - Diapositive

    WB p. 7 oef 5
    • mi profesora --> ella
    • el señor Rodrigiez --> él
    • Juan --> él
    • Rosa y Ana --> ellas
    • Mi hermana y yo -->nosotros/ nosotras
    • la señora López --> ella
    • Luis y tú --> vosotros
    • Mis padres --> ellos 

    Slide 7 - Diapositive

    VOC p. 18 + 20
    p. 18 Ejercicio 1
    1. un
    2. el
    3. una
    4. la
    5. un
    6. el
    7. una
    8. la 
    p. 18 Ejercicio 2
    1. los chicos
    2. los países
    3. las chicas
    4. las casas

    p. 18 Ejercicio 3
    1. unos gatos
    2. unos perros
    3. unas guitarras
    4. unas ciudades
    p. 20 Ejercicio 2b

    1. tenemos
    2. tienen
    3. tenéis
    4. tienen
    5. tenemos 


    p. 20 Ejercicio 3a
    1. tiene, es
    2. tengo, soy
    3. eres
    4. somos
    5. tengo
    6. tienen


    p. 20 Ejercicio 3b
    1. tenemos                 4. tenéis
    2. tienes.                     5. sois
    3. tenemos                 6. es, es 



    Slide 8 - Diapositive

    VOC p. 21
    Ejercicio 4a
    1. hablo
    2. hablas
    3. hablan
    4. habla

    Ejercicio 4b
    1. habláis
    2. hablamos, hablan
    3. hablas, hablo
    4. hablan 
    Ejercicio 5a
    1. te llamas
    2. me llamo
    3. me llamo, se llama
    4. se llama

    Ejercicio 5b
    1. me llamo, se llama 
    2. os llamáis
    3. nos llamamos
    4. se llaman 

    Slide 9 - Diapositive

    VOC p. 22
    Ejercicio 1
    1. El chico no es holándes
    2. Yo no tengo un perro
    3. La chica no se llama Isabel
    4. Amersfoort no es un pueblo
    5. Martín no tiene la nacionalidad alemana

    Ejercicio 2
    1. Yo no hablo inglés
    2. Mi madre no es española
    3. Mis padres no son de España
    4. Marco no tiene trece años
    5. La madre de luca no se llama Marta

    Slide 10 - Diapositive

    VOCABULARIO 1.4
    timer
    3:00

    Slide 11 - Diapositive

    15m - ‘Hola, soy Tina.’
    Maak:  TB p.23, ejercicio 6A (pista 20-25, luisterfragmenten) 
    • noteer nrs. 1-6 onder elkaar
    • escuchar y leer (luisteren en lezen): noteer in de juiste volgorde de namen erachter


    GJ p.23 pista 20
    GJ p.23 pista 21
    GJ p.23 pista 22
    GJ p.23 pista 23
    GJ p.23 pista 24
    GJ p.23 pista 25

    Slide 12 - Diapositive

    ‘Hola, soy Tina.’ (2)
    TB p.23
    Maak 6B: lees de zinnen + vul de namen in. 
    Ejemplo: 1. Dos personas que tienen gatos (twee personen die katten hebben): Judith y ....

    Klaar? Maak: 
    • WB p.7 ejercicio 6 (soy un actor español) 
    • WB p.8 ejercicio 8
    Helemaal klaar? Werk verder aan 'mi retrato' of leer voca 1.3 

    Slide 13 - Diapositive

    15m- Gramática un/uno, y/e 
    1. Bestudeer gram. nrs: Gram. nr 2 (un/uno) + nr. 6 (y/e)
        2. Maak: VOC p.23 oef 1 (un/uno) + oef 2 (y/e)


    Ga naar verbuga.eu.
    --> Vul in bij ww: ser, tener, hablar, llamarse
    --> Vul in bij tijden: presente

    Slide 14 - Diapositive

    info -  MI RETRATO
    OPDRACHT 'Mi retrato' 
    (‘Mijn portret’, Voc. p.33)

    Inleveren op 15 maart:
    B1i in postvak docent (14 maart geen les wegens studiedag)
    B1h tijdens de les





    Slide 15 - Diapositive

    Los deberes
    Leren: 
    VOC 1.4
    Gram. nr 2 (un/uno) + nr. 6 (y/e) + nr. 28 (llamarse)

    MAKEN + INLEVEREN: opdracht Mi retrato (toepassen frases clave+ grammatica)
    afmaken: VOC p. 21 oef 5ab, p.22 oef 2 (ontk), p.23 oef 1-2 (un/uno, y/e); WB p.8 oef 8 (werkwoorden)

    Slide 16 - Diapositive

    1. Wat heb je vandaag geleerd?
    2. Hoe heb je gewerkt?

    Slide 17 - Question ouverte

    Reglas
    1. spullen en huiswerk in orde
    2. vragen? hand opsteken
    3. als docent spreekt, ben je stil
    4. binnen? op je eigen plaats zitten en spullen gereed
    5. respecteer elkaar, en zit niet aan elkaars spullen

    Slide 18 - Diapositive