hh meetkunde mavo 4 (deel 1)

Meetkunde

1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Meetkunde

Slide 1 - Diapositive


In dit hoofdstuk herhalen we de meetkunde onderwerpen die je moet kennen voor 
het CSE en voor SE43

Slide 2 - Diapositive

Lijnen
-lijnen a en b staan loodrecht op elkaar (maken een rechte hoek),
-lijnen b en c zijn evenwijdig aan elkaar (snijden elkaar nooit)

-bij het tekenen van de lijnen gebruik je de geodriehoek

Slide 3 - Diapositive

Hoeken

Een hoek heeft een hoekpunt en twee benen.
Bij het hoekpunt staat een hoofdletter

Slide 4 - Diapositive

Hoeken
er zijn 4 soorten hoeken:

A: een rechte hoek
B: een scherpe hoek <
C: een stompe hoek  >        en <
D: een gestrekte hoek
90°
90°
90°
180°
180°

Slide 5 - Diapositive

Hoeken tekenen en meten

Hoeken kan je met een geodriehoek of een koershoekmeter tekenen en meten.

Slide 6 - Diapositive

Kijkhoek
De kijklijnen zijn de lijnen vanaf het middelpunt tussen de ogen, langs de randen van het raam. 
De kijkhoek is de hoek tussen de twee kijklijnen. 

Slide 7 - Diapositive

Driehoek tekenen
Kan op 3 manieren:
- 3 zijden gegeven ( met de passer)
-2 zijden en 1 hoek gegeven (met een geodriehoek)
-1 zijde en 2 hoeken gegeven (met een geodriehoek) zie het plaatje hiernaast

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Dit is een:
A
rechte hoek
B
scherpe hoek
C
gestrekte hoek
D
stompe hoek

Slide 14 - Quiz

Dit is een:
A
rechte hoek
B
scherpe hoek
C
gestrekte hoek
D
stompe hoek

Slide 15 - Quiz

Dit is een:
A
rechte hoek
B
scherpe hoek
C
gestrekte hoek
D
stompe hoek

Slide 16 - Quiz

Dit is een:
A
rechte hoek
B
scherpe hoek
C
gestrekte hoek
D
stompe hoek

Slide 17 - Quiz

Dit is een:
.... driehoek
A
gelijkbenige
B
gelijkzijdige
C
rechthoekige
D
gewone

Slide 18 - Quiz

Dit is een:
gelijkbenige driehoek
alle hoeken zijn 60 graden
A
waar
B
echt niet

Slide 19 - Quiz

Dit is een:
.... driehoek
A
gelijkbenige
B
gelijkzijdige
C
rechthoekige
D
gewone

Slide 20 - Quiz

Dit is een:
gelijkzijdige driehoek
alle hoeken zijn 60 graden
A
waar
B
echt niet

Slide 21 - Quiz

Dit is een:
.... driehoek
A
gelijkbenige
B
gelijkzijdige
C
rechthoekige
D
gewone

Slide 22 - Quiz

dit is een:

Slide 23 - Question ouverte

dit is een:

Slide 24 - Question ouverte

dit is een:

Slide 25 - Question ouverte

dit is een:

Slide 26 - Question ouverte

dit is een:

Slide 27 - Question ouverte

Eigenschappen van vlakke figuren

Zorg dat je de figuren met eigenschappen kent en kan herkennen

Slide 28 - Diapositive

lijnsymmetrie 
(de rode lijnen zijn de symmetrieassen)
Zorg dat je de figuren met eigenschappen kan herkennen

Slide 29 - Diapositive

Symmetrie
Bij draaisymmetrie kan je een figuur om het middelpunt draaien en komt het op zichzelf terecht.  Bij de figuur hiernaast is de kleinste draaiboek 45'

Bij evenwijdige lijnen kan je schuifsymmetrie toepassen. Omdat overstaande hoeken gelijk zijn geldt hier:
S1=S3=R1=R3  en  S2=S4=R2=R4







Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Koers
Een windroos heeft 16 windstreken (bv N, NNO, NO, ONO, O)
En onderverdeling in graden
Noord =      Oost =

Als gevraagd wordt om een koers, geef je antwoord dan in graden.


90°
0°

Slide 32 - Diapositive

Kaart en schaal
Schaal 1:500.000 betekent 
1 cm op de kaart is 500.000 cm in het echt dus 
1 cm op de kaart = 5 km in het echt

Vuistregel:
afstand over de weg = 1,2 x afstand hemelsbreed

Slide 33 - Diapositive

Zwaartelijnen gaan vanuit de hoek naar het midden van de overstaande zijde. 
Snijpunt is het zwaartepunt 

Slide 34 - Diapositive

Deellijnen delen de hoek in twee gelijke hoeken

Slide 35 - Diapositive

Hoogtelijnen gaan vanuit de hoek naar de overstaande zijde. Die zijde snijden ze met een rechte hoek. 
De hoogtelijn gebruik je om de oppervlakte van de driehoek te berekenen

Slide 36 - Diapositive

De middelloodlijn deelt de zijde doormidden en staat er loodrecht op.

Slide 37 - Diapositive

w
C
A
B
vanuit LC : 
AB is de overstaande zijde, 
AC is de aanliggende zijde
vanuit LB 
AC is de overstaande zijde, 
AB is de aanliggende zijde
BC is altijd de schuine zijde 
(tegenover de rechte hoek)

Slide 38 - Diapositive

SOS CAS TOA

sin=schuinezijdeoverstaandezijde
sinus, cosinus en tangens ronden we af op 3 decimalen
cos=schuinezijdeaanliggendezijde
tan=aanliggendezijdeoverstaandezijde
SOS
CAS
TOA

Slide 39 - Diapositive

Hoe zit het ook alweer: de stelling van Pythagoras
kz
kz
lz
_________________+
5
12
?
25
144
169
PR=169=13

Slide 40 - Diapositive

zijde berekenen als de hoek bekend is
C
A
B
15 cm
35°
?
tanB=AO
tan35=15?
2=36
?=tan3515
de '6' moet je weten 
dus '2x3' 
tan3515=10,5
AC = 10,5 cm

Slide 41 - Diapositive

Hoe zit het ook alweer: de stelling van Pythagoras
kz
kz
lz
_________________+
6
?
10
36
64
100
DF=64=8
100-36

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Oppervlakte


21zijdebijbehorendehoogte
Driehoek:
Parallellogram:
Cirkel:
zijdebijbehorendehoogte
(Omtrek cirkel):
πstraal2
2πstraal

Slide 44 - Diapositive

Vergrotingsfactor

vergrotingsfactor=lengteorigineellengtebeeld
vergrotingsfactor=opporigineeloppbeeld

Slide 45 - Diapositive

Vergrotingsfactor

oppbeeld=vergrotingsfactor2opporigineel

Slide 46 - Diapositive

Noem 2 dingen die je geleerd hebt in dit hoofdstuk

Slide 47 - Question ouverte

Wat begrijp je nog niet zo goed van dit hoofdstuk?

Slide 48 - Question ouverte

Succes met leren

Slide 49 - Diapositive