SM; Nature - Nurture

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 2

Lesdoelen 

Aan het einde van de les..

• ..kan ik het verschil tussen Nature en Nurture uitleggen; 
• ..kan ik de verschillende rollen die ik aanneem benoemen;
• ..kan ik uitleggen wat subculturen zijn; 
• ..kan ik 3 voorbeelden noemen van globalisering

Welke van jouw eigenschappen herken je van je ouders?

Wat vind jij: ben je meer het product van 'nature' of 'nurture'?

Welke 'eigenschappen' vallen er volgens jou onder nurture?

Wie heeft er meer invloed op je?

1. Nature (genen)
2. Nurture (opvoeding)
3. Beide
4. Ik weet het niet?

Rollen

(uit het boek)

Rollen in groepen

In een groep heb je een bepaalde rol en daar hoort ook bepaald gedrag bij. Misschien ben je in je vriendengroep een feestbeest, terwijl je op je werk heel serieus bent. Al die soorten gedrag horen bij jou. Het is erg handig als je in verschillende omstandigheden het geschikte gedrag kunt kiezen. 

Subcultuur

Kleine groep mensen binnen een land

Ethnische subculturen

Subculturen gebaseerd op

land van herkomst, zoals: 

Turken, Surinamers, Antilianen, Marokkanen

Op een rijtje

-De Nederlandse cultuur is de cultuur van de meeste mensen binnen een land. 

-Een subcultuur is vaak een groep binnen de belangrijkste cultuur. Bijvoorbeeld skaters.

Subculturen in deze klas

Wat is een dominante cultuur?

1. De cultuur van de Koning
2. De normen, waarden en gewoonten van de meeste mensen in het land
3. Cultuur van een kleine groep mensen
4. De normen, waarden en gewoonten van je ouders

Waarden zijn?

1. Wat JIJ belangrijk vindt in het leven
2. Hetzelfde als normen
3. Regels die de wet bepaalt
4. Wat anderen belangrijk vinden

Normen zijn?

1. Gezondheid
2. Waarden
3. Alles in de maatschappij
4. Geschreven en ongeschreven regels

Cultuur bestaat uit:

1. normen, waarden gewoonten
2. normen, waarden, gewoonten en kenmerken
3. waarden, normen en tradities
4. normen, waarden, gewoonten en gedragsregels

Globalisering

1. Bedrijven zijn over de hele wereld actief.
Zoek van elk product uit waar het is gemaakt en door welk bedrijf.
- je mobiele telefoon
- je jas en schoenen
- je favoriete frisdrank

2. Welke producten uit vraag 1 komen uit lagelonenlanden?

Leerdoelencheck

Nu; aan het einde van de les..

..kan ik het verschil tussen Nature en Nurture uitleggen;

..kan ik de verschillende rollen die ik aanneem benoemen;

..kan ik uitleggen wat subculturen zijn;

..kan ik 3 voorbeelden noemen van globalisering

Huiswerk / Afsluiting

Werkboekopdrachten die bij deze les horen zijn: 

Dimensie: Sociaal Maatschappelijk:
Opdr.: 1, 4, 5, 10, 13. 

Begrippenlijst: 
BB - Jaar 2 - Coördinator - Burgerschap - Sociaal Maatschappelijk - SM; begrippenlijst (leeg).