W39 BIO 2KL2 BS 3 en BS 4 THEMA 2

BS 3: Gezonde voeding
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

BS 3: Gezonde voeding

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel 
  • Je moet met behulp van informatie adviezen voor een gezonde voeding kunnen geven.

Slide 2 - Diapositive

Gezonde voeding is?

Slide 3 - Carte mentale

Wat is ongezonde voeding?

Slide 4 - Carte mentale

Je gaat een quiz maken over gezond leven. Wat denk jij?
A
Ik weet heel veel over gezond leven
B
Ik weet een beetje over gezond leven
C
Ik weet heel weinig over gezond leven
D
Ik weet echt niks over gezond leven

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

Wat is de basis van een gezonde voeding ?
A
Veel koolhydraten
B
Variatie
C
Geen vlees eten
D
Veel groente eten

Slide 7 - Quiz

schijf van 5
1. groente en fruit
2. olie en vet
3. vlees,ei, vis, zuivel,noten,peulvruchten
4. brood, graanproducten, aardappelen
5. dranken

Slide 8 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van gezonde voeding?
A
Kaas
B
Rijstwafel
C
Ontbijtkoek
D
Kwark

Slide 9 - Quiz

Wat is de basis van een gezonde voeding ?
A
Veel koolhydraten
B
Variatie
C
Geen vlees eten
D
Veel groente eten

Slide 10 - Quiz

welke zijn allemaal gezonde voeding

A
water, fruit, groente, frisdrank en pizza
B
water, ei, melk, brood, fruit, groente en groente pizza
C
water, peer, mayo, appel, banaan en perzik
D
aardappels, broccoli, kipfilet, water, ei en kalkoen

Slide 11 - Quiz

Wat zijn voedingsmiddelen?
A
Gezonde dingen om te eten
B
Middelen om voeding te maken
C
Alles wat we eten
D
Alles wat we eten en drinken

Slide 12 - Quiz

Is vezelrijke voeding goed voor jou?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Wat doet het Voedingscentrum? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Opstellen van nieuwe voedingsvoorlichting
B
Geven van advies aan de regering
C
Onderzoek doen
D
Gezonde en duurzame voeding bevorderen

Slide 14 - Quiz

Juiste voeding is belangrijk voor je huid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Wat doe je het eerst
in een werkplan bij het maken van een broodje gezond?
timer
0:20
A
Oven aan zetten
B
Garnituren snijden
C
Kaas en ham pakken
D
Ei koken

Slide 16 - Quiz

Wat zijn functies van voeding?
A
Geestelijk
B
Religieus
C
Lichamelijk
D
Sociaal

Slide 17 - Quiz

Voeding heeft invloed op de gezondheid. Wat is de schijf van 5?
A
Schiet schijf
B
Een spel
C
Schijf met welvaartsziektes
D
Voedingsadvies

Slide 18 - Quiz

De schijf van vijf bestaat uit ... vakken
A
4
B
6
C
5
D
7

Slide 19 - Quiz

Wat is gezond eten?
A
gevarieerd, volgens de schijf van 5
B
Veel fruit eten en patat
C
Geprepareerd volgens de schijf van 8
D
gevarieerd, met een hoge vetinname

Slide 20 - Quiz

TGT
Te gebruiken to is bij........
A
Kort houdbare producten
B
Lang houdbare producten

Slide 21 - Quiz

THT
Te gebruiken to is bij........
A
Kort houdbare producten
B
Lang houdbare producten

Slide 22 - Quiz

Huiswerk
Lezen bs 3  van thema 2 
Maken opdrachten  8 t/m 14 online.

Slide 23 - Diapositive

BS 4: Hoeveel is gezond? 

Slide 24 - Diapositive

Leerdoelen 
  • Je moet de oorzaken en de gevolgen van overgewicht en ondergewicht kunnen noemen. Je moet kunnen aangeven hoe je kunt bepalen of je gewicht gezond is. Je moet ook goede en minder goede manieren kunnen noemen om af te vallen.
  • Je moet mogelijke oorzaken en een voorbeeld van eetstoornissen kunnen noemen.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

BMI bepalen
Body Mass Index
www.voedingcentrum.nl 

Slide 27 - Diapositive

Noem 3 nadelen van ondervoeding?

Slide 28 - Question ouverte

Noem 3 nadelen van overgewicht?

Slide 29 - Question ouverte

ondervoeding bij kleine kinderen, wat is het effect?

Slide 30 - Question ouverte

Kan iemand die overgewicht heeft ook ondervoed zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz

Wat kan een oorzaak zijn van overgewicht bij kinderen die veel bezig zijn met gamen?
A
Te veel eten
B
Te weinig beweging
C
Te weinig slaap

Slide 32 - Quiz

Wat kan je doen aan overgewicht?
A
Maaltijden overslaan
B
Ongezond eten
C
Meer bewegen/sporten
D
Meer bewegen en je eetpatroon aanpassen

Slide 33 - Quiz

Hoeveel calorieën mag een man en een vrouw per dag hebben.
A
Man: 2000 cal Vrouw: 2000 cal
B
Man: 2000 cal Vrouw: 2500 cal
C
Man: 2500 cal Vrouw: 2000 cal
D
Man: 3000 cal Vrouw: 2500 cal

Slide 34 - Quiz

BMI staat voor
A
Je gewicht in verhouding tot je lengte
B
Je gewicht in verhouding tot je leeftijd
C
Je leeftijd in verhouding tot je lengte
D
Je lengte in verhouding tot je massa

Slide 35 - Quiz

Welk voedingsmiddel zal je voor een persoon met 'obstipatie' adviseren?
Volgende slide kies je het juiste antwoord

Slide 36 - Diapositive

Welk voedingsmiddel zal je adviseren aan een mager en zeer actief persoon?
A
Emmentaler
B
Groentespread
C
Pindakaas
D
Geitenkaas

Slide 37 - Quiz

Welk voedingsmiddel adviseer je aan een mager en zeer actief persoon? 
Volgende slide kies je het juiste antwoord

Slide 38 - Diapositive

Welk voedingsmiddel zal je voor een persoon met 'obstipatie' adviseren?
A
Pindakaas met stukjes noot
B
Gruyere
C
Groentespread
D
Sesampasta

Slide 39 - Quiz

Huiswerk
Lezen bs 4  van thema 2 
Maken opdrachten   15 t/m 23
online. 

Slide 40 - Diapositive