De Waterkringloop: Een Reis door de Wereld van Water!

De Waterkringloop: Een Reis door de Wereld van Water!

Leerdoel

Aan het einde van deze les kan jij uitleggen hoe de waterkringloop werkt.

Stel het leerdoel aan het begin van de les om de leerlingen te helpen de focus te behouden.

Wat weet jij al over de waterkringloop?

Wat is de Waterkringloop?

De waterkringloop is het proces waarbij water verdampt, condenseert en weer terugvalt op de aarde in de vorm van neerslag.

Leg duidelijk uit wat de waterkringloop is en waarom het belangrijk is om dit te begrijpen.

Verdamping

Water verdampt vanaf het aardoppervlak door de hitte van de zon.

Vertel de leerlingen over de eerste fase van de waterkringloop.

Condensatie

De waterdamp stijgt op en koelt af, waardoor het weer vloeibaar wordt en wolken vormt.

Beschrijf de tweede fase van de waterkringloop en laat beelden zien van wolken.

Neerslag

Als de wolken vol zijn met water, valt de neerslag terug op de aarde in de vorm van regen, hagel of sneeuw.

Vertel de leerlingen over de derde fase van de waterkringloop en laat beelden zien van verschillende soorten neerslag.

Oppervlakkige afvoer

Het water dat niet in de grond wordt opgenomen, stroomt over de grond en vormt rivieren, meren en oceanen.

Beschrijf hoe het water zich verplaatst over het aardoppervlak en laat beelden zien van rivieren en oceanen.

Infiltratie

Sommige neerslag sijpelt in de grond en wordt opgenomen door planten en bomen, terwijl het resterende water zich ophoopt als grondwater.

Leg uit hoe het water in de grond terechtkomt en waar het naartoe gaat.

Herhaling

De waterkringloop is een continu proces dat steeds opnieuw plaatsvindt.

Herhaal de belangrijkste punten van de les en vat de waterkringloop kort samen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.