Unit 1.4 To be

Welcome to today's English lesson
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welcome to today's English lesson

Slide 1 - Diapositive

What do you remember about 'to be'?

Slide 2 - Diapositive

Wat betekent 'to be'?
A
zijn
B
kunnen
C
hebben
D
willen

Slide 3 - Quiz

Welke vormen van 'to be' zijn er? (Denk aan: I ..., you ..., he ... etc.)
Meerdere antwoorden zijn goed
A
be
B
am
C
are
D
is

Slide 4 - Quiz

Welke vorm can 'to be' moet op de plek van het rode vakje in de volgende film quotes.
am
are
is

Slide 5 - Question de remorquage

To be: voorbeelden
'To be' is een van de belangrijkste werkwoorden in de Engelse taal. 
Kijk naar de volgende zinnen:

I am twelve years old.
They are busy tonight. 
It is very cold outside.
You are going to the party.
We are tired.

Slide 6 - Diapositive

To be: verkorte vormen
Je kunt de vervoegingen van 'to be' ook opschrijven in een verkorte vorm:


I am happy. --> I'm happy.
You are happy. --> You're happy. 
He is happy. --> He's happy.

Slide 7 - Diapositive

To be: vragend
Wanneer we een zin met 'to be' vragend maken, zetten we de vorm van 'to be' vooraan de zin.

I am happy.
You are happy. 
He is happy.


Slide 8 - Diapositive

What about questions with 'to be'?

Slide 9 - Diapositive

To be: vragend
Wanneer we een zin met 'to be' vragend maken, zetten we de vorm van 'to be' vooraan de zin.

I am happy.--> Am I happy?
You are happy. --> Are you happy?
He is happy.  --> Is he happy?


Slide 10 - Diapositive

Turn the following sentence into a question:
"She is cooking pasta."

Slide 11 - Question ouverte

What about negatives with 'to be'?


Negatives = ontkenningen!

Slide 12 - Diapositive

To be: ontkennend
Wanneer we een zin met 'to be' ontkennend maken, plakken we 'not' achter de vorm van 'to be'. 

I am happy. 
You are happy. 
He is happy. 


Slide 13 - Diapositive

To be: ontkennend
Wanneer we een zin met 'to be' ontkennend maken, plakken we 'not' achter de vorm van 'to be'. 

I am not happy. 
You are not happy. 
He is not happy.


Slide 14 - Diapositive

Turn the following sentence into a negative sentence:
"She is cooking pasta."

Slide 15 - Question ouverte

Homework:
Study the words and expressions from 1.3 & 1.4

Page 44 & 45

Slide 16 - Diapositive

What did you learn?
Welke vormen van 'to be' zijn er?

Wat doe je als je een vragende zin maakt met 'to be'?

Wat doe je als je een ontkennende zin maakt met 'to be'?

Hoe verkort je de vorm van 'to be' bij: he is.

Slide 17 - Diapositive

What did you learn?
Welke vormen van 'to be' zijn er?
--> am, are, is
Wat doe je als je een vragende zin maakt met 'to be'?
--> Je zet de vorm van 'to be' vooraan de zin. 
Wat doe je als je een ontkennende zin maakt met 'to be'?
--> Je zet 'not' achter de vorm van 'to be'.
Hoe verkort je de vorm van 'to be' bij: he is.
--> he's

Slide 18 - Diapositive