Enzymen

Hoofdstuk 2
ENZYMEN
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
biologieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 2
ENZYMEN

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Neem  je cursus blz. 39 en vul de definitie aan.
Een enzym is...

Slide 3 - Diapositive

2.2.1 Werking van enzymen
Enzymen zijn (bio)katalysatoren = stoffen die een (bio)chemische reactie versnellen, zonder zelf verbruikt te worden

Slide 4 - Diapositive

Hoe versnelt een enzym een biochemische reactie?

Slide 5 - Diapositive

Metabolisme
= geheel van alle chemische reacties die in een cel plaatsvinden

  • Anabolisme: opbouw

  • Katabolisme: afbraak


Slide 6 - Diapositive

anabolisme

katabolisme

Slide 7 - Question de remorquage

Anabolisme
Katabolisme

Slide 8 - Question de remorquage

3

Slide 9 - Vidéo

00:15
Wat bedoelt men met de primaire structuur van een eiwit?
A
De opeenvolging van de aminozuren
B
Interacties tussen de restgroepen van de aminozuren
C
Helix en vouwbladstructuur van een eiwit

Slide 10 - Quiz

01:15
Wat is de peptidebinding: versleep naar de juiste plaats.
peptidebinding

Slide 11 - Question de remorquage

02:40
Hoe heet het proces waarbij de ruimtelijke structuur van een eiwit verloren gaat?

Slide 12 - Question ouverte

Teken op blz. 41 met behulp van het volgende filmpje een schematische tekening van een enzym en benoem de verschillende onderdelen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

De reactieplaats is:
A
de plaats waar de om te zetten stof bindt
B
de plaats waar de cofactor bindt
C
de actieve Site
D
de allosterische plaats

Slide 15 - Quiz

Het substraat:
A
is een cofactor
B
is de om te zetten stof
C
bindt in de actieve site
D
bindt in de allosterische plaats

Slide 16 - Quiz

De cofactor:
A
is de om te zetten stof
B
bindt op de actieve site
C
reguleert de biologische activiteit van het enzym
D
is altijd een organische molecule

Slide 17 - Quiz

In de allosterische plaats:
A
bindt het substraat
B
bindt de cofactor
C
bindt een inhibitor
D
bindt een activator

Slide 18 - Quiz

Hoe noemt men de binding van het enzym en het substraat?

Slide 19 - Question ouverte

2

Slide 20 - Vidéo

00:31
Verklaar waarom een enzym niet meer werkzaam is na de binding van een inhibitor.

Slide 21 - Question ouverte

00:38
Welk type metabolische reactie werd hier gekatalyseerd door het enzym?
A
Anabolisme
B
Katabolisme

Slide 22 - Quiz

Sleutel-slotprincipe

Slide 23 - Diapositive