Enzymen

Hoofdstuk 2
ENZYMEN
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
biologieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 2
ENZYMEN

Slide 1 - Diapositive

2 Enzymen
Probeer de cursus aan te vullen aan de hand van deze LessonUp- presentatie. In het volgend filmpje vind je alvast de definitie van een enzym terug.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Metabolisme
= geheel van alle chemische reacties die in een cel plaatsvinden

  • Anabolisme: opbouw

  • Katabolisme: afbraak


Doping: anabole steroïden zorgen voor spieropbouw
(aanvullen in cursus!)

Slide 4 - Diapositive

anabolisme

katabolisme

Slide 5 - Question de remorquage

Anabolisme
Katabolisme

Slide 6 - Question de remorquage

Enzymen zijn altijd eiwitten. De structuur is dus heel belangrijk voor het functioneren van het enzym.
Vul het kadertje "herhaling" in aan de hand van volgend filmpje. Als je nog weet hoe een eiwit is opgebouwd, dan  kan je dit filmpje overslaan.

Slide 7 - Diapositive

3

Slide 8 - Vidéo

00:15
Wat bedoelt men met de primaire structuur van een eiwit?
A
De opeenvolging van de aminozuren
B
Interacties tussen de restgroepen van de aminozuren
C
Helix en vouwbladstructuur van een eiwit

Slide 9 - Quiz

01:15
Wat is de peptidebinding: versleep naar de juiste plaats.
peptidebinding

Slide 10 - Question de remorquage

02:40
Hoe heet het proces waarbij de ruimtelijke structuur van een eiwit verloren gaat?

Slide 11 - Question ouverte

Volgende ingesproken presentatie toont je de schematische tekening van een enzym: aan te vullen in de cursus!

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

2

Slide 14 - Vidéo

00:31
Verklaar waarom een enzym niet meer werkzaam is na de binding van een inhibitor.

Slide 15 - Question ouverte

00:38
Welk type metabolische reactie werd hier gekatalyseerd door het enzym?
A
Anabole reactie
B
Katabole reactie

Slide 16 - Quiz

Een enzym zal een reactie versnellen als het substraat perfect in de reactieplaats van het enzym past, zoals een sleutel in het slot. Als het substraat niet past in het enzym, dan kan het enzym de reactie niet versnellen.

Voor verschillende substraten (met een verschillende vorm) zijn er dus verschillende enzymen nodig.

Slide 17 - Diapositive