Havo 3 Nederlands periode 2 week 2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Binnen = Beginnen

- Jassen uit en in je kluis

- Telefoon in de telefoontas

- Boeken, schrift op tafel

- Aan de slag:

1. Open je boek op blz. 18 & 19

2. Lees de theorie op blz. 18

3. Maak de startopdracht & opdracht 1 

Agenda: 

1. Binnen = Beginnen

2. Voorbeeldbetogen: de eerste alinea. 

3. Zelfstandig werken aan betoog. 

4. "Wie het mooist valt"

5. Afsluiting. 

Deze week (Sprint 1) 

Deadline: vrijdagmiddag 11 feb. eind van de les (7e)

1. Bouwplan ingevuld voor jouw betoog. 

2. Boek (jeugd)literatuur mee naar de les.  

Voorbeeldbetogen

- Lees per tweetal de voorbeeldbetogen (ieder één) 

- Hoe wordt in alinea 1 de aandacht getrokken? 

Zelfstandig werken: Het Bouwplan: 

1. Open je laptop

2. Open je betoog. 

3. Ga naar je bouwplan. 

4.  Vul je bouwplan in t/m alinea 1 

(Jeugd)literatuur: Sara Novic

Wie het mooist valt (2015)

00:42

Welke woorden komen er in je op bij het zien van deze trailer?

(Jeugd)literatuur: Sara Novic

Wie het mooist valt (2015)

Stel hier een vraag over wat je zojuist gehoord hebt in het verhaal.

Binnen = Beginnen

- Jassen uit en in je kluis

- Telefoon in de telefoontas

- Boeken, schrift op tafel

- Aan de slag:

1. Ga in je leerboek naar blz. 114/115

2. Maak opdracht 1 (in stilte) 

Agenda: 

1. Binnen = Beginnen

2. Middenstuk: signaalwoorden en argumenten/kernzinnen.

3. Zelfstandig werken aan betoog

4. "Wie het mooist valt" 

5. Afsluiting. 

Voorbeeldbetogen

- Lees per tweetal de voorbeeldbetogen (ieder één) 

- Benoem in het middenstuk (alinea 2,3,4 & 5) de signaalwoorden waarmee de alinea begint. 

- Benoem per alinea het (voor- of tegen-)argument. 

- Benoem per alinea de voorbeelden die gebruikt worden. 

Binnen = Beginnen

- Jassen uit en in je kluis

- Telefoon in de telefoontas

- Boeken, schrift op tafel

- Aan de slag:

1. Pak je leesboek

2. Ga lezen

(Jeugd)literatuur: Sara Novic

Wie het mooist valt (2015)

Stel hier een vraag over wat je zojuist gehoord hebt in het verhaal.

Agenda: 

1. Binnen = Beginnen

2. "Wie het mooist valt"

3. Lezen in je boek

4. Literatuur: beeldspraak

5. Bouwplan afmaken

6. Afsluiting. 

Leesniveau 3: Reflecterend lezen

Leerlingkenmerken

leest om aan het denken te worden gezet

is een goed gemotiveerde lezer

is geïnteresseerd in sociaal-maatschappelijke, psychologische en soms ook filosofische onderwerpen

gebruikt boeken om de wereld en het leven verder te ontdekken

Doelen

reflecterend leren lezen

kennis over de wereld en het leven verbreden door te lezen

Boekkenmerken

- taalgebruik kan veeleisend zijn

- wisselingen (tijd, perspectief, plaats) zijn niet per se gemarkeerd; veel 'open plekken'

- morele, maatschappelijke en psychologische kwesties worden genuanceerd uitgewerkt en roepen discussie op

- veel beschrijvingen van ruimte, gedachten, en gevoelens

- vaak meer dan één verhaallijn en een diepere betekenislaag

- gevoelens en gedachten van de hoofdpersoon zijn tamelijk complex en staan ver van de leerling afkst

Huiswerk: 

18 feb. schrijftoets: schrijven betoog in de les (45 minuten) 

- Meenemen: laptop + oplader

- Bouwplan en kolommenschema. 

- Leesboek mee in elke les volgende week. 

Werken aan je betoog

1. Open je laptop. 

2. Werk verder aan je bouwplan 

3. Klaar? Wissel je bouwplan uit met de leerling naast je. 

4. Geef elkaar een tip en een top. 

5. Verwerk je feedback en werk verder