Bedrijfskunde les 3

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 1

Bedrijfskunde

Les 3: Verkoop

Planning

Week 1: Product en assortiment

Week 2: Product en assortiment

Week 3: Concurrentie en samenwerkingsvormen

Week 4: Concurrentie en samenwerkingsvormen

Week 5: Accountmanagement en klachtenafhandeling

Week 6: Accountmanagement en klachtenafhandeling

Week 7: Verkoopcyclus

Week 8: Verkoopcyclus

Agenda

Uitleg docent theorie

In groepen werken aan de opdracht

Opdracht aan elkaar presenteren

Uitleg docent challenge

Doelen les

Aan het einde van de les..

... weet je wat een bedrijfskolom is.

... weet je wat marktvormen zijn.

Wat is volgens jou de beste eigenschap van een goede verkoper?

Wat betekend B2B en B2C?

B2C & B2B

B2C

Business to consumer

B2B

Business tot business

Wat is een bedrijfskolom?

Bedrijfskolom

De ondernemingen die ervoor zorgen 

dat een product bij de consument 

terechtkomt, vormen met 

elkaar de bedrijfskolom.

Toegevoegde waarde

Elke schakel in de bedrijfskolom voegt waarde toe aan de producten.

De producten worden steeds geschikter voor de consument.

Differentiatie en integratie

Differentiatie wordt de bedrijfskolom langer gemaakt.

Integratie wordt de bedrijfskolom korter gemaakt.

Marktvormen

In de ene markt zijn er veel aanbieders, in de andere markt zijn er heel weinig.

Een marktvorm bestaat uit omstandigheden waarbinnen bedrijven met elkaar concurreren. 

Je kunt de markten verdelen in vijf marktvormen

Groepsopdracht

Jullie gaan uiteen in vijf groepen. Elk groepje beantwoord een andere vraag, namelijk:

1. Wat is een monopolie?

2. Wat is een homogeen oligopolie?

3. Wat is een Heterogeen oligopolie?

4. Wat is een monopolistische concurrentie?

5. Wat is een volledige mededinging

En noem bij elke marktvorm twee voorbeelden.

Challenge

Beantwoord de volgende vragen:

1. Beschrijf de bedrijfskolom van Nike Air Force 1.

2. Beschrijf de bedrijfskolom van chiquita bananen. 

3. Noem drie bedrijven die volgens jou een monopolie zijn en leg uit waarom.

4. Noem drie bedrijven die volgens jou een Oligopolie zijn en leg uit waarom.