Rekenen niveau 2 oefenexamen deel 1

Rekenen oefenexamen 1
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Rekenen oefenexamen 1

Slide 1 - Diapositive






Ingrediënten voor 4 personen:

1 sjalotje
1/2 eetlepel boter of margarine
4 takjes selderij
600 gram tomaten
3 vleesbouillontabletten
175 gram rundergehakt
zout



Annemarieke maakt deze soep voor 7 personen. 
Hoeveel gram tomaten heeft zij nodig?

Slide 2 - Diapositive

Gebruik het model



  • 7 : 4 x 600 = 1050 gr.
  • 600 : 4 x 7 = 1050 gr.
personen
4
7
gram
600

Slide 3 - Diapositive

Hoeveel moet Annemarieke betalen voor haar tomaten?

Slide 4 - Diapositive

Hoeveel moet Annemarieke betalen voor 1050 gram tomaten?

Slide 5 - Question ouverte

Hoeveel flessen wijn moet Annemarieke kopen?
Bij de soep serveert Annemarieke witte wijn. Zij rekent op 2 glazen wijn per persoon. 
100 ml
  0,5L voor € 3,75

Slide 6 - Diapositive

Hoeveel flessen wijn moet Annemarieke kopen?

Slide 7 - Question ouverte

Een hond eet gemiddeld 20 gram
brokken per kg lichaamsgewicht.

Hoeveel gram brokken mag deze
hond per dag eten?
Tekst
A
0,55 kg
B
622 gram
C
735gram
D
0,8 kg

Slide 8 - Quiz

Geraldino maakt Arubaanse ontbijtkoek voor 25 personen.
Welke soort eieren zijn het goedkoopst voor hem. 
De verse eieren op de markt of een doosje uit de supermarkt?
voor 10 pers.

€ 2,85 per doosje
Verse eieren op de markt kosten €0,65 per stuk

Slide 9 - Diapositive

Welke eieren zijn het goedkoopst voor Geraldino?
A
Losse eieren op de markt
B
De doosjes

Slide 10 - Quiz

In welk land is het verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen meer dan 6 jaar?

Slide 11 - Diapositive

In welk land is het verschil in levens-
verwachting tussen mannen
en vrouwen meer dan 6 jaar?

Slide 12 - Question ouverte

Hoeveel cm verschil zit er tussen de Engelse schoenmaat 8 en 9

Slide 13 - Diapositive

Hoeveel cm verschil zit er tussen
de Engelse schoenmaat 8 en 9

Slide 14 - Question ouverte

Welke grafiek hoort bij de tabel?
1.
2.
3.

Slide 15 - Diapositive

Welke grafiek hoort bij de tabel?
A
Grafiek 1
B
Grafiek 2
C
Grafiek 3

Slide 16 - Quiz

Er zitten 7 dagen in een week?
Er zitten 52 weken in een jaar?
Hoeveel dagen zitten er in een jaar?
A
364
B
365
C
363
D
356

Slide 17 - Quiz

Ahmed verdient €1600,00 per maand.
Dus Ahmed verdient €400 per week
Waar
Niet Waar

Slide 18 - Sondage

Jon is 19 jaar en werkt in de horeca. Hij werkt 36 uur per week. Hoeveel verdient hij per jaar?

Slide 19 - Diapositive

Uurloon: €7,68
Per week: 36 x €7,68 = €276,48
Per jaar: 52 x €276,48 = € 14.376,96

Slide 20 - Question ouverte