Inleiding recht - les 8 (herhaling)

Inleiding recht
Les 8
Herhaling

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Inleiding rechtMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Inleiding recht
Les 8
Herhaling

Slide 1 - Diapositive

Privaatrecht
Publiekrecht
Strafrecht
Personen- en familierecht
Bestuursrecht
Vermogensrecht
Rechtspersonenrecht
Staatsrecht

Slide 2 - Question de remorquage

Waar vind je in de wettenbundel diefstal?

Slide 3 - Question ouverte

Waar vind je in de wettenbundel erfpacht?

Slide 4 - Question ouverte

Voorbeeld examenvraag:
Tot welk rechtsgebied behoort het bestuursrecht?

A
Publiekrecht
B
Privaatrecht

Slide 5 - Quiz

Pak je wettenbundel (deel I)
Artikel 1:200 BW is een voorbeeld van...
A
Materieel recht
B
Formeel recht

Slide 6 - Quiz

Pak je wettenbundel (deel I)
Artikel 93 Rv is een voorbeeld van...
A
Materieel recht
B
Formeel recht

Slide 7 - Quiz

Aanvullend recht is een andere benaming voor..
A
Dwingend recht
B
Regelend recht

Slide 8 - Quiz

Juist of onjuist
Je mag afwijken van dwingend recht
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Juist of onjuist
Regelend recht is een vangnet voor als partijen niks hebben afgesproken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Voorbeeld examenvraag:
Jan krijgt een kind samen met zijn vrouw Tineke.
Welk recht is hier van toepassing?

A
Privaatrecht
B
Publiekrecht

Slide 11 - Quiz

Hoe worden rechtsregels ook wel genoemd?
A
Overheidsregels
B
Rutte-regels
C
Gewone regels

Slide 12 - Quiz

Voorbeeld examenvraag:
Wat is het verschil tussen rechtsregels en gewone regels?
A
Overheidsregels worden door de overheid gemaakt, gewone regels niet
B
Gewone regels worden door de overheid gemaakt, rechtsregels niet
C
Gewone regels gelden voor iedereen, rechtsregels niet

Slide 13 - Quiz

De rechtsregel waarin staat dat je aan de rechterkant van de weg moet rijden, heeft een ........ functie
A
Normatieve
B
Instrumentele
C
Aanvullende

Slide 14 - Quiz

De wet is een voorbeeld van...
A
Geschreven recht
B
Ongeschreven recht

Slide 15 - Quiz

Jurisprudentie is een voorbeeld van...
A
Geschreven recht
B
Ongeschreven recht

Slide 16 - Quiz

Als we het hebben over 'de wet', dan is deze gemaakt door...
A
Staten-Generaal
B
De regering
C
De ministers
D
Staten-Generaal en regering samen

Slide 17 - Quiz

Voorbeeld examenvraag:
Als een rechter zijn uitspraak baseert op een bestaande uitspraak, met welke rechtsbron hebben we dan te maken?
A
Jurisprudentie
B
De wet
C
Europese wetgeving
D
Gewoonterecht

Slide 18 - Quiz