2.1 Koers en Kaart

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

2.1 Kaart en koers 

- Windrichtingen

- Koershoek meten

Wat gaan we in deze les doen?

Je leert het verschil tussen windrichtingen en koersen

Je leert welke windrichtingen er zijn

Je leert hoe je een koers kunt meten

Je leert hoe je kunt rekenen met een schaal

Pak allemaal een A3 of A4

- Teken een PLUS teken met aan elk uiteinde een PIJL

- Schrijf met een kleurtje 

NOORD (O/360)

OOST (90)

ZUID (180)

WEST (270)

Je kunt dit herkennen op de koershoekmeter

KOERSHOEK TEKENEN

- Teken nu in de vorm van een X nieuwe lijnen. 
Deze lijnen vormen het midden tussen Noord en Oost

- Schrijf met een (ander) kleurtje 

NOORDOOST (45)

ZUIDOOST (135)

ZUIDWEST (225)

NOORDWEST (315)

Je ziet dat het altijd begint met NOORD of ZUID. 

KOERSHOEK TEKENEN

- Teken nu overal een éxtra lijn in het midden. 

- Schrijf met een (ander) kleurtje 

NNO (22,5)                                               ZZW (202,5)
ONO (67,5)                                                WZW (247,5)
OZO (112,5)                                               WNW (292,5)
ZZO (157,5)                                                NNW (337,5)

Je ziet dat het altijd begint met NOORD of ZUID. 

Een koers meten

Pak een koershoek meter
Pak testopgave blz. 74 erbij
Vraag A - wie weet het antwoord?
Vraag B -
1. Teken een lijn recht omhoog vanaf Southport.
Welke richting wijst deze lijn op? 
2. Teken de verbinding tussen Southport en Douglas. 
Er ontstaat nu een hoek
3. Leg de koershoekmeter met de NOORD lijn op de lijn omhoog. Meet de hoek met Douglas. 
Vraag C - Probeer het nu zelf! 
Het antwoord moet zijn WHITEHAVEN. Kom je hierop uit? 

Lees 2.1

Maak opgave: 3, 4, 6 t/m 11

Je krijgt hiervoor 15 minuten

Schaal rekenen

SCHAAL IS ALTIJD IN CM!! 
1 CM OP DE TEKENING STAAT VOOR ............ CM IN HET ECHT

Schaal rekenen

Hemelsbreed - Je meet op de kaart van PUNT naar PUNT

Vuistregel: dit moet je leren

1. Afstand over de weg = 1,2 x afstand hemelsbreed

2. Je fietst ongeveer 15 km per uur
3. Je loopt ongeveer 5 km per uur

Schaal rekenen

Voorbeeld 
1 : 800 000 
1 cm op de tekening is 800 000 cm in het echt

Je meet 5 cm op de kaart
5 x 800000 = 4000000 cm = 40 km 

Aan de slag!

Opdracht 13 t/m 18

Einde 2.1