Doelgroepen les 3

• Doelgroepen
• MBO
• Studiejaar 1

Les 1

Paragraaf 7.1  

Samen kom je verder

Les 3

Paragraaf 7.3 

Sociale ontwikkeling van ouder schoolkind tot volwassene

Doelgroepen

Inhoud

• Check-in
• Terugblik
• Lesdoelen
• Planning van dit blok
• Huiswerk nakijken
• Theorie paragraaf 7.3
• Opdracht
• Evaluatie

Lesdoelen

Aan het eind van deze les kan je:

• Omschrijven wat je in les 2 geleerd hebt.
• In je eigen woorden 2 kenmerken beschrijven die horen bij de sociale ontwikkeling van 9 tot 12 jaar.
• In je eigen woorden 2 kenmerken beschrijven die horen bij de sociale ontwikkeling van 12 tot 18 jaar.
• Je eigen peergroup analyseren.
• In je eigen woorden 2 kenmerken beschrijven die horen bij de sociale ontwikkeling van 18 tot 21 jaar.
• De geleerde theorie toepassen bij het bespreken van stellingen.
• Bedenken en benoemen hoe jij met groepsdruk om zou gaan.

Wat heb je vorige les geleerd?

huiswerk 7.1 nakijken

Nakijken huiswerk 7.2 op blz. 115

Week 1	7.1
Week 2	7.2
Week 3	7.3
Week 4	7.4
Week 5	7.4
Week 6	7.5
Week 7	7.5
Week 8	Diagnostische toets + levensboekje inleveren
Toetsweek	Toets Sociale ontwikkeling

• Groepsnorm is belangrijk
• Socialisatie= Het proces waarin kinderen de sociale wereld om zich heen steeds beter gaan begrijpen en zich aanpassen aan de groep.
• Geaccepteerd worden

9 - 12 jaar ouder basisschoolkind

9 - 12 jaar ouder basisschoolkind

Clubjes

• Kinderen richten clubjes op
• Regels waar je aan moet voldoen om erbij te horen
  
• Regels zorgen voor duidelijkheid               kind kan beter functioneren in de groep
• Bijvoorbeeld: ‘Jij hebt geen knikkers dus jij mag er niet bij’ 

Verschillen tussen jongens en meisjes steeds groter

• Jongens: competitie
  
• Meisjes: socialer

12 - 18 jaar puber + adolescent 

• Pubers willen zelfstandig zijn
• Losmakingsproces= pubers maken zich los van ouders
• Dingen die ouders doen worden opeens gek of raar
  

Vrienden

• Groepjes worden belangrijk
• Peergroup= groep mensen met dezelfde leeftijd + interesses 
• Groepsdruk=  gevoel dat je er niet bij mag horen als je niet hetzelfde doet als de rest

Peergroup

 Bedenk in twee tallen

1. 3 voordelen, en 3 nadelen van een peergroup
   
2. In welke peergroups zat jij toen je 15 jaar was?
   
3. Welke invloud had jouw peergroup op jou?

• Gemengde vriendengroepen (jongens en meiden)  
• Via-via nieuwe vrienden
• 
  Volwassenen willen zichzelf onderscheiden  

Verschil adolescent en volwassene

• Adolescent = op zoek naar persoonlijkheid
• Volwassenen = zelfverzekerder

18 - 21 jaar Jongvolwassene

Stellingen

1.  Kinderen op de basisschool zouden nog geen telefoon moeten hebben 
2. Ik heb gemengde vriendschappen (jongens en meiden)
3. Ik heb zelf wel eens groepsdruk ervaren
4. Sociale media hebben een slechte invloed op pubers 
5. Ik schaam me wel eens voor mijn ouder(s)/verzorger(s)
6. Ouders moeten hun pubers vrijlaten  

Wat zou je zelf doen als jij Tijmen was?

Lesdoelen

Kan je:

• Omschrijven wat je in les 2 geleerd hebt?
• In je eigen woorden 2 kenmerken beschrijven die horen bij de sociale ontwikkeling van 9 tot 12 jaar?
• In je eigen woorden 2 kenmerken beschrijven die horen bij de sociale ontwikkeling van 12 tot 18 jaar?
• Je eigen peergroup analyseren?
• In je eigen woorden 2 kenmerken beschrijven die horen bij de sociale ontwikkeling van 18 tot 21 jaar?
• De geleerde theorie toepassen bij het bespreken van stellingen?
• Bedenken en benoemen hoe jij met groepsdruk om zou gaan?

Zoek een foto die laat zien wat je vandaag geleerd hebt

Huiswerk:

Opdrachten paragraaf 7.3 op blz 118