Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
HIN - 3t herhaling toetsstof synoniem homoniem homofoon
Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 52
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Cette leçon contient
52 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
Slide 1 - Diapositive
Dagopening
Slide 2 - Diapositive
Fijn dat je er bent!
Pak je pen, schrift en log in op deze LessonUp.
Je boek mag op tafel, maar hoeft niet.
timer
3:00
Slide 3 - Diapositive
Vandaag
Dagopening
De vijf woorden uit tekst Friso en
woordraadstrategieën
Herhaling lesstof voor toets morgen
Vragen stellen
Afsluiting
Slide 4 - Diapositive
Heb je vragen?
Steek je vinger op en
wacht tot je aan de beurt bent.
Slide 5 - Diapositive
Welk woord uit de tekst
van gister kende je nog niet?
Slide 6 - Carte mentale
Welke 2 woordraadstrategieën heb je gebruikt?
A
synoniem
B
voorbeeld
C
definitie/betekenis
D
tegenstelling
Slide 7 - Quiz
Woordraadstrategieën.
Welke gebruik jij meestal bij teksten?
A
Synoniem zoeken (ander woord met dezelfde betekenis)
B
Omschrijving zoeken
C
Voorbeeld zoeken
D
Ik zoek het op op internet
Slide 8 - Quiz
Waarom zijn woordraadstrategieën belangrijk?
A
Ze verbeteren de spellingvaardigheden van de lezers.
B
Ze zorgen ervoor dat lezers snel kunnen lezen zonder woorden te raden.
C
Ze vergroten de woordenschat van de lezers.
D
Ze helpen lezers om betekenis uit de tekst te halen, zelfs als ze niet alle woorden kennen.
Slide 9 - Quiz
H4 Woordenschat
Synoniem, homoniem, homofoon
Slide 10 - Diapositive
Wat weten we er nog van?
Synoniemen
In de volgende slides lees je steeds twee woorden .
Ze horen bij een ander woord. Dit woord is een synoniem, ofwel een woord met meerdere betekenissen.
Bijvoorbeeld: Welk woord past hierbij?
lichaamsdeel - berooid
Antwoord:
arm
Slide 11 - Diapositive
Welk woord past hier bij?
zitmeubel - geldinstelling
Slide 12 - Question ouverte
Welk woord past hier bij?
koning - vrieskou
Slide 13 - Question ouverte
Welk woord past hier bij?
hoofdsteun - zoenen
Slide 14 - Question ouverte
Welk woord past hier bij?
een examen niet halen - vallen, dalen
Slide 15 - Question ouverte
Welk woord past hier bij?
zojuist - keurig
Slide 16 - Question ouverte
Homoniem
Een woord met meerdere betekenissen.
De schrijfwijze is hetzelfde.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Wat is het verschil tussen een homoniem en een synoniem?
Slide 21 - Question ouverte
Vind de juiste betekenis...
Slide 22 - Diapositive
De [aanslag] kun je makkelijk verwijderen.
A
misdadige aanval
B
laagje afgezet vuil
C
ernstige benadeling
Slide 23 - Quiz
U kunt het beste de [ring] nemen om er te komen.
A
cirkelvormig voorwerp
B
strijdperk
C
kring
D
rondweg
Slide 24 - Quiz
Wat een [spook]!
A
geest
B
waanvoorstelling
C
magere onuitstaanbare vrouw
Slide 25 - Quiz
De oude man begint te [malen].
A
fijnmaken
B
draaien(van een molen)
C
piekeren
D
in de war zijn
Slide 26 - Quiz
Het lijkt mij een nogal [sterk] verhaal.
A
stevig gemaakt
B
veel van een bepaalde stof bevattend
C
vol spierkracht
D
overdreven
Slide 27 - Quiz
Carla wil [zich aansluiten] bij de tennisclub.
A
telefonisch verbinden
B
het met iets eens zijn
C
lid worden
Slide 28 - Quiz
Homofoon
Soms klinken twee woorden hetzelfde, maar schrijf je ze anders.
Mijn tante lacht altijd heel
hard
.
Mijn
hart
klopt heel snel.
Slide 29 - Diapositive
Ze
leiden
ons de weg naar het hotel.
Wij
lijden
veel pijn na onze valpartij.
A
homoniem
B
homofoon
C
synoniem
Slide 30 - Quiz
Synoniem
Homoniem
Homofoon
Rauw / Rouw
Knop (boom) /
Knop (toetsenbord)
doelman / keeper
wei / wij
Bok (turnen) / Bok (mannetjesgeit)
Slide 31 - Question de remorquage
Dus:
Synoniem
= 2 woorden, 1 betekenis
Homoniem
= 1 woord, 2 betekenissen
Homofoon
= 2 woorden, 2 betekenissen,
zelfde
klank.
Slide 32 - Diapositive
Zoek online een plaatje of maak een foto van iets wat een homoniem/homofoon is.
Slide 33 - Question ouverte
Wat is het pers. vnw.?
Jullie moeten hem deze vraag stellen.
Slide 34 - Question ouverte
Wat is het pers. vnw.?
Kunt u me morgen naar de bioscoop brengen?
Slide 35 - Question ouverte
Wie haalt jullie op?
jullie =
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 36 - Quiz
mijn huis.
mijn=
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 37 - Quiz
Wij hebben ons vergist.
wij =
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 38 - Quiz
Is 'mij' persoonlijk of bezittelijk:
Dat boek is van mij.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 39 - Quiz
Zijn pen doet het niet.
Is 'zijn' een bezittelijk of een persoonlijk voornaamwoord?
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
Slide 40 - Quiz
Wat is het bez. vnw.?
Mijn telefoon is zoek.
Slide 41 - Question ouverte
Wat is het bez. vnw.?
Heb jij mijn tas meegenomen ?
Slide 42 - Question ouverte
Wat is het bez. vnw?
Smaakt jouw kroket ook zo vies?
Slide 43 - Question ouverte
Komen jullie ook naar de kampioenswedstrijd kijken?
'jullie' is een
A
bezittelijk vnw.
B
persoonlijk vnw.
Slide 44 - Quiz
Jullie paspoorten zijn niet meer geldig.
'Jullie' is een
A
bezittelijk vnw.
B
persoonlijk vnw.
Slide 45 - Quiz
Deze glutenvrije spaghetti is speciaal voor mij gemaakt.
'mij' is een
A
bezittelijk vnw.
B
persoonlijk vnw.
Slide 46 - Quiz
Maak een zin met een persoonlijk voornaamwoord.
Slide 47 - Question ouverte
Maak een zin met een bezittelijk voornaamwoord.
Slide 48 - Question ouverte
Ik snap het verschil tussen een persoonlijk voornaamwoord en een bezittelijk voornaamwoord
A
ja
B
nee
Slide 49 - Quiz
Heb je vragen?
Steek je vinger op en
wacht tot je aan de beurt bent.
Slide 50 - Diapositive
Evaluatie
wat ging er goed en wat minder?
is het leerdoel helder?
weet je wat je moet doen?
heb je vragen en of opmerkingen?
Slide 51 - Diapositive
Slide 52 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Synoniemen, homoniemen en homofonen
Décembre 2020
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
3K H4 Woordenschat les 1: Homoniemen
Mars 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
1h2 03.02.2023 Woordraadstrategieën
Janvier 2023
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
synoniem homoniem homofoon
Mars 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Herhaling pers. vnw. en bez. vnw.
Janvier 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
Verwijswoorden - les 4 - bez. vnw.
Septembre 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 8
(Nakijken 8 en 9 van Gram. H1), herhalen woordsoorten klas 1, oefenen
Septembre 2017
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Herhalen woordsoorten, uitleg bez, wknd en wkg vnw
Septembre 2017
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2