J3 Th6 Bloed

Transport
BS1 Bloed
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Transport
BS1 Bloed

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van de les kunnen jullie: 
  • Samenstelling van het bloed: plasma, rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes en de fucties van de onderdelen benoemen. 

Slide 2 - Diapositive

Bloed

Slide 3 - Carte mentale

Samenstelling van het bloed
Bloed bestaat uit bloedlichaampjes. 

Rode bloedlichaampjes zijn platte schijfjes en de witte bloedlichaampjes zijn groter en onregelmatig. De bloedplaatjes zitten in de rode bloedlichaampjes. Al deze onderdelen zweven in bloedplasma.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Bloedplasma
  • Bloed bestaat voor 55% uit bloedplasma
  • In het bloedplasma zitten eiwitten (fibrinogeen) (7%)
  • Het bloedplasma vervoert veel stofjes (voedingsstoffen, koolstofdioxide, afvalstoffen) 
  • Zorgt voor warmte verspreiding

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Rode bloedcellen
Bevatten hemoglobine dat zuurstof en koolstofdioxide kan binden. De functie van de rode bloedcellen: transport van zuurstof en koolstofdioxide 

Rode bloedcellen ontstaan in het  rode beenmerg.
Worden na vier maanden weer afgebroken in de lever, milt. 

Slide 8 - Diapositive

Kenmerken rode bloedcellen

  • Ronde schijfjes
  • Licht ingedeukt
  • Geen celkern
  • Zuurstof transport
  • 5.000.000 per mm3
  • Bevat rode kleurstof
  • Hemoglobine

Slide 9 - Diapositive

Witte bloedcel, hoe werkt die?

Slide 10 - Diapositive

Rode bloedcellen
Bloedplaatjes

Slide 11 - Diapositive

Goed om te weten
Pus: een mengsel van dode witte bloedcellen gedode bacteriën.
Etter: is een ander woord voor pus
Hemoglobine: een stof is die rode bloedcellen maakt
Trombose: een ander woord voor een bloedprop (door bloedstolling) in een bloedvat.

Slide 12 - Diapositive


Uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?
A
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
B
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
C
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 13 - Quiz

Wat zorgt er voor de rode kleur in rode bloedcellen? Dit kan zuurstof vervoeren.
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Glycogeen
D
Hemoglobine

Slide 14 - Quiz

Iemand met bloedarmoede heeft te weinig...
A
Zuurstof
B
Voedingsstof
C
Hemoglobine
D
Bloed

Slide 15 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak van de rode bloedcellen?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
voedingsstoffen vervoeren

Slide 16 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Voedingsstoffen vervoeren

Slide 17 - Quiz

Welk van de volgende onderdelen van het bloed heeft geen vaste vorm?
A
bloedplaatjes
B
rode bloedcellen
C
witte bloedcellen
D
bloedplasma

Slide 18 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak van de bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Vervoeren voedingsstoffen

Slide 19 - Quiz

Vragen??

Slide 20 - Carte mentale

Aan de slag!
Boek 4B
Thema 6: 
Lezen basisstof 1 (bladzijde 86 t/m 91) 
Maken opdracht 1 t/m 8 (vanaf blz 90 in werkboek)

Slide 21 - Diapositive