Klimaten

 3.3 Klimaten


H2 Zuid-Amerika

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

 3.3 Klimaten


H2 Zuid-Amerika

Slide 1 - Diapositive

Klimaatfactoren
Ligging van klimaat-, vegetatie- en landschapszones worden bepaald door klimaatfactoren:
  • Breedteligging
  • Hoogteligging
  • Loef/lijzijde
  • Invloed zee- en luchtstromen

  • Wat verstoort af en toe het patroon van zee- en luchtstromen? 
El Nino

Slide 2 - Diapositive

Intertropische convergentiezone (ITCZ)
Het lagedrukgebied rond de evenaar.

Slide 3 - Diapositive

ITCZ

Slide 4 - Diapositive

Bij welk druk gebied valt veel neerslag
A
Hoog
B
Laag

Slide 5 - Quiz

Tot welke breedtegraad komt de ITCZ
A
30 graden NB en ZB
B
23,5 graden NB en ZB
C
10 graden NB en ZB
D
25 graden NB en ZB

Slide 6 - Quiz

ITCZ ten zuiden van de evenaar (januari)
ITCZ ten noorden van de evenaar (juli)

Slide 7 - Diapositive

Passaat en Moesson

Slide 8 - Diapositive

Op welk halfrond heeft de wind een afwijking naar rechts?
A
Noordelijk
B
Zuidelijk
C
Beide halfronden
D
Geen van beide

Slide 9 - Quiz

Waar zorgt het 'omdraaien' van de passaat voor?
A
Moesson
B
Regenseizoen
C
Droog seizoen
D
Passaat

Slide 10 - Quiz

Noordoost passaat
Zuidoost passaat
Afwijking naar rechts
Afwijking naar links
L
H
H
H
L
L
H

Slide 11 - Question de remorquage

A-klimaat
B klimaat
C klimaat
D klimaat
E klimaat

Slide 12 - Question de remorquage

Slide 13 - Vidéo

Klimaatclassificatie volgens Köppen
A: Tropisch
B: Aride
C: Maritiem/Zee
D: Continentaal/Land
E: Polair
(H2) Klimaatgebied is niet hetzelfde als landschapszone

Slide 14 - Diapositive

Voorbeeld
Zet de juiste letters van het klimaatsysteem van Köppen bij de juiste plek op de wereld.

Let op: bij 1 vakje een dubbel antwoord.
EH
Af
BW
Cf
Df
ET

Slide 15 - Question de remorquage

Welke 2e letter van het klimaatsysteem hoort waar?
Savanne
Tropisch Regenwoud
Droog; er groeien struikjes en gras, maar geen bomen. 
Te droog voor begroeiing
Koud, maar begroeiing mogelijk
IJskap
s
w
f
F
T
W
S

Slide 16 - Question de remorquage

Welke 2e letter van het klimaatsysteem hoort waar?
Winterdroogte
Zomerdroogte
Droogteseizoen ontbreekt
Steppe
Woestijn
Toendra
Vriest
s
w
f
F
T
W
S

Slide 17 - Question de remorquage

Klimaatfactoren
Ligging van klimaat- vegetatie- en landschapszones wordt bepaald door klimaatfactoren:
  • breedteligging
  • hoogteligging
  • loef- / lijzijde
  • invloed van zee- en luchtstromen

Slide 18 - Diapositive

Klimaatfactoren
Ligging van klimaat- vegetatie- en landschapszones wordt bepaald door klimaatfactoren:
  • breedteligging
  • hoogteligging
  • loef- / lijzijde
  • invloed van zee- en luchtstromen

Slide 19 - Diapositive

Verklaar het verschil tussen A (BW) en F (Af).

Slide 20 - Question ouverte

Loef- en lijzijde Andes
30º en 60º ZB: westenwinden -> De westkant van het Andesgebergte is hier de loefzijde (regen) en de oostkant de lijzijde (droog). 

Zuid-Chili: overgangszone (Cs, mediteraan) tussen droge noorden (BW) en zeeklimaat (Cf).

Zuid-Argentinië: pampa's (grasvlakten) in  Patagonië.

Slide 21 - Diapositive

Mangrove en pampa's
In kustgebieden met een (sub)tropisch klimaat groeien onafhankelijk van de hoeveelheid neerslag in dat gebied mangrovebossen.

Pampa's in Patagonië.

Slide 22 - Diapositive

Vegetatiezones
In Zuid-Amerika zijn drie soorten vegetatiezones met een savanneklimaat (Aw):
  • Grassavanne met bomen -> Llanes 
  • Savanne met doornstruiken en galerijbossen langs de rivieren -> Caatinga
  • Boomsavanne -> Cerrado

Slide 23 - Diapositive

Vegetatie
In kustgebieden met een (sub)tropisch klimaat groeien onafhankelijk van de hoeveelheid neerslag in dat gebied mangrovebossen. 

In Patagonië strekken zich eindeloze grasvlaktes uit, de
Pampa's. 


Hoe?
Staan in brak en zout water

Slide 24 - Diapositive

El Niño

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

terugkoppelingsmechanisme
Als een initiële temperatuurverandering door zo' n proces wordt versterkt, spreken we van een positieve terugkoppeling, wordt de verandering tegengegaan dan heet dat een negatieve terugkoppeling.

Slide 27 - Diapositive