3.7 Grammatica - les 1

Welkom!
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
-Dagopening
-Terugblik 3.5 Woorden
-Begin maken met 3.7 Grammatica

Slide 2 - Diapositive

3.5 Woorden
Ik ken ongeveer 30 nieuwe woorden rondom het thema 'onderwijs'.

Slide 3 - Diapositive

Levend Memory
Woorden blz. 193

Slide 4 - Diapositive

Nakijken
opdracht 6, 8 + 10 t/m 13

Antwoordmodel -> zie Magister - ELO - Studiewijzers

Slide 5 - Diapositive

3.7 Grammatica
Ik kan de lijdende en bedrijvende vorm herkennen en gebruiken.

Slide 6 - Diapositive

Startopdracht
Opdracht 1 
(blz 206)

Slide 7 - Diapositive

Bedrijvende vorm
Jara laat de hond uit.
In deze zin is Jara het onderwerp. Zij doet iets: zij laat de hond uit.
In deze zin verricht het onderwerp de handeling uit het werkwoordelijk gezegde. Zo’n zin noemen we bedrijvend of actief.

Andere voorbeelden van bedrijvende zinnen:
De docent legt het meewerkend voorwerp uit.
De leerlingen maken de oefeningen.

Slide 8 - Diapositive

Lijdende vorm
De hond wordt uitgelaten.

In deze zin is de hond het onderwerp. Dit onderwerp doet zelf niets. In deze zin ondergaat het onderwerp de handeling van het werkwoordelijk gezegde. Zo’n zin noemen we lijdend of passief.

Andere voorbeelden van lijdende zinnen:
Het meewerkend voorwerp wordt uitgelegd.
De oefeningen worden gemaakt.

Slide 9 - Diapositive

Van bedrijvend naar lijdend
Van een bedrijvende zin waarin een lijdend voorwerp staat, kun je een lijdende zin maken. Het lijdend voorwerp van de bedrijvende zin wordt het onderwerp van de lijdende zin.

Jara | laat | de hond | uit.                           De hond | wordt | uitgelaten | door Jara.

 


Slide 10 - Diapositive

Door-bepaling
De hond wordt uitgelaten door Jara.

In sommige passieve zinnen staat informatie over wie de handeling uit het werkwoordelijk gezegde verricht. Het zinsdeel met door maakt duidelijk wie iets doet. Dit noemen we een door-bepaling. De door-bepaling benoemen we in de zinsontleding als bijwoordelijke bepaling (bwb).

 


Slide 11 - Diapositive

Lijdende vorm
Lijdende zinnen bestaan altijd uit een vorm van het hulpwerkwoord worden of zijn + voltooid deelwoord:
-In de onvoltooide tijd staat altijd worden/werden + voltooid deelwoord
   De hond wordt door Jara uitgelaten. (o.t.t.)
   De hond werd door Jara uitgelaten. (o.v.t.)
-In de voltooide tijd staat altijd zijn/waren + voltooid deelwoord.
  De hond is door Jara uitgelaten. (v.t.t.)
  De hond was door Jara uitgelaten. (v.v.t.)

 



Slide 12 - Diapositive

Kenmerken lijdende vorm
1 Het onderwerp doet zelf niets, maar ondergaat de handeling.
2 Er staat een door-bepaling in, of die kun je erbij bedenken.
3 De zin bevat een vorm van het hulpwerkwoord worden of zijn + voltooid 
   deelwoord.

 



Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Opdracht
Opdracht 1, 4a, 5

Slide 15 - Diapositive