Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
TH1M02 Clichés over nationaliteiten
Quiz over België en de buren.
Klik op het juiste antwoord of schrijf het juiste antwoord.
1 / 16
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
Hoger onderwijs
Cette leçon contient
16 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Quiz over België en de buren.
Klik op het juiste antwoord of schrijf het juiste antwoord.
Slide 1 - Diapositive
Toen ik klein was, .... (lopen) ik altijd op de trap
A
liep
B
loop
Slide 2 - Quiz
Hoe heet een inwoner van het land van 'sole mio'? Hij maakt de beste pizza's! Hij is een ...
Slide 3 - Question ouverte
Het grote land waar Vladimir al decennia lang president is.
A
Rusland
B
Russia
Slide 4 - Quiz
De inwoners van dit land heten de Spanjaarden.
A
Espagnola
B
Hispanilla
C
Spanje
D
Sponsje
Slide 5 - Quiz
In dit land wonen de Fransen, de hoofdstad is Parijs. Het land heet ...
Slide 6 - Question ouverte
In dit buurland is alles goed georganiseerd, ze drinken graag bier en hun auto's zijn populair.
Slide 7 - Question ouverte
Volgens het cliché is deze Belg tamelijk rijk, hij werkt hard en hij houdt niet van België.
A
De Vlaming.
B
De Vlaamse.
C
De Flamingo.
D
De Vlaanderaar.
Slide 8 - Quiz
Deze sympathieke Belgen spreken meestal Frans en wonen in het zuiden van België.
A
De Walloniërs
B
De Walen.
Slide 9 - Quiz
Dit zijn de sympathiekste Europeanen.
Ze houden van chocolade, frietjes en pintjes, ze zijn mooi en intelligent, ...
A
De Belgiërs
B
De Belgers
C
De Belgen
Slide 10 - Quiz
Definities van eigenschappen
Maak zelf een definitie.
Bijvoorbeeld:
Hij is niet actief en ligt de hele dag in de zetel.
Hij is ---(biep)---
Slide 11 - Diapositive
Gesprekje over (nationaliteit)
Slide 12 - Diapositive
Voorbereiding
Je krijgt een nationaliteit (via chat / mail)
Welke clichés ken jij over deze mensen?
Beschrijf enkele eigenschappen.
(Inspiratie: organisatie, karakter, eten en drinken, attributen, sport, jobs...)
Bijvoorbeeld: Ze lachen altijd.
Slide 13 - Diapositive
Gesprekje
Beschrijf de positieve en negatieve clichés.
'Ik vind dat ze ...'
'Ik vind ze + adjectief'
Luister naar je collega's.
Over welke nationaliteit praten zij?
Klopt het? Ben je het daarmee eens?
Slide 14 - Diapositive
Morgen: testje over clichés en stereotypische eigenschappen: gesprekje over nationaliteiten, ik vind dat, daar ben ik het mee eens, ...
Slide 15 - Diapositive
ik dacht
ik viel
ik zocht
ik zei
ik zag
ik zong
ik zat
ik deed
ik ging
ik liep
ik kocht
ik kon
denken
vallen
zoeken
zien
zeggen
zitten
doen
gaan
lopen
kopen
kunnen
Slide 16 - Question de remorquage
Plus de leçons comme celle-ci
TH1S hh de belgen
Décembre 2023
- Leçon avec
19 diapositives
NT2
Hoger onderwijs
T1M-Deel4-Zo zijn de Belgen
Novembre 2022
- Leçon avec
20 diapositives
Grammatica: Werkwoorden 'hebben' en 'zijn'
Septembre 2023
- Leçon avec
12 diapositives
Grammatica
Secundair onderwijs
De Noormannen 3
Mars 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Geschiedenis
Secundair onderwijs
Het werkwoord 'zijn'
Septembre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Grammatica
Secundair onderwijs
Mijn identiteit
Septembre 2024
- Leçon avec
39 diapositives
GASV
Buitengewoon secundair onderwijs
De Noormannen 2
Février 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Geschiedenis
Secundair onderwijs
Kinderrechten 2024
Février 2023
- Leçon avec
20 diapositives
W.O.
Lager onderwijs