K3 Kern les 54: retorische vraag en ironie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

K3 Kern les 54

Retorische vraag & ironie

Voorbeeld van een retorische vraag

Voorbeeld van ironie

1. Maak dat speelgoed maar kapot.
2. Doe eens voorzichtig met dat speelgoed.
3. Geef dat speelgoed maar aan mij.
4. Waarom maak je dat speelgoed kapot?

Is dit een retorische vraag: ja of nee?
Weet u de weg naar het station?

Is dit een retorische vraag: ja of nee?
Kun je niet een beetje uit je doppen kijken?

Is dit een retorische vraag: ja of nee?
Kun je me even helpen met die vraag?

Is dit een retorische vraag: ja of nee?
Ben je wel helemaal normaal?

"Wat weet jij nu van huiswerk maken?" zegt een docent tegen een leerling die nooit zijn huiswerk af heeft. Leg uit waarom dit een retorische vraag is.

Schrijf de retorische vragen in je map. Daarna gaan we dit bespreken.

Schrijf jouw antwoorden in je map. Daarna gaan we dit bespreken.

Bedenk zelf een retorische vraag.

Bedenk een situatie waarin deze zin ironisch bedoeld is: "Wat zie jij er geweldig uit!"

Bedenk een situatie waarin deze zin niet ironisch bedoeld is: "Wat zie jij er geweldig uit!"

Einde van deze les.

Denken jullie aan het wekelijks oefenen in NUMO?

Dank voor de aandacht:)