Werkwoordspelling - werkwoordschema

Basisopstelling
Ga op je eigen plek zitten en leg je spullen klaar: 
Huiswerk open op tafel, boek klaarleggen, laptop opstarten
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Basisopstelling
Ga op je eigen plek zitten en leg je spullen klaar: 
Huiswerk open op tafel, boek klaarleggen, laptop opstarten

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Leg jouw materialen klaar voor de les. 
  • Leesboek
  • Lesboek, laptop, schrift, pen/potlood 
  • het gemaakte huiswerk 

We starten 5 minuten na de bel. 
WELKOM 2KM
👨‍🏫 DIT GAAN WE VANDAAG DOEN
H4 - oefenen Taalverzorging
LASTIGE WERKWOORDEN
👨‍🏫 Volgorde van de les
1- LEZEN
2- HUISWERK BESPREKEN
3- INSTRUCTIE
4- ZELFSTANDIG WERKEN 




Belangrijke mededelingen
Vrijdag 8 april SO - taalverzorging

timer
1:00

Slide 4 - Diapositive

RAADSEL
👨‍🏫 Volgorde van de les
1- LEZEN
2- HUISWERK BESPREKEN
3- INSTRUCTIE
4- ZELFSTANDIG WERKEN




Iedereen werkt stil.

Vragen stellen door vinger opsteken.

Overleggen met klasgenoten.
 "Wat heeft 's morgens vier benen, 's middags twee en 's avonds drie?"

Slide 5 - Diapositive

LEZEN
👨‍🏫 Volgorde van de les
1- LEZEN
2- HUISWERK BESPREKEN
3- INSTRUCTIE
4- ZELFSTANDIG WERKEN




timer
1:00
Iedereen werkt stil.

Vragen stellen door vinger opsteken.

Overleggen met klasgenoten.
Voor volgende week moet je t/m blz. 53 lezen.

Slide 6 - Diapositive

LEZEN
👨‍🏫 Volgorde van de les
1- LEZEN
2- HUISWERK BESPREKEN
3- INSTRUCTIE
4- ZELFSTANDIG WERKEN




timer
1:00
Iedereen werkt stil.

Vragen stellen door vinger opsteken.

Overleggen met klasgenoten.
Voor volgende week moet je t/m blz. 53 lezen.
Leg het werkblad van Meewerkend Voorwerp op de hoek van de tafel.

Nog niet (af)gemaakt?
Maak eerst de achterkant van het blad.
Ga daarna verder met lezen. 

Slide 7 - Diapositive

HOE WEET JE ZEKER DAT JE 
WERKWOORDEN GOED SCHRIJFT?
Bespreek met je tafelmaatje hoe je de juiste werkwoorden in de onderstaande zinnen vind.

  • De papierprop __________naast de prullenbak.
  • Als ik hem niet opruim, dan ___________ik zelf in de prullenbak. 
  • De docent is blij dat de prop de tweede keer wel in de papierbak is ___________. 
👨‍🏫 Volgorde van de les
1- LEZEN
2- HUISWERK BESPREKEN
3- INSTRUCTIE
4- ZELFSTANDIG WERKEN




timer
1:00
Iedereen werkt stil.

Vragen stellen door vinger opsteken.

Overleggen met klasgenoten.

Slide 8 - Diapositive

ZO WEET JE ZEKER DAT JE
WERKWOORDEN GOED SCHRIJFT
MOET JE WEL EEN PERSOONSVORM OPSCHRIJVEN?
Wat hebben de PERSOONSVORM en het ONDERWERP met elkaar te maken?


👨‍🏫 Volgorde van de les
1- LEZEN
2- HUISWERK BESPREKEN
3- INSTRUCTIE
4- ZELFSTANDIG WERKEN



Iedereen werkt stil.

Vragen stellen door vinger opsteken.

Overleggen met klasgenoten.

Slide 9 - Diapositive

DIT HEBBEN DE PERSOONSVORM EN HET ONDERWERP MET ELKAAR TE MAKEN?


👨‍🏫 Volgorde van de les
1- LEZEN
2- HUISWERK BESPREKEN
3- INSTRUCTIE
4- ZELFSTANDIG WERKEN



"De baby kijkt in mama's mond."
"De baby keek in mama's mond."
"De baby heeft in mama's mond gekeken."
Iedereen werkt stil.

Vragen stellen door vinger opsteken.

Overleggen met klasgenoten.

Slide 10 - Diapositive

HOE WEET JE ZEKER DAT JE 
WERKWOORDEN GOED SCHRIJFT?
Schrijf mee met het stappenplan. 
Je hebt hem straks nodig.
👨‍🏫 Volgorde van de les
1- LEZEN
2- HUISWERK BESPREKEN
3- INSTRUCTIE
4- ZELFSTANDIG WERKEN




timer
1:00
Iedereen werkt stil.

Vragen stellen door vinger opsteken.

Overleggen met klasgenoten.

Slide 11 - Diapositive

Maak de twee werkbladen af:
  •  HET STAPPENPLAN. 
  • WERKBLAD ZINSDELEN.

Vind eerst de persoonsvormen: 
(of niet...)

Check het bijbehorende onderwerp: WIE / WAT

Volg het stappenplan. 

KLAAR? 
Lever het blad in en ga lezen.
(Dit mag ook een stripboek zijn)
ZELFSTANDIG WERKEN 
👨‍🏫 Volgorde van de les
1- LEZEN
2- HUISWERK BESPREKEN
3- INSTRUCTIE
4- ZELFSTANDIG WERKEN



timer
1:00

Slide 12 - Diapositive

Schrijf een zin op van minimaal 7 woorden met een meewerkend voorwerp.
Zet ook je naam erbij.

Jouw zin mag natuurlijk niet hetzelfde zijn als die van je buurman of buurvrouw...

Klaar? Lever hem in!
FORMATIEVE OEFENING
👨‍🏫 Volgorde van de les
1- LEZEN
2- HUISWERK BESPREKEN
3- INSTRUCTIE
4- ZELFSTANDIG WERKEN



Slide 13 - Diapositive