Taal groep 4 - dictee les 1 - taal thema 8

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 4

Spelling

We maken het dictee van les 1. 

Weet je nog?

In de avond kun je kijken naar het .....journaal.

1. kinder
2. jeugd
3. gekke
4. andere

Meervoud.
Eén lezer, twee ....

Niet gisteren, niet morgen, maar .....

1. eergisteren
2. overmorgen
3. vandag
4. vandaag

Meervoud.
Een vogel. Twee ...

Meervoud.
Een vorm. Twee...

Meervoud.
Een regel. Twee ....

Ik ben mijn fruit aan het ....

Niet het begin, maar het ....

Taal

We oefenen met:

• lidwoord
• zelfstandig naamwoord
• bijvoeglijk naamwoord

Saskia heeft twee katten.

Zelfstandig naamwoord.

1. Saskia
2. heeft
3. twee
4. katten

.. mooie bal.

Lidwoord.

Hanne kan een snelle radslag.

Bijvoeglijk naamwoord.

1. Hanne
2. een
3. snelle
4. radslag

Vul een bijvoeglijk naamwoord in.

De ... kinderen werken hard.

Luciano gaat van de glijbaan.

Zelfstandig naamwoord.

1. Luciano
2. gaat
3. glijbaan
4. van

Vul het zelfstandig naamwoord in.
Laura drinkt een ... water

Wat heb ik vandaag geleerd?