taal woordsoorten les 2, blok 8

• Taal
• Basisschool
• Groep 4

We gaan oefenen met de verschillende woordsoorten.

lidwoord

zelfstandig naamwoord

bijvoegelijk naamwoord

voorzetsel

werkwoord

lidwoord

de/het/een

zelfstandig naamwoorden

mens, dier of ding

werkwoorden

doewoorden

voorzetsel

bijvoegelijk naamwoorden

Het zegt iets over het zelfstandig naamwoord

Zoek in huis...

een zelfstandig naamwoord

Wat zijn de lidwoorden?

Het bijvoegelijk naamwoord

1. is een doewoord.
2. zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
3. staat altijd in de zin.

Wat is een werkwoord?

1. in
2. blije
3. ogen
4. fietsen

Noem een voorbeeld van een voorzetsel

Wat is een zelfstandig naamwoord?

1. fiets
2. over
3. de
4. klimmen

voorzetsel

lidwoord

bijvoegelijk
naamwoord

werkwoord

zelfstandig
naamwoord

In

het

bos

wonen

wilde 

dieren. 

Het varkentje rolt door de modder.

Wat is het voorzetsel in deze zin?

1. Het
2. varkentje
3. de modder
4. door

bijvoegelijk naamwoord

lidwoord

werkwoord

Wij

schuilen

voor

de

harde 

regen. 

Gaan Lieke en Isa al naar school?

Wat is het werkwoord in deze zin?

Ga naar Snappet. 

opgave 1c