Taal groep 4 - thema 8 - dictee les 5+7

Spelling
We maken het dictee van les 5+7
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Spelling
We maken het dictee van les 5+7

Slide 1 - Diapositive

Weet je het nog?

Slide 2 - Diapositive

Weet je het nog?

Slide 3 - Diapositive

Ik laat mijn haren knippen bij de ....
A
winkel
B
kaper
C
kapper
D
kappur

Slide 4 - Quiz

Deze vrouw heeft blonde ...

Slide 5 - Question ouverte

Geen peer, maar een ...

Slide 6 - Question ouverte

In Artis zijn drie ...
A
aapen
B
aap
C
dieren
D
apen

Slide 7 - Quiz

Het kind speelt met de rode ...

Slide 8 - Question ouverte

Ik heb blauwe ...

Slide 9 - Question ouverte

Dat doe je als je applaus geeft.
A
klappen
B
juichen
C
klapen
D
juigen

Slide 10 - Quiz

Taal
We oefenen met:
  • lidwoord
  • zelfstandig naamwoord
  • bijvoeglijk naamwoord
  • voorzetsel
  • werkwoord

Slide 11 - Diapositive

Daphne gaat op vakantie naar Zwitserland.
Voorzetsel.
A
op
B
op vakantie
C
naar
D
Zwitserland

Slide 12 - Quiz

Voorzetsel.
Jax fietst ... het bos

Slide 13 - Question ouverte

Op vakantie ga ik zwemmen in de zee.

Werkwoord.
A
Op vakantie
B
zwemmen
C
in de zee
D
in

Slide 14 - Quiz

Werkwoord.
Hanne ... taart.

Slide 15 - Question ouverte

Zelfstandig naamwoord.

... vliegt in de lucht.
A

Slide 16 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord.

De tiende plek is voor mij.
A
de tiende plek
B
tiende
C
voor mij
D
plek

Slide 17 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord.
Ik zie een ... beer.

Slide 18 - Question ouverte

Maak een zin.
Bijvoeglijk naamwoord + zelfstandig naamwoord.

Slide 19 - Question ouverte

Hoe ging deze les?

Slide 20 - Question ouverte