W37 BIO HSS 2KL/K THEMA 1 VERBRANDING EN ADEMHALING BS 4 t/m 6

BS 3: Verbranding in je lichaam 
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

BS 3: Verbranding in je lichaam 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 
Maak woordenlijst van bs 4 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neuslijmvlies 
Binnenkant van de neusholte.
Is erg vochtig.
Lucht vochtig maken



Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neusharen 
Vooraan in de neusholte.
Grote stofdeeltjes tegenhouden.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

slijmproducerende cellen 
In de neuslijmvlies.
Produceren Slijm
Ziekte verwekkers en kleine stofdeeltje

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Trilhaarcellen
In de neuslijmvlies.
Verplaatsen van slijm NAAR KEELHOLTE

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reukzintuig
Boven in de neusholte.
Ruiken 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel 
  •  Je moet de verbranding in je lichaam kunnen beschrijven.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordenlijst 
  • zuurstof 
  • koolstofdioxide 
  • water
  • energie ( warmte) 
  • verbranding 
  • brandstof 
  • glucose 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbranding
  • Vindt  plaats in elke cel van je lichaam.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Brandstof en zuurstof gemixt 
Glucose en Zuurstof 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Reactieschema van het verbrandingsproces:

Algemeen:  
Brandstof      +    zuurstof    -->     water    +    koolstofdioxide      +      energie
(brandstof)                                      (verbrandingsproducten)                 
                                                                                                                 
Auto:
Benzine      +      zuurstof     -->     water    +    koolstofdioxide      +      energie
(brandstof)                                        (verbrandingsproducten)               (warmte + beweging)

Kaars:
Kaarsvet      +     zuurstof     -->     water     +   koolstofdioxide      +     energie
(brandstof)                                      (verbrandingsproducten)                (warmte + licht)

Lichaam:
Glucose      +       zuurstof   -->      water + koolstofdioxide           +      energie
(brandstof)                                      (verbrandingsproducten)                (lichaamstemperatuur + beweging)
Alle processen in je cellen vragen energie

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Brandstoffen in het lichaam 
  • In het lichaam kunnen koolhydraten, vetten en eiwitten gebruikt worden als brandstoffen. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energiebehoefte 
De hoeveelheid die een lichaam nodig heeft. Kan afhangen van een groot aantal factoren: 
  1. leeftijd
  2. lichaamsgrootte 
  3. inspanning
  4. geslacht

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
  • Lezen bs 3
  • Neem lesson up door 
  • Maken woordenlijst bs 3
  • Maken opdrachten van bs 3 in digitaal omgeving 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BS 4 : Het ademhalingsstelsel  

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 
  • Je moet de delen van het ademhalingsstelsel kunnen noemen.
  • Je moet de kenmerken en functies van de delen van het ademhalingsstelsel kunnen noemen.
  • Je moet kunnen uitleggen dat de neusademhaling gezonder is dan mondademhaling.
  • Je moet de stand van de huig en van het strotklepje kunnen aangeven bij het ademhalen, bij het slikken en bij het verslikken.
Menu


Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem zoveel mogelijk functies van je neus.

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De organen van je ademhalingsstelsel, wat is wat?
neusholte
mondholte
keelholte
strottenhoofd
luchtpijp
bronchiën
longblaasje

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ademhalingsstelsel
  1. Lucht adem je in door je neus of je mond -> neusholte / mondholte
  2. Door de keelholte en het strottenhoofd naar de luchtpijp
  3. Luchtpijp vertakt in twee bronchiën
  4. Bronchiën vertakken zich in steeds kleinere buisjes (luchtpijptakjes)
  5. Aan het einde daarvan zitten longblaasjes

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neusholte
De neusholte is bedekt met neusslijmvlies. De slijmlaag is vochtig -> de lucht die je inademt wordt ook vochtig.

Snot is slijm dat teveel wordt aangemaakt. 

Bloedvaatjes warmen de lucht op.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lucht zuiveren
Ook je reukzintuig zit bovenin de neusholte.

Deze waarschuwt je bokvoorbeeld voor stinkende gassen die giftig of schadelijk kunnen zijn. 

Inademen door je mond is minder gezond. Waarom?

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Keelholte
Als je ademhaalt, zijn de slokdarm en luchtpijp allebei open.

Als je slikt, sluit de huig de neusholte af en het strotklepje sluit de luchtpijp af.

Soms sluiten de huig en/of het strotklepje niet goed -> Verslikking

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Luchtpijp en longen
De luchtpijp is een holle buis die aansluit op de onderkant van het strottenhoofd. 

De luchtpijp hebben kraakbeenringen in de wand. Deze zorgen voor stevigheid en zorgen ervoor dat hij altijd openstaat. 

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Luchtpijp en longen
 De bronchiën vertakken zich tot kleinere buisjes met aan het eind de longblaasjes

Daar wordt zuurstof opgenomen in het bloed en koolstofdioxide wordt uit het bloed weer afgegeven aan de lucht. 

Slide 31 - Diapositive

De wanden van de luchtpijp, bronchiën, buisjes en longblaasjes zijn bekleed met slijmvlies. Aan het slijm blijven stof en ziekteverwekkers plakken. Als het slijmvlies extra veel slijm maakt, ga je hoesten.

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 33 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

de luchtpijp vertakt zich in
A
bronchiën
B
longblaasjes
C
luchtpijpvaten
D
luchtpijptakjes

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

waarom kan er snel gaswisseling plaatsvinden in de longen?

A
de wand van de luchtpijp is erg dun
B
er zit een laagje slijm in de longblaasjes
C
Het oppervlak van de longblaasjes is groot
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

je kunt beter ademhalen door je neus omdat
A
de lucht dan wordt verwarmd
B
je gewaarschuwd wordt voor gevaarlijke stoffen
C
de lucht vochtig gemaakt wordt
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions