didactiekKOB2hfst4

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

                            Didactiek (boek KOB2)

Hoofdstuk 4 Klassenmanagement

Doelstellingen:

Na dit hoofdstuk heb je brede en specialistische kennis van begrippen en theorieën m.b.t. klassenmanagement.

Leraar

- Wat betekent een favoriete leerkracht/docent voor een leerling/student?

- Wie herinnert zich een bijzondere leraar van de basis -of middelbare school?  

- Wat maakte deze persoon speciaal?

Opdracht:

Verwerk in een Word bestand het volgende:
"Hoe heette je favoriete leerkracht?”

“Wat vond je zo bijzonder aan deze persoon?”

“Welke eigenschappen of kwaliteiten had hij/zij?”

Bewaar je deze opdracht. Later dit blok komen we hierop terug!

Wat is klassenmanagement?
Noem eens 3 woorden,
die bij je opkomen.

Wat is klassenmanagement?

Klassenmanagement is het creëren van een positieve en ordelijke omgeving voor leerlingen, zodat de voorwaarden optimaal zijn voor goed functioneren en leren.

Klassenmanagement

Klassenmanagement gaat over: 

- materiële zaken (zoals opbergsystemen)
- sfeer
- orde houden (regels en afspraken maken de leerlingen daar consequent op aanspreken)
- de inrichting van het lokaal

Klassenmanagement

Op het gebied van klassenmanagement kun je twee typen maatregelen onderscheiden:

- het pedagogisch klimaat
   de opvoedstijl van de leerkracht
   de regels en routines in de klas
   het straffen en belonen door de leerkracht

- de inrichting van het lokaal

Bedenk eens een ander woord voor pedagogisch klimaat?

Twee opvoedstijlen van de leerkracht

Autoritaire opvoedstijl > wat is het gevolg van een autoritaire opvoedstijl?

Sociaal geïntegreerde opvoedingsstijl 

* Wat is het verschil tussen regels en routines?

Schrijf op in eigen woorden 

(gebruik blz. 81/82)

Straffen en Belonen

Het pedagogisch klimaat wordt ook bepaald door de mate waarin de leerkracht straft en beloont en de middelen die daarvoor worden gebruikt. 

Kinderen leren meer van belonen dan van straffen!!

Straffen en Belonen

Waar moet een leerkracht voor zorgen als er straf wordt gegeven? 

• dat de straf in overeenstemming is met de ernst van de overtreding
• dat de straf rechtvaardig is
• dat de straf door de leerling als terecht en zinvol wordt ervaren

Aan de slag

- Lezen bladzijde 79 t/m 82

- Maken opdracht 4.02 a t/m d

- Noem minimaal 5 regels en 3 routines die op je PO gelden

- Zet dit in een Word bestand. Gebruik minimaal 300 woorden

- Lever in via Teams

Praatvraag: welk lokaal geeft je een beter gevoel? Waarom?

Klaslokaal 

Noem voor elk lokaal enkele tips en tops