Leescylcus

Leescyclus deel 1

Praten over een thema en daar ook fictie bij lezen.

Tweede Wereldoorlog

Maak een woordweb

Opdracht:

Maak een woordweb. Schrijf alles op waar jij aan denkt bij de Tweede Wereldoorlog.

Geef in elk geval antwoord op de volgende vragen:

- Welke groepen/kanten waren er in de oorlog?

- Wie was er goed? En wie was er slecht?

Uitwisselen

Opdracht:

Bespreek in groepjes jullie woordweb. Je vertelt om en om:

- Welke groepen/kanten waren er in de oorlog?
-  Wie was er (volgens jou) goed en wie was er slecht?

- Welke dingen heb je nog meer opgeschreven?

Jullie mogen elkaar ook vragen stellen over wat er is opgeschreven.

Verschillende kanten

Opdracht:

Elk groepje krijgt drie 'boeken':

1. Voorkant
2. Achterkant
3. Eerste pagina van het boek

Bekijk en lees elk boek. 

De vragen die je straks krijgt:

Zijn je gedachten/meningen over het onderwerp veranderd?

Welke groepen/kanten waren er in de oorlog?

Verschillende kanten

Opdracht:

Bespreek met elkaar:

Zijn je gedachten/meningen over het onderwerp veranderd?

Welke groepen/kanten waren er in de oorlog?

Ik vraag straks van een paar kinderen hun antwoord terug.

Verschillende kanten

Elk boek gaat over een andere kant/groep in de Tweede Wereldoorlog:

1. NSB'ers (Nederlanders die het met de Duitsers eens waren)
2. Joden
3. Mensen in het verzet

Welk boek/welke kant spreekt jou het meeste aan?

Van welk boek zou je een groter fragment willen lezen?

Van welk boek zou je een groter fragment willen lezen?

NSB'ers

Joden

Mensen in het verzet

Leescyclus deel 2

Praten over een thema en daar ook fictie bij lezen.

Tweede Wereldoorlog

Door met elkaar in gesprek te gaan, leer je meer over een onderwerp!

• Doel: Je denkt kritsich na over de rol van jouw gekozen groep in de oorlog.

Wat weet je al?

Opdracht:

Vul op het werkblad in wat je al weet over jouw gekozen groep.

Dit mag in steekwoorden. Bijvoorbeeld:

NSB: verraadden buren, hielpen Duitsers, voor Hitler

Lezen

Opdracht:

Er zijn groepjes gemaakt op basis van jullie keuzes:

Jullie lezen in drietallen het gekozen fragment. Je wisselt na elke bladzijde:

1. Leest voor

2. Vat samen

3. Voorspelt hoe het verder gaat

Heb je dyslexie en wil je liever niet voorlezen? Spreek dan af dat iemand anders vaker voorleest.

Verdiepen

Stap 1: (4 minuten)

Vul nu voor jezelf de vragen van het werkblad in. Daar krijg je een paar minuten voor.

Stap 2: (4 minuten)

Bespreek in je groepje wat jullie geleerd/ontdekt hebben.

Stap 3: (4 minuten)

Schrijf een berichtje aan de hoofdpersoon van jouw gekozen verhaal. Je vertelt waar je anders over bent gaan denken en tot welk inzicht je bent gekomen.

Je stuurt je berichtje via Teams naar je docent.