GYM 2 - dinsdag 20-8 (intro)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Maak een naambordje!

Vandaag:

1. Voorstellen mevrouw Koonings
2. Afspraken tijdens de les
3. Voorstelrondje
4. Het mooie vak Nederlands en de manier van werken
5. Herhalen grammatica lj 1
6. Aan de slag!
7. Huiswerk

Mevrouw Koonings

Mevrouw Koonings

Afspraken tijdens de les

1. Nieuw Nederlands, grammaticaboekje en schrift altijd meenemen.
2. Telefoons WEG!
3. Huiswerk niet gemaakt? Kom dat even melden.
4. Vraag of opmerking? Steek je hand op.
   
5. Is er iets? Meld het vooral!!!

Waarom is het vak Nederlands nuttig?

Onder andere hierom dus....

En nu weer even serieus.

Het komende jaar:

Nieuw Nederlands:

Lezen

Woordenschat

Spelling

Grammatica

Nexus (ondersteuning & creatief schrijven vanaf week 40)

​

Studiewijzer hele jaar staat in SOM!

Week 39 (woensdag 25 september):

SO 1: herhaling grammatica klas 1 met bijzinnen 

Hoe zien de lessen eruit?

1. Opening/planning
2. Herhalen stof + bespreken vragen/huiswerk
3. Nieuwe stof
4. Opdracht/werkvorm
5. Klassikale afsluiting - wat hebben we geleerd, hoe ging het?
6. Huiswerk volgende les

Korte pauze!

Lesdoel:

Jullie weten na de les weer hoe je de volgende functies kunt vinden:

- Persoonsvorm 

- Zinsdelen 

- Onderwerp 

- Ww-gez 

- Werkwoordsoorten

- Naamw. deel

- Lijdend voorwerp

- Bijwoordelijke bepaling

Hoe zat het ook alweer.....?

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Die jongen kan de bal best hard trappen.

Verdeel de zin in zinsdelen:
Die jongen kan de bal best hard trappen.

Wat is het onderwerp in deze zin?
Die jongen kan de bal best hard trappen.

Wat is de rest van het ww-gez?
Die jongen kan de bal best hard trappen.

Noem de werkwoordsoorten bij de werkwoorden:
Die jongen kan de bal best hard trappen.

Is er sprake van een naamw. deel? Zo nee, waarom niet?
Die jongen kan de bal best hard trappen.

Maak een zin met een naamwoordelijk deel.

Wat is het lijdend voorwerp?
Die jongen kan de bal best hard trappen.

Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Die jongen kan de bal best hard trappen.

Opdrachten

Maak de zinnen 1 t/m 10 van blad 1/2.

Eerst 10 minuten in stilte, daarna mag je overleggen!

Wat is het zinsdeel 'mij'?
Hij geeft mij de bloemen zonder bedankje.

op snoep.

van school.

naar vakantie.

in de hondenpoep.

Ik houd...

Hij trapte....

Ik verlang...

Ik ben gek...

Hoe ging het?

Volgende les

Huiswerk: maak alle zinnen van blad 1/2.

Gebruik het stappenplan en verdiep je 

in de stof van jaar 1!

Weet je iets niet meer? Zoek het op.