Les 8: Beknopte bijzin

Grammatica
Beknopte bijzin 

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen (Schrift & boek)
Laptop blijft in tas
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, mavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Grammatica
Beknopte bijzin 

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen (Schrift & boek)
Laptop blijft in tas

Slide 1 - Diapositive

Programma:
  • Uitleg beknopte bijzin

  • Z.s.

  • Nakijken

  • Afronden

Slide 2 - Diapositive

Vorige les:
Uitleg over tegenargumenten en weerleggingen

Toetsen nabesproken

Slide 3 - Diapositive

Boekverslag
Week 11, boekverslag.

14 dagen om een boek uit te lezen.

Meenemen volgende les.

Slide 4 - Diapositive

Kunnen/kennen
Beknopte bijzinnen herkennen en gebruiken.

Slide 5 - Diapositive

Beknopte bijzinnen
???

Slide 6 - Diapositive

Beknopte bijzinnen
Geen expliciet onderwerp
Geen persoonsvorm

Wel deelwoord (voltooid of onvoltooid)
Wel infinitief

Verwijzing onderwerp hoofdzin

Slide 7 - Diapositive

Beknopte bijzinnen
Uitgeput van de training plofte hij op de bank.

Volledige bijzin: Omdat hij uitgeput was van de training, plofte hij op de bank.

Waarom is dit een beknopte bijzin?
Uitgeput van de training bevat geen onderwerp en geen persoonsvorm.

De zin impliceert dat hij het onderwerp is, omdat hij degene is die uitgeput is.

Slide 8 - Diapositive

Beknopte bijzinnen

Om de wedstrijd te winnen, trainde hij elke dag.

Volledige bijzin: Omdat hij de wedstrijd wilde winnen, trainde hij elke dag.

Waarom is dit een beknopte bijzin?
Om de wedstrijd te winnen heeft geen onderwerp en geen persoonsvorm.

Het onderwerp (hij) wordt geïmpliceerd en komt uit de hoofdzin.

Slide 9 - Diapositive

Beknopte bijzinnen
Na het maken van zijn huiswerk ging hij voetballen.

Volledige bijzin: Nadat hij zijn huiswerk had gemaakt, ging hij voetballen.

Waarom is dit een beknopte bijzin?
Na het maken van zijn huiswerk bevat geen onderwerp en geen persoonsvorm.

Het onderwerp (hij) wordt geïmpliceerd en komt uit de hoofdzin.

Slide 10 - Diapositive

Vinden beknopte bijzin:
1. Zoek een bijzin zonder onderwerp en persoonsvorm

2. Controleer of de beknopte bijzin verwijst naar het juiste onderwerp

3. Kijk of je de beknopte bijzin kunt omzetten naar een volledige bijzin

Slide 11 - Diapositive

Waarom?
1. Beter spreken en schrijven

2. Fouten voorkomen

3. Beter begrijpen teksten

4. Efficiënter formuleren in formele en zakelijke taal.

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag met:
  • Argumentatie blz. 218 - 
Opdracht 1 t/m 6


Hoe? Per boek/schrift

Vragen:
Ik loop door door het lokaal. Vragen mag je alleen stellen als ik bij je ben.

Wat te doen als je wacht/klaar bent:
  • Boek lezen (nee geen mediatheek om een boek te lenen)

Voor hoe lang?




Groen: Overleggen met je klasgenoten mag. Heb je vragen? Wacht op de docent, of vraag je klasgenoot.
Oranje: We werken op fluisterniveau, vragen? Wacht op de docent.
Rood: We zijn stil aan het werk. Je vragen mag je op een later moment stellen.



timer
15:00

Slide 13 - Diapositive

Nakijken:

Slide 14 - Diapositive

Je kan nu:
  • Beknopte bijzinnen herkennen en gebruiken.

Op schaal van één tot vijf, hoe goed denk jij het leerdoel te hebben behaald. Eén betekent helemaal niet. Bij vijf beheers je de leerstof perfect!

Slide 15 - Diapositive

Na vandaag:
  • Kan jij één ding benoemen, die je nog niet wist, maar vandaag hebt geleerd?

Slide 16 - Diapositive

De volgende les:
Nakijken opdrachten

Slide 17 - Diapositive