Jezelf voorstellen

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Nederlands Fase 2

Jezelf voorstellen

Woordenschat (10 min.)

Maak twee zinnen met de woorden van woordenschat:

1. voornaam

2. achternaam

3. voorstellen

4. interesse

5. gesprek

Jezelf voorstellen kan best lastig zijn...

• Waar kun je allemaal op letten en wat is er belangrijk als je jezelf voorstelt?
  
  
• En ook belangrijk: wanneer stel je jezelf nu voor?

Wat moet je zeker doen als je jezelf voorstelt aan iemand?

Waar moet je op letten?

We hebben het al gehad over de HALS-vaardigheden.
Wie weet nog waar HALS voor staat?

• H = houding
• A = aankijken
• L = luisteren
• S = spreken

Spreektips

• Schrijf op wat je wil zeggen.
• Oefen wat je wil zeggen.
• Ga rechtop staan of zitten.
• Kijk degene aan tegen wie je praat.
• Praat rustig.
• Praat duidelijk.

Aan het werk

• Jullie gaan in tweetallen met elkaar in gesprek, waarbij je let op de spreektips en de HALS-vaardigheden.
• Stel jezelf eerst voor en voer daarna een gesprek over je hobby's, je favoriete muziek of serie of over het weekend.
  
  
• Daarna gaan we dit bespreken.

Hoe ging het gesprek?

1. Goed!
2. Het kan nog beter.

Wat voor TOP heb je voor jouw gesprekspartner?

Wat voor TIP heb je voor jouw gesprekspartner?

Bedankt voor jullie aandacht!