BS 2.3 In beweging 3VZ

BS 2.3 In beweging
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

BS 2.3 In beweging

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen hoe botten kunnen bewegen.
2. Je kunt uitleggen hoe een gewricht beweegt.
3. Je kunt 3 verschillende soorten gewrichten benoemen en de werking uitleggen.
4. Je kunt uiteggen hoe spieren je botten laten bewegen. 
5. Je kunt uitleggen hoe een spier werkt. 
6. Je kunt uitleggen wat er gebeurt als je traint. 

Slide 2 - Diapositive

Beenverbindingen
Botten zitten op vier verschillende manieren aan elkaar:

- Een naadverbinding
- Een vergroeiing
- Een gewricht
- Een kraakbeenverbinding 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Welk gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
rolgewricht
C
scharniergewricht

Slide 11 - Quiz

Welk gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
rolgewricht
C
scharniergewricht

Slide 12 - Quiz

Soms zitten er ook nog banden om een gewricht voor de stevigheid

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Maakwerk
Werkboek blz. 70 en 71
(leerboek 47 en 48)

Slide 15 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen hoe botten kunnen bewegen.
2. Je kunt uitleggen hoe een gewricht beweegt.
3. Je kunt 3 verschillende soorten gewrichten benoemen en de werking uitleggen.
4. Je kunt uiteggen hoe spieren je botten laten bewegen. 
5. Je kunt uitleggen hoe een spier werkt. 
6. Je kunt uitleggen wat er gebeurt als je traint. 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Houdt de botten bij elkaar en maakt gewrichtssmeer
Geeft extra versteviging 
Dit draait in de gewrichtskom
Voorkomt dat botten slijten.
Hierin draait de gewrichtsknobbel
Gewrichtsknobbel
Gewrichtskapsel
gewrichtsbanden
gewrichtssmeer
kraakbeen
Gewrichtskom

Slide 18 - Question de remorquage

Slide 19 - Lien

Noem drie grote spieren

Slide 20 - Question ouverte

Spierstelsel
Spieren 

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Quizz

Slide 29 - Diapositive

Hoeveel spieren heb je ongeveer?
A
500
B
200
C
400
D
600

Slide 30 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van groot naar klein
A
Spieren spiercellen spierstelsel
B
Spierstelsel Spieren Spiercellen
C
Spiercellen spieren spierstelsel

Slide 31 - Quiz

Spieren bestaan uit een groot aantal
A
pezen
B
spiervezels
C
vaatbundels
D
bloedvaten

Slide 32 - Quiz

Biceps
A
logisch gevolg
B
rondgang
C
huidarts
D
dikke spieren in de bovenarm

Slide 33 - Quiz

Pezen zijn taai, stevig en niet elastisch
A
onjuist
B
juist

Slide 34 - Quiz

Waar bestaan spieren uit?
A
Pezen
B
Spiervezels
C
Vlies

Slide 35 - Quiz

In je bovenarm heb je een armbuigspier, deze heet ook wel triceps
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quiz

De pezen zitten vast aan
A
je vel
B
je huid
C
je bot
D
je cellen

Slide 37 - Quiz

Maakwerk

Kader BS 2.3 af t/m 74

TL BS 2.3 af t/m 87

Slide 38 - Diapositive