TL H2.3 In beweging

Paragraaf 2.3 In beweging
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 2.3 In beweging

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen hoe botten kunnen bewegen.
2. Je kunt uitleggen hoe een gewricht beweegt.
3. Je kunt 3 verschillende soorten gewrichten benoemen en de werking uitleggen.
4. Je kunt uiteggen hoe spieren je botten laten bewegen. 
5. Je kunt uitleggen hoe een spier werkt. 
6. Je kunt uitleggen wat er gebeurt als je traint. 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen hoe botten kunnen bewegen.
2. Je kunt uitleggen hoe een gewricht beweegt.
3. Je kunt 3 verschillende soorten gewrichten benoemen en de werking uitleggen.
4. Je kunt uiteggen hoe spieren je botten laten bewegen. 
5. Je kunt uitleggen hoe een spier werkt. 
6. Je kunt uitleggen wat er gebeurt als je traint. 

Slide 3 - Diapositive

Weet jij een voorbeeld van een verbinding?

Slide 4 - Carte mentale

0

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

Beenverbindingen
Botten zitten op vier verschillende manieren aan elkaar:

- Een naadverbinding
- Een vergroeiing
- Een gewricht
- Een kraakbeenverbinding 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

kan deze man zijn botten buigen?

Slide 16 - Carte mentale

Welk gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
rolgewricht
C
scharniergewricht

Slide 17 - Quiz

Welk gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
rolgewricht
C
scharniergewricht

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

Houdt de botten bij elkaar en maakt gewrichtssmeer
Geeft extra versteviging 
Dit draait in de gewrichtskom
Voorkomt dat botten slijten.
Hierin draait de gewrichtsknobbel
Gewrichtsknobbel
Gewrichtskapsel
gewrichtsbanden
gewrichtssmeer
kraakbeen
Gewrichtskom

Slide 21 - Question de remorquage

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen hoe botten kunnen bewegen.
2. Je kunt uitleggen hoe een gewricht beweegt.
3. Je kunt 3 verschillende soorten gewrichten benoemen en de werking uitleggen.
4. Je kunt uiteggen hoe spieren je botten laten bewegen. 
5. Je kunt uitleggen hoe een spier werkt. 
6. Je kunt uitleggen wat er gebeurt als je traint. 

Slide 22 - Diapositive

0

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Lien

Noem drie grote spieren

Slide 26 - Question ouverte

Spierstelsel
Spieren 

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen hoe botten kunnen bewegen.
2. Je kunt uitleggen hoe een gewricht beweegt.
3. Je kunt 3 verschillende soorten gewrichten benoemen en de werking uitleggen.
4. Je kunt uiteggen hoe spieren je botten laten bewegen. 
5. Je kunt uitleggen hoe een spier werkt. 
6. Je kunt uitleggen wat er gebeurt als je traint. 

Slide 36 - Diapositive

Wat kun je doen om sterke spieren te krijgen?

Slide 37 - Carte mentale

Het effect van krachttraining 

Slide 38 - Diapositive

Noem 3 dingen die nodig zijn voor goede sportprestaties. (Bekijk blz 53)

Slide 39 - Question ouverte

Slide 40 - Vidéo

Quizz

Slide 41 - Diapositive

Hoeveel spieren heb je ongeveer?
A
500
B
200
C
400
D
600

Slide 42 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van groot naar klein
A
Spieren spiercellen spierstelsel
B
Spierstelsel Spieren Spiercellen
C
Spiercellen spieren spierstelsel

Slide 43 - Quiz

Spieren bestaan uit een groot aantal
A
pezen
B
spiervezels
C
vaatbundels
D
bloedvaten

Slide 44 - Quiz

Biceps
A
logisch gevolg
B
rondgang
C
huidarts
D
dikke spieren in de bovenarm

Slide 45 - Quiz

Pezen zijn taai, stevig en niet elastisch
A
onjuist
B
juist

Slide 46 - Quiz

Waar bestaan spieren uit?
A
Pezen
B
Spiervezels
C
Vlies

Slide 47 - Quiz

In je bovenarm heb je een armbuigspier, deze heet ook wel triceps
A
juist
B
onjuist

Slide 48 - Quiz

De pezen zitten vast aan
A
je vel
B
je huid
C
je bot
D
je cellen

Slide 49 - Quiz

Een spier trekt samen doordat

A
dwarswandjes in spiervezels samentrekken
B
dwarswandjes in spiervezels uitrekken
C
de dunne en dikke draadjes samentrekken
D
de dunne draadjes naar elkaar toe schuiven

Slide 50 - Quiz