Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
week 47 les 3 Gramm woordsoorten zww hww kww
leesboek
laptop dicht
WELKOM
1 / 33
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
33 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
leesboek
laptop dicht
WELKOM
Slide 1 - Diapositive
les 2
1. Lezen 10 min.
2. Woordsoorten: 3 werkwoorden
3. Weektaak : theorie verwerken en oefenen
4. Evaluatie van de les (10 min)
Slide 2 - Diapositive
Oefenen.
Eerst zelf doen. Dan overleggen. Wie gaat het antwoord geven?
a. Zoek de ww in de zin.
b. Omcirkel het zww.
c. Onderstreep de hww.
Je kunt je antwoord uitleggen.
1. De fietsende jongen fiets naar huis.
2. De fietsende jongen wil naar huis fietsen.
3. De fietsende jongen zou naar huis willen fietsen.
Slide 3 - Diapositive
schaken
Schrijf een zin op met
1 werkwoord.
2 werkwoorden
3 werkwoorden
Theorie boek blz 126
Hf 4 woordsoorten: zww, kww, hww
Slide 4 - Diapositive
koppelwerkwoorden (onderwerp - naamwoordelijk deel)
zijn worden blijken blijven heten dunken vóórkomen
1 Hij is een grappige clown.
2. Hij wordt een grappige clown.
3. Hij blijkt een grappige clown.
4. Hij blijft een grappige clown.
5. Hij lijkt een grappige clown.
6. Hij schijnt een grappige clown.
7. Hij heet Jan de clown.
8. Hij dunkt me een grappige clown.
9. Hij komt me als grappige clown vóór.
naamwoordelijk gezegde
alle ww =
werkwoordelijk deel plus
naamwoordelijk deel
GEEN LV!
Slide 5 - Diapositive
koppelwerkwoorden (onderwerp - naamwoordelijk deel)
zijn worden blijken blijven heten dunken vóórkomen
1 Hij is een grappige clown.
2. Hij wordt een grappige clown.
naamwoordelijk gezegde
alle ww =
werkwoordelijk deel
plus
naamwoordelijk deel
GEEN LV!
Slide 6 - Diapositive
Leerdoelen zww, hww, kww
1. Je kunt alle werkwoorden in een zin benoemen.
2. Je kunt uitleggen welk werkwoord het is.
3. Je kunt kenmerken noemen van de werkwoorden.
4. Je kunt zelf zinnen maken met de werkwoorden.
zww = zelfstandig werkwoord
hww = hulpwerkwoord
kww = koppelwerkwoord
Slide 7 - Diapositive
Neem de theorie goed door!
Oefenen
Keuze: De Brug hf 4 opdr. 10 en 11
Verplicht:
online: Hf 4 woordsoorten leerroute
boek: Startopdracht en opdr.1 t/m 4 en 6
Wat ga je doen als je klaar bent?
Vóór maandag afhebben!
Slide 8 - Diapositive
Persoonlijk Leren.
Welke keuzes maak jij? Kun je je keuze uitleggen?
A1 Ik volg de uitleg in de online methode
A2 Ik doe mee met de uitleg van de docent.
B1 Ik werk uit mijn leerboek en kijk regelmatig na.
B2 Ik volg de online methode en lees de feedback.
C1 Ik werk zelfstandig aan de opdrachten.
C2 Ik werk samen aan de opdrachten.
INSTRUCTIETAFEL
Slide 9 - Diapositive
Wat weet en kan je al?
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord
koppelwerkwoord
Slide 10 - Diapositive
Wat is het zww in de zin?
Klaas wil praten.
A
Klaas
B
wil
C
praten
Slide 11 - Quiz
Wat is het hww in de zin?
Floortje gaat fietsen.
A
Floortje
B
gaat
C
fietsen
Slide 12 - Quiz
Wat is het kww?
Klas S1Aa wordt kampioen!
A
Klas S1Aa
B
wordt
C
kampioen
Slide 13 - Quiz
Wat is het belangrijkste ww?
Charles kan goed gamen.
A
Charles
B
kan
C
goed
D
gamen
Slide 14 - Quiz
Charles kan goed gamen.
Wat is het zww?
A
Charles
B
kan
C
goed
D
gamen
Slide 15 - Quiz
Charles kan goed gamen.
Wat is het hww?
A
Charles
B
kan
C
goed
D
gamen
Slide 16 - Quiz
Charles kan goed gamen.
Staat er een kww in de zin?
A
ja
B
nee
Slide 17 - Quiz
Noem 4 koppelwerkwoorden
Slide 18 - Carte mentale
zww - kww - hww
Hoe tevreden ben je over wat je nu al weet en kan?
0
100
Slide 19 - Sondage
Dank je wel !
Tot de volgende keer!
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Overleg samen.
Maak één zin waarin het woordje haar 2x voorkomt.
1x als pers.vnw. en 1x als bez.vnw.
Slide 22 - Question ouverte
Overleg samen.
Maak een zin waarin mij en mijn voorkomen.
Je kunt uitleggen welke het pers.vnw. en bez.vnw. is.
Slide 23 - Question ouverte
Verder werken aan de weektaak
Welke keuzes maak je?
Grammatica woordsoorten:
zelfstandig werkwoord, hulpwerkwoord, koppelwerkwoord
Bestudeer de theorie!
Oefenen
Keuze:
De Brug hf 4 opdr. 10 en 11
Verplicht:
online: Hf 4 woordsoorten leerroute
boek: Startopdracht en opdr.1 t/m 4 en 6
Wat ga je doen als je klaar bent?
Extra oefenen?
Zie Teams Bestanden (websites)
Vóór maandag afhebben!
Slide 24 - Diapositive
Volgens JOU wil jullie vriend uit Urk jouw zeilboot kopen?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Persoonlijk voornaamwoord
C
Bezittelijk voornaamwoord
D
Geen van allen
Slide 25 - Quiz
Volgens jou wil JULLIE vriend uit Urk jouw zeilboot kopen?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Persoonlijk voornaamwoord
C
Bezittelijk voornaamwoord
D
Geen van allen
Slide 26 - Quiz
Volgens jou wil jullie vriend uit Urk JOUW zeilboot kopen?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Persoonlijk naamwoord
C
Bezittelijk naamwoord
D
Geen van allen
Slide 27 - Quiz
Die mooie boeken zijn niet van ONS.
A
zelfstandig voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord
D
geen van allen
Slide 28 - Quiz
JULLIE leggen jullie tassen
in de hal.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 29 - Quiz
Jullie leggen JULLIE tassen
in de hal.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 30 - Quiz
Leerdoelen
1. Je kunt de pvn en bvn in een zin noemen.
2. Je kunt noemen waarnaar pvn en bvn verwijzen.
3. Je kunt zinnen maken met pvn en bvn.
Grammatica woordsoorten:
persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord.
Bestudeer de theorie!
Oefenen
Keuze: De Brug (269) hf 3 opdr.6 t/ 9
Verplicht: Hf 3 leerroute online
Boek hf 3 Startopdr. en opdr.1,2,3,5
Wat ga je doen als je klaar bent?
Vóór donderdag afhebben!
Slide 31 - Diapositive
A
B
A = zinsdelen
B = woordsoorten
Welke heb je al geleerd?
Slide 32 - Diapositive
Werkwoorden
voltooid deelwoord (vd) - onvoltooid deelwoord (od)
Hij heeft de marathon gelopen.
Hij loopt zingend naar huis.
Zij heeft heel erg gehuild. Huilend zit het meisje in de klas.
Wat is het vd?
Wat is het od?
Hoe herken je het vd en het od?
Slide 33 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Gram.Woordsoorten: pers.vnw, bez.vnw, zww, hww, kww
Mars 2019
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
week 48 les 1 Gramm zinsdelen ng
Novembre 2021
- Leçon avec
53 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Gram.Woordsoorten: pers.vnw, bez.vnw, zww, hww, kww
Avril 2020
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Gram.Woordsoorten: zww, hww, kww
Avril 2020
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
week 47 les 2 Gramm woordsoorten pers vnw en bez vnw
Novembre 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Gram.Woordsoorten: zww, hww, kww
Mars 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
1.8 Grammatica woordsoorten les 2
Août 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
1.8 Grammatica woordsoorten les 1
Octobre 2021
- Leçon avec
39 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2