10 voor biologie VWO BB - 2.2 Celstructuren en hun functie

Lesplan
  1. Lees eerst 2.2 Celstructuren
  2. Werk de LessonUp zelfstandig door.
  3. Noteer vragen voor tijdens de les. 
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Lesplan
  1. Lees eerst 2.2 Celstructuren
  2. Werk de LessonUp zelfstandig door.
  3. Noteer vragen voor tijdens de les. 

Slide 1 - Diapositive

2.2 Celstructuren en hun functie 
10 voor biologie
VWO BB

Slide 2 - Diapositive

2.2 Celstructuren en hun functie
BiNaS tabel 79 B-D!

Deze LessonUp geeft een kort overzicht van de celstructuren.
Gebruik de (online) theorie voor uitgebreide informatie. 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Opdracht
Teken een grote dierlijke cel in je schrift/blaadje.
Benoem:
Celkern
Celmembraan
Cytoplasma

Maak veel ruimte in het cytoplasma
timer
2:00

Slide 5 - Diapositive

Hoe bestudeer je cellen?
Microscopie:
Lichtmicroscopie (tot 1,500x)
Elektronenmicroscopie (tot 6,000,.000x)




Slide 6 - Diapositive

Celorganellen
  1. Celkern
  2. Cytoplasma
  3. Membraan
  4. Mitochondriën
  5. Ribosomen
  6. Endoplasmatisch reticulum (ER)
  7. Golgisysteem
  8. Lysosoom
  9. Cytoskelet
  10. Plastiden
  11. Vacuolen

Slide 7 - Diapositive

Celkern
  • Erfelijke informatie op DNA
  • Bestuurt de cel
  • Nucleolus bevat ribosoom 
      genen
  • Kernporie voor verplaatsing
      stoffen

Slide 8 - Diapositive

Wanneer zijn de chromosomen zichtbaar in de celkern?
A
Altijd
B
Alleen tijdens celdeling
C
Nooit

Slide 9 - Quiz

Cytoplasma
  • = celplasma
  • water + opgeloste stoffen +
      celorganellen

Slide 10 - Diapositive

Celmembraan
Laag om de cel heen. 
0:43-2:26

Slide 11 - Diapositive

Celmembraan
  • Dubbele fosfolipiden laag
  • Scheidt in- en uitwendig
  • Membraaneiwitten voor
      transport en als receptor.
  • Glycoproteïne kenmerkt cel






Slide 12 - Diapositive

Mitochondrium
  • Energieleverancier 
  • Verbranding langs matrix membraan: C6H12O6 + O2 --> CO2 + H2O + ATP 
  • Eigen mitochondriaal DNA

Slide 13 - Diapositive

Endoplasmatisch reticulum
  • RER: Ruw Endoplasmatisch Reticulum --> met ribosomen.
  • Eiwittransport functie naar Golgi-systeem.

Slide 14 - Diapositive

Endoplasmatisch reticulum
  • GER: Glad Endoplasmatisch Reticulum --> zonder ribosomen. 
  • Rol in aanmaak koolhydraat /vet of ontgiftiging.

Slide 15 - Diapositive

Ribosomen
  • Functie eiwitsynthese.
  • Deels op RER, deels vrij in cytoplasma. 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Golgi-systeem
  • Verwerkt ER blaasjes
  • Snoert membraan af tot uitgaand blaasje en stuurt inhoud naar doel. 

Slide 18 - Diapositive

Golgi systeem

Slide 19 - Diapositive

In welk celorganel zit het DNA?
A
Cytoplasma
B
ribosoom
C
golgi apparaat
D
celkern

Slide 20 - Quiz

In welk celorganel vindt de productie van ATP plaats?
A
ribosoom
B
ER
C
Golgi systeem
D
mitochondrium

Slide 21 - Quiz

Welk organel bewerkt eiwitten na het ribosoom?
A
celkern
B
golgi-systeem
C
ER
D
mitochondriën

Slide 22 - Quiz

Opdracht
Teken in je cel de ontbrekende onderdelen:
Endoplasmatisch reticulum (glad en ruw)
Ribosomen
Golgi systeem
Mitochondrium

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Lysosoom
  • Blaasje met licht zuur milieu en afbraak enzymen.

Slide 25 - Diapositive

Cytoskelet
  • Microtubuli:
    - Vorm handhaving cel
    - Continue opbouw en afbraak voor beweging / vormverandering.
    - Handvat voor motoreiwitten. 

Slide 26 - Diapositive

Cytoskelet
  • Microfilamenten:
    - Beweging in cel.
    - O.a. membraanvorming fagocytose.

Slide 27 - Diapositive

Plastiden
  • Alleen in plantencel
  • Leukoplast (kleurloos): voor opslag
  • Chromoplast (kleur): o.a. de bladgroenkorrel (=chloroplast)
  • Kunnen type wisselen

Slide 28 - Diapositive

Vacuolen
  • Vochtblaasje in cel
  • Plant gebruik voor celstrekking. 

Slide 29 - Diapositive

Als een tomaat rijpt gebeurt er iets met de kleur, hij gaat namelijk van een groene naar een rode kleur.

Welk plastide was er eerst, en ik welke plastide veranderde deze?
A
Van zetmeelkorrel naar kleurstofkorrel
B
Van kleurstofkorrel naar bladgroenkorrel
C
Van bladgroenkorrel naar kleurstofkorrel
D
Van bladgroenkorrel naar zetmeelkorrel

Slide 30 - Quiz

Bij celstrekking worden cellen heel snel groter door...
A
Celdeling
B
Opname van water
C
Bijmaken van cytoplasma

Slide 31 - Quiz

Huiswerk
Oefenvragen 1-7
Toetsvragen 1-6
Tekening celstructuren mee naar
de les.

Slide 32 - Diapositive