Steden & Staten > Les 6 > Bestuur, burgers , stadsrechten

Bestuur, burgers & stadsrechten
  • Wie bestuurde een stad?
  • Wat deden de burgers in een stad?
  • Wat zijn stadsrechten?
  • Ambachten/gildes in een stad



Steden en Staten les 6
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisBasisschoolGroep 6-8

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Bestuur, burgers & stadsrechten
  • Wie bestuurde een stad?
  • Wat deden de burgers in een stad?
  • Wat zijn stadsrechten?
  • Ambachten/gildes in een stad



Steden en Staten les 6

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je leren?
  • Wie bestuurde een stad?
  • Wat deden de burgers in een stad?
  • Wat zijn stadsrechten?
  • Ambachten/gildes in een stad
  • Het volgende tijdvak?

Slide 2 - Diapositive

Herhalen
De Middeleeuwse oogsten werden beter door:
  • drieslagenstelsel (grond braak laten)
  • mest strooien
  • keerploeg (van ijzer)

Slide 3 - Diapositive

Niet goed voor de oogst
Goed voor de oogst
Sleep naar de goede plek
IJzeren ploeg. Met deze ploeg komen aardappels dieper in de grond, dus kunnen ze beter groeien. 
Braak liggende grond. Deze grond laat je een jaar rusten. 
Mest. Door mest op het land te strooien groeit het gewas beter. 
Heel veel verbouwen op hetzelfde land. 
Door veel te zaaien heb je veel planten. 

Slide 4 - Question de remorquage

Herhalen
De Middeleeuwse steden werden groter door:
  • geen aanvallen van wilde volken
  • boeren hadden meer oogst, konden koopman worden
  • boeren konden ander werk doen; kleermaker, timmerman (ambachten) 

Slide 5 - Diapositive

Herhalen
De Middeleeuwse stad had:
  • kerk
  • markt
  • stadsmuur 
  • stadpoort 
  • koopmanshuis

Slide 6 - Diapositive

Sleep naar de goede plek in de Middeleeuwse stad
Markt
Stadspoort
Stadsmuur
Kerk
Koopmanshuis

Slide 7 - Question de remorquage

Moi, ik ben Klaas. Ik ben een boer. Ik bewerkt het land voor mijn heer. Dat is graaf Radboud. Hij is van adel. Hij noemt mij een horige.
1
Als horige heb ik weinig rechten. Mijn graaf bepaald wat ik mag verbouwen, wanneer ik vrij ben, met wie ik mag trouwen. Nu het goed gaat met de oogst, spaar ik al mijn bezit. Ik hoop mezelf vrij te kopen! 

2

Slide 8 - Diapositive

Zie je me wel? Hier, hier ben ik! 
Hier woont mijn kasteelheer, Radboud. 
Daar in de woontoren, de donjon. 
Een luxe burcht van steen!
3
Ik heb mijn graaf gevraagd of ik mijn vrijheid mocht hebben. Hij zei ja! 
Voordat hij zich bedenkt ga ik snel verhuizen naar de stad! Daar ben ik echt vrij! 
Driewerf hoezee!

4

Slide 9 - Diapositive

Moi! Hiero! Tja, ik ben nu in de stad! Mooie houten huizen hebben ze hier! Maar aan een boer hebben ze niks. Dus wil ik me bij een gilde aansluiten! 

5
Misschien wordt ik wel pottenbakker, of wever, of timmerman. In het gilde leiden ze me op, en helpen ze me.
Als ik de meesterproef maar haal! 

6

Slide 10 - Diapositive

Waarom trok Klaas
naar de stad?
A
Hij moest van graaf Radboud
B
Om daar ècht vrij te zijn en een vak te leren
C
Hij wilde de houten huizen bekijken
D
Geen idee, wie is Klaas?

Slide 11 - Quiz

Wat is een gilde?
  • Een gilde is een soort vereniging. 
  • In een gilde deelden de leden ervaringen en tips met elkaar. 
  • Een gilde had zijn eigen beroepsgeheimen.
  • Nieuwe gildeleden werden via het gilde opgeleid.
  • Nieuwe gildeleden konden in hun gilde examen doen.
  • Zo kon een ervaren bakker, slager of smid iemand opleiden.

Slide 12 - Diapositive

Wat is een gilde?
A
En vorm van het werkwoord gillen
B
Een school voor schreeuwende mensen
C
Een middeleeuwse vereniging waar je een vak leerde
D
Geen idee

Slide 13 - Quiz

Ik leid je wel rond in de stad. Deze stad wordt bestuurd door een stadsbestuur. We noemen ze een magistraat. 
7

Slide 14 - Diapositive

Ik moet belasting betalen aan de magistraat. Ze betalen er de markt, pleinen, bruggen maar ook stadsmuren voor. In de stad ben je pas ècht vrij! 
8
Die mijnheer achter de penningmeester is de schout. Hij houdt toezicht op de mensen in de stad. Een soort burgemeester dus. Maar raad eens waar alle belasting heen gaat? Inderdaad... graaf Radboud! In ruil voor onze vrijheid wil hij geld. 
9

Slide 15 - Diapositive

Dit zijn de inwoners, de burgers van de stad. Iedereen heeft een ander beroep (ambacht) en zit bij een gilde. Iedereen betaalt belasting. Op de markt verdienenveel mensen hun geld. Helaas liggen we niet aan een rivier, anders waren we misschien een Hanzestad geweest. Nou, goodgoan! Aju!
10

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Lien

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Vidéo

Wat is belangrijk voor de handel?
  • Goede plek (waar water en een weg zijn)
  • Goede manier om handel te vervoeren (waterweg of gewone weg)
  • Veiligheid/bescherming tegen rovers (bij een kasteel, of binnen stadsmuren)
  • Een markt (genoeg bezoekers en kooplieden om mee te handelen)


Slide 21 - Diapositive

Van kasteel tot stad
Een kasteel kon zo een dorp worden. En als er veel marktlui kwamen wonden, kon het een stad worden. Er was wel een probleem: de kasteelmuren. Die zorgden ervoor dat iedereen in kleine huizen woonden rondom het kasteel woonden.
Een oplossing was om extra muren te maken: stadsmuren met een stadspoort.

Slide 22 - Diapositive

Houten huizen
(01:20)

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Een vestingstad
(01:17)

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Stadsrechten
(01:49)

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

De markt met kooplieden
(01:39)

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Welke drie standen waren er?
A
Geestelijken, adel, soldaten
B
Soldaten, adel, boeren
C
Geestelijken, adel, boeren

Slide 31 - Quiz

Wat heeft een Middel-eeuwse stad?
Wat is 
een hofstelsel?
Hoe ontstond handel
?
Wat zijn ambachten
?
Hoe groeide een stad?
Een kasteel had veel koopmannen en een grote markt. Ruimte rondom kasteel werd volgebouwd tot het vol was. Overal waren houten huizen. Een stadmuur met stadspoorten gebouwd. Nu was er meer ruimte om te wonen. 
  • kerk 
  • koopmanshuis
  • stadsmuur
  • markt
  • stadspoort
Een koning verdeelde zijn land. Leenmannen (vazallen) kregen een stuk grond. Horigen (boeren) bewerkten dit land in ruil voor bescherming.
Boeren wisten steeds beter land te bewerken. Ook kwamen ze erachter dat grond braak laten de grond verbeterde. (drieslagenstelsel) Er kwam meer oogst. Boeren werden koopmannen. Koopmannen verhandelden oogst of zichzelf, als ze iets goed konden maken of doen.
Een ambacht is een ander woord voor beroep of vak. 

Slide 32 - Question de remorquage